
Paus Benedictus XVI - 24 april 2005
Ik wil hier graag nog iets anders naar voren halen: zowel in het beeld van de herder als in dat van de visser komt heel uitdrukkelijk de roep om eenheid naar voren. "Ik heb nog andere schapen die niet uit deze schaapstal zijn. Ook die moet ik leiden en zij zullen naar mijn stem luisteren, en het zal worden: één kudde en één herder" (Joh. 10, 16), zegt Jezus aan het eind van zijn rede over de goede herder. En het verhaal over de honderddrieënvijftig grote vissen eindigt met de vreugdevolle constatering: "ofschoon het er zoveel waren, het net scheurde niet" (Joh. 21, 11). Ach, lieve Heer, maar nu is het wel gescheurd! zouden wij met verdriet in het hart willen zeggen. Maar nee - laten we niet bedroefd zijn! Laten wij ons verheugen in uw belofte die niet teleurstelt, en laten wij al het mogelijke doen om de weg te gaan naar de eenheid die U hebt beloofd! Laten we dat gedenken in het gebed tot de Heer, als bedelaars: ja, Heer, herinner U hetgeen U beloofd hebt. Maak dat wij één herder worden en één kudde! Laat niet toe dat uw net scheurt en help ons dienaren van de eenheid te zijn.