
Paus Benedictus XVI - 24 april 2005
En nu, op dit moment, moet ik - zwakke dienaar van God - deze ongehoorde taak op mij nemen, die werkelijk elk menselijk vermogen te boven gaat. Hoe kan ik dat doen? Hoe zal ik in staat zijn dat te doen? U allen, dierbare vrienden, hebt zojuist heel de schare van heiligen aangeroepen, vertegenwoordigd in een aantal namen uit de geschiedenis van God en de mensen. Daardoor wordt ook in mij dat besef weer levendig: ik ben niet alleen. Ik hoef niet alleen te dragen wat ik in werkelijkheid nooit alleen zou kunnen dragen. De schare van Gods heiligen beschermt mij, ondersteunt mij en draagt mij. En uw gebed, dierbare vrienden, uw begrip, uw liefde, uw geloof en uw hoop begeleiden mij. Want tot de gemeenschap der heiligen behoren niet alleen de grote gestalten die ons zijn voorgegaan, en waarvan wij de namen kennen. Wij allen vormen de gemeenschap der heiligen, wij die gedoopt zijn in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest, wij die leven van de gave van het vlees en het bloed van Christus, waardoor Hij ons wil omvormen en aan zichzelf gelijk wil maken.