Paus Franciscus - 24 november 2013
De Kerk erkent de onmisbare inbreng van de vrouw in de maatschappij met een gevoeligheid, intuïtie en bepaalde bijzondere capaciteiten die gewoonlijk meer eigen zijn aan vrouwen dan aan mannen. Bijvoorbeeld de bijzondere vrouwelijke aandacht voor de ander, die op een bijzondere wijze, ook als is dat niet exclusief, tot uitdrukking komt in het moederschap. Ik zie met genoegen hoeveel vrouwen pastorale verantwoordelijkheden delen met de priesters, hun bijdrage leveren aan het begeleiden van personen, gezinnen of groepen en een nieuwe inbreng hebben in de theologische reflectie. Maar er moet nog meer ruimte geboden worden voor een meer doorslaggevende vrouwelijke tegenwoordigheid in de Kerk, want “het vrouwelijke genie is noodzakelijk in alle uitdrukkingen van het maatschappelijk leven; daarom moet men de tegenwoordigheid van de vrouw ook garanderen op het terrein van het werk” Pauselijke Raad "Justitia et Pax", Compendium van de Sociale Leer van de Kerk (26 okt 2004), 295 en op de verschillende plaatsen waar belangrijke beslissingen worden genomen, zowel in de Kerk als in de maatschappelijke structuren.