EVANGELII GAUDIUMOver de verkondiging van het Evangelie in de wereld van vandaag - Naar aanleiding van de Bisschoppensynode 2012 over de nieuwe evangelisatie
(Soort document: Paus Franciscus - Postsynodale Apostolische Exhortatie)
Paus Franciscus -
24 november 2013
Laten wij nu naar de prediking binnen de liturgie kijken, die door de herders serieus moet worden genomen. Ik zal in het bijzonder, en zelfs met een zekere nauwgezetheid, stilstaan bij de homilie en de voorbereiding hiervan, omdat er veel klachten zijn met betrekking tot dit belangrijke dienstwerk en wij onze oren hiervoor niet kunnen sluiten. De homilie is de toetssteen om de nabijheid en het vermogen tot ontmoeting van een herder met zijn volk te beoordelen. Wij weten immers dat de gelovigen er veel waarde aan hechten; en zij hebben vaak te lijden, de gelovigen, omdat zij moeten luisteren, de gewijde bedienaren, omdat zij moeten preken. Het is bedroevend dat het zo is. De homilie kan werkelijk een intense en gelukkige ervaring van de Geest zijn, een troostende ontmoeting met het Woord, een voortdurende bron van vernieuwing en groei.
Laten wij ons vertrouwen vernieuwen in de prediking, dat zich baseert op de overtuiging dat het God is die de anderen wil bereiken door middel van de predikant, en dat Hij zijn macht ontplooit middels het menselijk woord. De heilige Paulus spreekt met kracht over de noodzaak om te prediken, omdat de Heer de anderen ook met ons woord heeft willen bereiken.
Vgl. Rom. 10, 14-17
Met het woord heeft onze Heer het hart van de mensen veroverd. Zij kwamen van alle kanten naar Hem luisteren.
Vgl. Mc. 1, 45
Zij stonden verbaasd, terwijl zij zijn onderricht “dronken”.
Vgl. Mc. 6, 2
Zij hoorden Hem tot hen spreken als iemand met gezag.
Vgl. Mc. 1, 27
Met het woord brachten de apostelen, die Hij had aangesteld “om Hem te vergezellen en en door Hem uitgezonden te worden om te prediken” (
Mc. 3, 14), alle volken binnen de Kerk.
Vgl. Mc. 16, 15.20
Nu is het noodzakelijk eraan te herinneren dat “de liturgische verkondiging van het Woord van God” vooral in de context van de eucharistische bijeenkomst niet zozeer een ogenblik van meditatie en catechese is, maar de dialoog van God met zijn volk” is, een dialoog waarbij de wonderwerken van het heil worden verkondigd en de eisen van het Verbond voortdurend opnieuw worden voorgehouden”. H. Paus Johannes Paulus II, Apostolische Brief, Over de heiliging van de zondag, Dies Domini (31 mei 1998), 41 Er is een bijzondere waardering voor de homilie, die voortkomt uit zijn eucharistische context en die elke catechese overstijgt, omdat ze het hoogste moment is van de dialoog tussen God en zijn volk, voorafgaand aan de sacramentele Communie. De homilie is een hernemen van de dialoog die reeds is begonnen tussen de Heer en Zijn volk. Hij die preekt, moet het hart van zijn gemeenschap herkennen door te zoeken waar het verlangen naar God leeft en brandt en ook waar deze liefdevolle dialoog werd verstikt of geen vrucht kon dragen.

De homilie mag geen voorstelling zijn, zij beantwoordt niet aan de logica van de middelen van de media, maar zij moet vuur en betekenis verlenen aan de viering. Het is iets bijzonders, aangezien het een prediking betreft binnen het raam van een liturgische viering; dientengevolge moet zij kort zijn en het vermijden een lezing of les te lijken. De predikant kan in staat zijn de belangstelling van de mensen gedurende een uur levendig te houden, maar zo wordt zijn woord belangrijker dan de viering van het geloof. Als de homilie te lang duurt, schaadt zij twee kenmerken van de liturgieviering: de harmonie tussen de delen en het ritme ervan. Wanneer de homilie plaatsvindt in de context van de liturgie, wordt zij opgenomen al deel van de offerande die men aan de Vader brengt, en als bemiddeling van de genade die Christus uitstort in de viering. Deze context zelf vereist dat de prediking de gemeenschap en ook de predikant richt op een gemeenschap met Christus in de eucharistie, die het leven verandert. Dat vereist dat het woord van de predikant geen buitensporige ruimte inneemt, zodat de Heer meer straalt dan de bedienaar.

Wij hebben gezegd dat het Volk van God door de voortdurende werking van de Geest daarin voortdurend zichzelf evangeliseert. Wat houdt deze overtuiging in voor de predikant? Het herinnert ons eraan dat de Kerk moeder is en tot het volk predikt, zoals een moeder spreekt met haar kind, wetend dat haar kind er vertrouwen in heeft dat wat hem wordt geleerd, voor zijn bestwil zal zijn, omdat het weet dat het wordt bemind. Bovendien weet een goede moeder alles te herkennen wat God in haar kind heeft gezaaid, luistert zij naar zijn zorgen en leert van hem. De geest van liefde die in een gezin heerst, leidt zowel de moeder als het kind in hun dialogen, waar men onderricht en leert, corrigeert en men de goede dingen waardeert; zo gebeurt dat ook in de homilie. De Geest, die de evangelies heeft geïnspireerd en die werkzaam is in het Volk van God, geeft ook in hoe men moet luisteren naar het geloof van het volk en hoe men moet preken in iedere eucharistie. De christelijke preek vindt daarom in het hart van de cultuur van een volk een bron van levend water, hetzij om te weten wat zij moet zeggen, hetzij om de juiste manier te vinden om het te zeggen. Evenals wij allen het fijn vinden dat men ons in onze moedertaal aanspreekt, zo vinden wij het ook fijn dat men in de preek tot ons spreekt vanuit de “moedercultuur”, in de moedertaal
Vgl. 2 Mak. 7, 21.27
, en het hart is bereid beter te luisteren. Deze taal is een toonsoort die moed, verademing, kracht, impuls doorgeeft.
