
Paus Franciscus - 30 mei 2013
Dierbare broeders en zusters,
In het Evangelie dat we beluisterden, staat een woord van Jezus dat mij raakt: "Geeft gij hun maar te eten" (Lc. 9, 13). Uitgaande van deze zin, laat ik mij leiden door drie woorden: navolging van Christus, gemeenschap, mededelen.
Vooreerst: wie zijn degenen aan wie eten moet gegeven worden? Wij vinden het antwoord bij de aanvang van het Evangeliecitaat: de menigte, de mensen. Jezus bevindt zich te midden van hen, vangt hen op, spreekt met hen, is met hen begaan, toont hun Gods barmhartigheid; te midden van hen kiest Hij de twaalf apostelen om bij Hem te blijven en zich zoals Hij in de concrete situaties van de wereld te mengen. En de menigte volgt Hem, luistert naar Hem, omdat Jezus op een nieuwe manier spreekt en handelt, met het gezag van iemand die waarachtig en coherent is, van iemand die in waarheid spreekt en handelt, van iemand die hoop geeft die van God komt, van iemand die het gelaat van een God openbaart die liefde is. En het volk looft God vol vreugde.
Vanavond zijn wij de menigte uit het Evangelie, ook wij proberen Jezus te volgen om naar Hem te luisteren, ons met Hem in de Eucharistie te verenigen, Hem te vergezellen en opdat Hij ons zou vergezellen. Stellen wij ons de vraag: hoe volg ik Jezus? Jezus spreekt in de stilte van het mysterie van de Eucharistie en brengt ons telkens in herinnering dat Hem volgen, uit onszelf treden betekent en van ons leven niet ons bezit maken, doch een gave, voor Hem en de anderen.
Vanavond bevinden ook wij ons rond de Tafel van de Heer, aan de maaltijd van het Eucharistisch Offer, waar Hij ons nogmaals Zijn Lichaam geeft, waar Hij het unieke Offer van het Kruis aanwezig brengt. Door naar Zijn woord te luisteren, door ons met Zijn Lichaam en Zijn Bloed te voeden, laat Hij ons overgaan van menigte naar de identiteit van gemeenschap, van anonimiteit naar gemeenschap. De Eucharistie is het Sacrament van de gemeenschap, dat ons uit het individualisme laat treden om samen de navolging van Christus, het geloof in Hem te beleven. Wij zouden ons dan ten overstaan van de Heer moeten afvragen: hoe beleef ik de Eucharistie? Anoniem of als een ogenblik van ware gemeenschap met de Heer, maar ook met de zo vele broeders en zusters die deze maaltijd delen? Hoe zijn onze eucharistievieringen?
Een laatste element: vanwaar komt de broodvermenigvuldiging? Het antwoord staat in de uitnodiging van Jezus aan de leerlingen: “Geeft gij hun zelf ...”, “geven”, mededelen. Wat delen de leerlingen? Het weinige dat ze hebben: vijf broden en twee vissen. Maar het zijn juist die broden en die vissen die in de handen van de Heer, heel de menigte verzadigen. En het zijn de leerlingen die, verslagen door hun beperkte middelen, door de armzaligheid van wat zij ter beschikking kunnen stellen, het volk laten neerzitten, de broden en vissen uitdelen en vertrouwend op Jezus’ woord het volk te eten geven. En dat zegt ons dat in de Kerk, maar ook in de samenleving, “solidariteit” een sleutelwoord is waarvan wij geen angst moeten hebben, dat wil zeggen: wat we hebben, onze bescheiden capaciteiten ter beschikking stellen van God, want alleen door mee te delen, door te geven, zal ons leven vruchtbaar zijn, zal het vrucht dragen. Solidariteit: een woord dat door de geest van de wereld slecht bekeken wordt!
Vanavond deelt de Heer nogmaals voor ons het brood dat Zijn Lichaam is, geeft Hij zichzelf als gave. En ook wij ervaren de solidariteit van God met de mens, een solidariteit die nooit op raakt, een solidariteit die niet ophoudt ons te verbazen: God komt ons nabij, door het kruisoffer verlaagt Hij zich door het duister van de dood in te gaan om ons Zijn leven te geven dat het kwaad, het egoïsme, de dood overwint. Ook vanavond geeft Jezus zich aan ons in de Eucharistie, deelt Hij onze weg of liever, Hij maakt zich tot voedsel, het echte voedsel dat ons leven schraagt, ook in de momenten waarop de weg moeilijk wordt en hinderpalen onze stap vertragen. In de Eucharistie laat de Heer ons Zijn weg gaan, die van de dienstbaarheid, het mededelen, de gave; en het beetje dat wij hebben, het beetje dat we zijn, wordt rijkdom als het gedeeld wordt want Gods macht is die van de liefde, zij daalt neer in onze armoede om ze om te vormen.
Stellen wij ons vanavond de vraag, als wij Christus aanbidden die werkelijk in de Eucharistie aanwezig is: laat ik mij door Hem transformeren? Laat ik mij door de Heer leiden, die zich aan mij geeft, om steeds meer uit mijn kleine ommuurde wereld te treden en geen angst te hebben om te geven, mee te delen, Hem en de anderen lief te hebben?
Broeders en zusters: navolging, gemeenschap, mededelen. Bidden wij opdat de deelname aan de Eucharistie ons steeds zou uitdagen : om Jezus elke dag te volgen, werktuigen te zijn van gemeenschap, met Hem en onze naaste te delen wat we zijn. Dan zal ons leven echt vruchtbaar zijn. Amen.