
Paus Franciscus - 24 november 2013
Het onderricht van de Kerk betreffende bijkomstige situaties is onderworpen aan grotere of nieuwe ontwikkelingen en kunnen onderwerp van discussie zijn, maar kunnen het niet vermijden concreet te zijn - zonder de pretentie te hebben in details te treden -, opdat de grote maatschappelijke principes niet louter algemene aanwijzingen blijven die aan niemand vragen stellen. Men moet er de praktische consequenties uit trekken, opdat zij "ook in de complexe hedendaagse situaties doeltreffend van invloed kunnen zijn.” Pauselijke Raad "Justitia et Pax", Compendium van de Sociale Leer van de Kerk (26 okt 2004), 9 De herders hebben het recht, rekening houdend met de bijdragen van de verschillende wetenschappen, een oordeel te geven over alles wat het leven van de mensen betreft, aangezien de taak van de evangelisatie een algehele ontwikkeling van ieder menselijk wezen inhoudt en vereist. Men kan niet meer zeggen dat de godsdienst zich moet beperken tot de privé-sfeer en alleen maar bestaat om de zielen op de hemel voor te bereiden. Wij weten dat God het geluk van zijn kinderen ook op deze aarde wil, hoewel zij tot eeuwige volheid zijn geroepen, omdat Hij alle dingen heeft geschapen, “opdat wij ervan kunnen genieten” (1 Tim. 6, 17), opdat allen ervan kunnen genieten. Daaruit volgt dat de christelijke bekering het vereist “vooral alles wat de maatschappelijke orde en het nastreven van het algemeen welzijn betreft” H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, De Kerk in Amerika, Ecclesia in America (22 jan 1999), 27 opnieuw te overwegen.