Deze moederlijk-kerkelijke omgeving waarin de dialoog van de Heer met zijn volk zich ontwikkelt, moet worden begunstigd en onderhouden door de hartelijke nabijheid van de predikant, de warmte van de toon van zijn stem, de zachtaardigheid van de stijl van zijn zinnen, de vreugde in zijn gebaren. Ook in de gevallen waarin de homilie een beetje saai blijkt, zal zij altijd vruchtbaar zijn, als men deze moederlijk-kerkelijke geest gewaar wordt, zoals vervelende raadgevingen van een moeder mettertijd vrucht dragen in het hart van de kinderen.
Men verwondert zich over de middelen die door de Heer worden gebruikt om een gesprek te voeren met zijn volk, om zijn mysterie te openbaren aan allen, om gewone mensen te fascineren door zo verheven en zo veeleisende onderrichtingen. Ik geloof dat het geheim verborgen ligt in die blik van Jezus op zijn volk, die de zwakheden en de fouten te boven gaat: “Weest niet bevreesd, kleine kudde: het heeft uw Vader behaagd u het Koninkrijk te schenken” (
Lc. 12, 32). Jezus predikt in die geest. Hij zegent, vol van de vreugde in de Geest, de Vader, die de kleinen aantrekt: “Ik prijs U, Vader, Heer van hemel en aarde, omdat Gij deze dingen verborgen gehouden hebt voor wijzen en verstandigen, maar ze hebt geopenbaard aan kleinen” (
Lc. 10, 21). De Heer vindt werkelijk genoegen erin een gesprek te voeren met zijn volk en de predikant moet dit genoegen van de Heer zijn volk laten voelen.
Een dialoog is veel meer dan het communiceren van een waarheid. Hij komt tot stand uit vreugde om te spreken en vanwege het concrete goede dat wordt gecommuniceerd tussen degenen die elkaar beminnen door middel van woorden. Het is een goed dat niet bestaat in dingen, maar in de personen zelf die zich wederzijds aan elkaar geven in de dialoog. De louter moralistische of indoctrinerende prediking en ook die welke verandert in een les exegese beperken deze communicatie tussen harten die in de homilie wordt gegeven en die een bijna sacramenteel karakter moet hebben: “Zo ontstaat dan het geloof door de prediking, en de prediking geschiedt in opdracht van Christus” (
Rom. 10, 17). In de homilie gaat de waarheid gepaard met schoonheid en het goede. Het betreft geen abstracte waarheden of koude syllogismen, omdat men ook de schoonheid van de beelden meedeelt die de Heer gebruikte om de praktijk van het goede te stimuleren. De herinnering van het gelovige volk, evenals die van Maria, moet over blijven vloeien van de wonderdaden van God. Het hart ervan, dat openstaat voor de hoop op een vreugdevol en mogelijk in praktijk brengen van de liefde die het is verkondigd, voelt dat ieder woord in de Schrift vóór alles gave en pas op de tweede plaats een vereiste is.
De uitdaging van een geïncultureerde preek bestaat in het doorgeven van de synthese van de evangelische boodschap en niet van losse ideeën of waarden. Waar jouw synthese is, daar is jouw hart. Het verschil tussen een licht werpen op de synthese en een licht werpen op ideeën zonder samenhang is hetzelfde als het verschil dat er is tussen de verveling en het branden van het hart. De predikant heeft de zeer mooie en moeilijke zending om harten die elkaar liefhebben, te verenigen: dat van de Heer en dat van zijn volk. De dialoog tussen God en zijn volk versterkt verder het verbond tussen hen en verstevigt de liefdesband. Tijdens de homilie zijn de harten van de gelovigen stil en laten Hem spreken. De Heer en zijn volk spreken op duizenden manieren direct met elkaar, zonder tussenpersonen. Zij willen echter bij de homilie dat iemand als instrument functioneert en de gevoelens tot uitdrukking brengt, zodat ieder vervolgens kan kiezen hoe hij het gesprek voortzet. Het woord is in wezen bemiddelaar en vereist niet alleen twee gesprekspartners, maar ook een predikant die het als zodanig vertegenwoordigt, ervan overtuigd “dat wij immers niet onszelf verkondigen, maar Christus Jezus, de Heer; wij onszelf slechts beschouwen als uw dienaars om Jezus’ wil” (
2 Kor. 4, 5).
Spreken met het hart houdt in het niet alleen brandend houden, maar ook verlicht door de totaliteit van de openbaring en de weg die het Woord van God in de loop van de geschiedenis heeft afgelegd in het hart van de Kerk en van ons gelovig volk. De christelijke identiteit, die de omarming van het doopsel is die de Vader ons als kind heeft gegeven, doet ons, als verloren - en in Maria bijzonder beminde - zonen en dochters verlangen naar de andere omarming, die van de barmhartige Vader, die ons wacht in de heerlijkheid. Ervoor zorgen dat ons volk zich voelt als tussen deze twee omarmingen, is de moeilijke, maar mooie taak van degene die het evangelie preekt.
© 2013, Libreria Editrice Vaticana / SRKK / Stg. InterKerk
Vert. uit het Italiaans: drs. H. Kretzers