
Paus Benedictus XVI - 20 april 2005
Niet zonder betekenis begint mijn pontificaat terwijl de Kerk een bijzonder jaar beleeft dat gewijd is aan de Eucharistie. Is in deze door de voorzienigheid geordende gelijktijdigheid niet een aanduiding waar te nemen die kenmerkend zal moeten zijn voor het dienstwerk waartoe ik geroepen ben? De Eucharistie, het hart van het christelijk leven en de bron voor de evangeliserende Kerk, vormt noodzakelijk het middelpunt en de bron van het petrinische ambt dat mij is toevertrouwd.
De Eucharistie bewerkt aanhoudend dat de verrezen Christus aanwezig is, die niet ophoudt zich aan ons te geven en ons uitnodigt deel te hebben aan de tafel van zijn Lichaam en Bloed. Uit de volledige communio met Hem ontspringen andere aspecten van het leven van de Kerk, de communio namelijk, op de eerste plaats tussen alle christengelovigen, en de taak om het evangelie te verkondigen en ervan te getuigen ten overstaan van allen, vooral bij de armen en de kleinen, en de vurigheid van de naastenliefde.
Dit jaar zal daarom het Hoogfeest van het Lichaam des Heren (Paus Benedictus XVI - Homilie
In dit Sacrament komt de Heer telkens opnieuw naar de wereld
Op het Hoogfeest van het Lichaam en Bloed van Christus voor de Basiliek van St. Jan van Lateranen, voorafgaand aan de sacramentsprocessie naar de basiliek Maria Maggiore
(26 mei 2005)) op een bijzondere manier gevierd moeten worden. Bovendien zal de Eucharistie half augustus het middelpunt zijn van de Wereldjongerendag in Keulen en ook in de maand oktober tijdens de Gewone Vergadering van de Bisschoppensynode, die gewijd zal zijn aan het thema: "De Eucharistie als bron en hoogtepunt van het leven en de zending van de Kerk". Aan allen vraag ik daarom om in de komende maanden de liefde en de godsvrucht jegens Jezus in de Eucharistie te vermeerderen, en krachtig en helder getuigenis af te leggen van het geloof in de werkelijke tegenwoordigheid van de Heer, op de eerste plaats door de plechtigheid en correctheid van de vieringen.
Dit vraag ik op een bijzondere manier van de priesters, tot wie ik mij nu met grote genegenheid richt. Het dienstwerk van de priester is immers in die bovenzaal van het Avondmaal - het Cenakel - tegelijk met de Eucharistie geboren, zoals mijn voorganger Johannes-Paulus II, zaliger gedachtenis, dikwijls heeft bevestigd. "Het priesterlijk bestaan moet wel op bijzondere titel een 'eucharistische gestalte' hebben" - zo schreef hij in zijn jongste Witte Donderdagbrief H. Paus Johannes Paulus II, Brief, Brief bij gegenheid van Witte Donderdag 2005, Het leven van een priester moet een "Eucharistische houding" hebben (13 mrt 2005), 1. Daartoe draagt voor alles de dagelijkse en devote viering van het eucharistisch offer veel bij, dat zoveel als de kern uitmaakt van het leven en de zending van elke priester.