Paus Franciscus - 3 april 2013
Dierbare broeders en zusters,
goeie dag.
We gaan vandaag verder met de catecheses over het Jaar van het geloof. In het Credo zeggen wij: “Hij is verrezen op de derde dag volgens de Schriften”. Die gebeurtenis vieren wij: Jezus’ verrijzenis, kern van de christelijke boodschap, die sinds het begin weerklinkt en doorgegeven werd om tot bij ons te komen. De heilige Paulus schrijft het aan de christenen van Korinte: “In de eerste plaats dan heb ik u overgeleverd wat ik ook zelf als overlevering heb ontvangen, namelijk dat Christus gestorven is voor onze zonden, volgens de Schriften, en dat Hij begraven is, en dat Hij is opgestaan op de derde dag, volgens de Schriften, en dat Hij is verschenen aan Kefas en daarna aan de Twaalf” (1 Kor. 15, 3-5). Deze korte geloofsbelijdenis verkondigt juist het Paasmysterie, met de eerste verschijningen van de Verrezene aan Petrus en de Twaalf: Jezus’ dood en verrijzenis zijn de kern van onze hoop. Zonder dit geloof in de dood en verrijzenis van Jezus, zal onze hoop zwak zijn, ze zou zelfs geen hoop zijn; juist de dood en de verrijzenis van Jezus zijn de kern van onze hoop. De apostel zegt: “als Christus niet is verrezen, is uw geloof waardeloos en zijt gij nog in uw zonde” (1 Kor. 15, 17). Men heeft helaas dikwijls geprobeerd het geloof in de verrijzenis van Jezus te verduisteren en zelfs onder christenen werd twijfel gezaaid. Het is een beetje geloof met rozenwater, zoals men bij ons zegt; niet het sterke geloof. En dit omdat men aan de oppervlakte van de dingen blijft, of soms door onverschilligheid omdat men begaan is met duizend en één dingen die men belangrijker vindt dan het geloof, of nog omdat men een louter horizontale kijk op het leven heeft. Doch het is juist de verrijzenis die de grootste hoop mogelijk maakt omdat zij ons leven en dat van de wereld ontvankelijk maakt voor Gods eeuwige toekomst, voor totaal geluk, voor de zekerheid dat kwaad, zonde en dood kunnen overwonnen worden. Dan kan de dagelijkse realiteit met groter vertrouwen beleefd worden, dan kan ze met moed en inzet aangepakt worden. De verrijzenis van Christus verlicht deze dagelijkse realiteit met een nieuw licht. De verrijzenis van Christus is onze kracht!
Maar hoe werd deze geloofswaarheid van Christus’ verrijzenis doorgegeven? Er zijn in het Nieuwe Testament twee soorten getuigenis: sommige hebben de vorm van een geloofsbelijdenis, dat wil zeggen een synthetische formulering die naar de kern van het geloof verwijst; andere daarentegen nemen de vorm aan van een verhaal over het gebeuren van de verrijzenis en over feiten die ermee te maken hebben. De eerste, de geloofsbelijdenis, bijvoorbeeld, is degene die we zopas gehoord hebben, ofwel die uit de Brief aan de Romeinen waarin de heilige Paulus schrijft: “als uw mond belijdt, dat Jezus de Heer is, en uw hart gelooft, dat God Hem van de doden heeft opgewekt, zult gij gered worden” (Rom. 10, 9). Sinds het begin van de Kerk is het geloof in het mysterie van de dood en de verrijzenis van Jezus, duidelijk en stevig. Maar vandaag zou ik willen stilstaan bij de tweede vorm, het getuigenis in de vorm van een verhaal, die wij in de Evangelies vinden. Vooreerst de bemerking dat de eerste getuigen van dit gebeuren vrouwen waren. Bij het ochtendgloren gaan zij naar het graf om het lichaam van Jezus te zalven en zij vinden het eerste teken: het lege graf. Vgl. Mc. 16, 1 Dan volgt de ontmoeting met een boodschapper van God die verkondigt: Jezus uit Nazareth, de Gekruisigde, is niet hier, Hij is verrezen. Vgl. Mc. 16, 5-6 De vrouwen, door liefde gedreven, weten deze melding gelovig te aanvaarden: zij geloven en geven ze dadelijk door, zij houden ze niet voor zichzelf, zij geven ze door. De vreugde dat Jezus leeft, de hoop die het hart vervult, kunnen niet ingehouden worden. Dat zou ook in ons leven moeten gebeuren. De vreugde ervaren van het christen zijn! Wij geloven in een Verrezene die het kwaad en de dood overwonnen heeft! Laten wij de moed hebben om naar buiten te treden om deze vreugde en dit licht overal in ons leven uit te dragen! De verrijzenis van Christus is onze grootste zekerheid: de kostbaarste schat! Hoe deze schat, deze zekerheid niet met anderen delen? Zij is er niet alleen voor ons, ze moet doorgegeven worden, aan anderen gegeven, met anderen gedeeld. Dat is ons getuigenis.