Paus Franciscus - 30 maart 2013
Geliefde broeders en zusters,
In het Evangelie van deze stralende nacht van de Paaswake ontmoeten wij als eersten de vrouwen die zich met reukwerk naar het graf van Jezus begeven om zijn lichaam te zalven. Vgl. Lc. 24, 1-3 Zij gaan om een gebaar van medelijden, genegenheid, liefde te maken, een traditioneel gebaar jegens een dierbaar, overleden iemand, zoals wij dat ook doen. Zij waren Jezus gevolgd, hadden naar Hem geluisterd, hadden zich begrepen gevoeld in hun waardigheid en hadden Hem begeleid tot aan het einde, op Calvarië, en tot aan de kruisafneming. Wij kunnen ons hun gevoelens voorstellen, terwijl zij naar het graf gaan: een zekere droefheid, het verdriet, omdat Jezus hen had verlaten, was gestorven, het met Hem was afgelopen. Nu keerde men terug naar het leven van vroeger. In de vrouwen duurde de liefde echter voort en het is de liefde voor Jezus die hen ertoe had aangezet zich naar het graf te begeven. Maar op dit punt gebeurt er iets totaal onverwachts, iets nieuws, dat hun hart en hun programma’s in de war brengt en hun leven in de war zal brengen: zij zien dat de steen van het graf is weggerold, zij naderen en vinden het lichaam van de Heer niet. Het is een feit dat hen verbijsterd doet staan, vol twijfels, vol vragen: “Wat gebeurt er?”, “Wat voor zin heeft dit alles.” Vgl. Lc. 24, 4 Overkomt dit misschien ook ons niet, wanneer er iets werkelijk nieuws gebeurt in de dagelijkse opeenvolging van de gebeurtenissen? Wij blijven stilstaan, wij begrijpen het niet, wij weten niet hoe ermee om te gaan. Het nieuwe boezemt ons vaak angst in, ook het nieuwe dat God ons brengt, het nieuwe dat God van ons vraagt. Wij zijn zoals de apostelen in het evangelie: dikwijls geven wij er de voorkeur aan onze zekerheden te behouden, te blijven stilstaan bij een graf, bij de gedachte aan een overledene die aan het einde alleen maar leeft in de herinnering van de geschiedenis, zoals de grote persoonlijkheden uit het verleden. Wij zijn bang voor de verrassingen van God! Geliefde broeders en zusters, wij zijn in ons leven bang voor de verassingen van God! Hij verrast ons altijd! De Heer is zo.
Broeders en zusters, laten wij ons niet afsluiten voor het nieuwe dat God in ons leven wil brengen! Wij zijn dikwijls moe, teleurgesteld, bedroefd, wij voelen de last van onze zonden, wij denken dat wij het niet redden. Laten wij ons niet in onszelf opsluiten, laten wij het vertrouwen niet verliezen, laten wij nooit berusten: er zijn geen situaties die God niet kan veranderen, er is geen zonde die Hij niet kan vergeven, als wij ons openen voor Hem.
Aanvaard dan dat de verrezen Jezus in je leven binnenkomt, ontvang Hem als een vriend met vertrouwen: Hij is het leven! Als je tot nu toe ver van Hem bent geweest, zet een kleine stap: Hij zal je met open armen ontvangen. Als je onverschillig bent, aanvaard het te riskeren: je zult niet teleurgesteld zijn. Als het je moeilijk lijkt Hem te volgen, ben niet bang, vertrouw je aan Hem toe, ben er zeker van dat Hij je nabij is, met jouw is en je de vrede zal geven die je zoekt, en de kracht om te leven, zoals Hij wil.
Er is een laatste eenvoudig element in het Evangelie van deze stralende Paaswake dat ik zou willen onderstrepen. De vrouwen ontmoeten het nieuwe van God: Jezus is verrezen, Hij is de Levende! Maar tegenover het lege graf en de twee mannen in schitterend gewaad is hun eerste reactie angst: “zij bogen het hoofd naar de grond” - merkt de heilige Lucas op -, zij hadden zelfs niet de moed om te kijken. Maar wanneer zij de boodschap van de verrijzenis horen, ontvangen zij deze met vertrouwen. En de twee mannen in schitterend gewaad laten een fundamenteel woord horen: herinnert u. “Herinnert u hoe Hij nog in Galilea tot u gezegd heeft... Zij herinnerden zich zijn woorden.” Vgl. Lc. 24, 6.8 Dit is een uitnodiging om te herinneren aan de ontmoeting met Jezus, aan zijn woorden, zijn gebaren, zijn leven; en juist dit liefdevol herinneren aan de ervaring met de Meester brengt de vrouwen ertoe iedere vrees te overwinnen en de verkondiging van de verrijzenis aan de apostelen en al de anderen over te brengen. Vgl. Lc. 24, 9 Herinneren aan wat God voor mij, voor ons heeft gedaan en doet, herinneren aan de afgelegde weg; en dit zet het hart wijd open voor de hoop op de toekomst. Laten wij leren te herinneren aan wat God in ons leven heeft gedaan!
Laten wij in deze nacht van licht de voorspraak van de heilige Maagd Maria , die iedere gebeurtenis in haar hart bewaarde Vgl. Lc. 2, 19.51 , aanroepen en vragen dat de Heer ons deelgenoot maakt aan zijn verrijzenis: moge Hij ons openstellen voor het nieuwe dat verandert, voor de verrassingen van God, die zo mooi zijn; moge Hij ons mannen en vrouwen maken die in staat zijn te herinneren aan wat Hij tot stand brengt in onze persoonlijke geschiedenis en in die van de wereld; moge Hij ons in staat stellen Hem te voelen als de Levende, levend en werkend te midden van ons: moge Hij ons, geliefde broeders en zusters, iedere dag leren Hem die levend is, niet bij de doden te zoeken. Amen.