GOEDE WEEK IS EEN TIJD VAN GENADE
(Soort document: Paus Franciscus - Audiëntie)
Paus Franciscus -
27 maart 2013
GOEDE WEEK IS EEN TIJD VAN GENADE
Doch wat kan het voor ons zijn, de Goede Week te beleven? Wat betekent het, Jezus op de Kalvarieberg naar het kruis en de verrijzenis na te volgen? In Zijn zending op aarde was Jezus onderweg op de wegen van het Heilig Land; Hij heeft twaalf eenvoudige mensen geroepen om bij Hem te blijven, Zijn weg te delen en Zijn zending verder te zetten; Hij heeft hen gekozen uit het volk dat vervuld was van geloof in Gods beloften. Hij sprak tot iedereen, zonder onderscheid, tot groten en kleinen, tot de rijke jongeman en de arme weduwe, tot machtigen en zwakken; Hij bracht Gods barmhartigheid en vergeving; Hij genas, troostte, begreep; Hij schonk hoop; Hij bracht allen Gods aanwezigheid die voor iedere man en iedere vrouw zorg draagt zoals een goede vader en een goede moeder het voor elk van hun kinderen doen.
God heeft er niet op gewacht dat wij naar Hem gaan, Hij is zelf naar ons toe gekomen, zonder berekening, zonder maat. Zo is God: Hij doet altijd de eerste stap, Hij komt naar ons toe. Jezus heeft de dagelijkse realiteit van de simpelste mensen beleefd: Hij had medelijden met de menigte die als een kudde zonder herder was; Hij heeft ten overstaan van het lijden van Marta en Maria geweend om de dood van hun broer Lazarus; Hij heeft een tollenaar geroepen tot Zijn leerling; Hij heeft ook het verraad van een vriend doorstaan. In Hem heeft God ons de zekerheid gegeven dat Hij bij ons is, midden onder ons. “De vossen” zei Jezus, “hebben hun holen en de vogels uit de lucht hun nesten, maar de Mensenzoon heeft niets waar Hij zijn hoofd op kan laten rusten” (
Mt. 8, 20). Jezus heeft geen thuis, want Zijn thuis dat zijn de mensen, dat zijn wij, het is Zijn zending voor iedereen de deur naar God te openen, liefdevolle aanwezigheid van God te zijn.
In de Goede Week beleven wij het hoogtepunt van deze weg, van dit liefdesplan, dat door heel de geschiedenis van de relatie tussen God en de mensheid loopt. Jezus trekt Jeruzalem binnen om de laatste stap te zetten waarin Hij heel Zijn zijn samenvat: Hij schenkt zich volledig weg, Hij behoudt niets voor zich, zelfs het leven niet. Bij het laatste avondmaal met Zijn vrienden deelt Hij het brood en de kelk ook “voor ons”. Gods Zoon schenkt zich aan ons, geeft Zijn lichaam en Zijn bloed in onze handen om altijd bij ons te zijn, om onder ons te wonen. En in de Hof van Olijven, evenals op het proces voor Pilatus, biedt Hij geen weerstand, Hij schenkt zich weg; Hij is de door Jesaja aangekondigde lijdende Dienaar Gods die zich tot ter dood prijsgeeft. Vgl. Jes. 53, 12
Jezus beleeft deze liefde die naar het offer leidt, niet op een passieve manier of zoals een noodlot. Zeker, Hij verbergt Zijn diep menselijke ontsteltenis ten overstaan van de gewelddadige dood niet, maar Hij vertrouwt zich helemaal toe aan de Vader. Jezus heeft zich vrijwillig aan de dood uitgeleverd om aan de liefde van God, de liefde van de Vader te beantwoorden, in volmaakte eenheid met Zijn wil, om Zijn liefde voor ons te bewijzen. Op het kruis heeft Jezus mij liefgehad en zich voor mij overgeleverd.
Vgl. Gal. 2, 20
Ieder van ons kan zeggen: Hij heeft mij liefgehad en zich voor mij overgeleverd. Ieder kan dit zeggen: “voor mij”.
Wat betekent dat allemaal voor ons? Het betekent dat dit ook mijn, uw, onze weg is. De Goede Week beleven en Jezus navolgen, niet alleen met een diep bewogen hart; de Goede Week beleven en Jezus navolgen betekent uit onszelf leren treden – zoals ik verleden zondag zei – om de anderen tegemoet te gaan, naar de grenzen van het bestaan te gaan, als eerste naar onze broeders en zusters te gaan, vooral zij die veraf zijn, vergeten, die het meest nood hebben aan begrip, troost, hulp. De anderen de levende aanwezigheid van de barmhartige en liefdevolle Jezus te brengen, is zo nodig!
De Goede Week beleven betekent steeds meer binnentreden in Gods logica, in de logica van het kruis, die in de eerste plaats niet de logica van lijden en dood is, doch de logica van leven brengende liefde en zelfgave. Het betekent in de logica van het Evangelie binnentreden. Christus navolgen, Hem vergezellen, bij Hem blijven, vereist een “uittreden”, naar buiten treden. Uit zichzelf treden, loskomen van een manier om het geloof te beleven die getekend is door vermoeidheid en gewoonte, uit de bekoring treden zich op te sluiten in eigen voorstellingen die uiteindelijk de horizont verbergen van Gods scheppend handelen. God is uit zichzelf getreden om tot ons te komen, Hij heeft Zijn tent onder ons opgeslagen om ons Zijn barmhartigheid te brengen die redt en hoop schenkt. Ook wij, als wij Hem willen navolgen en bij Hem willen blijven, wij mogen ons er niet mee tevreden stellen in de stal bij de 99 schapen te blijven, wij moeten met Hem “naar buiten gaan” op zoek naar het verloren schaap dat het verst verwijderd is. Let wel: uit onszelf treden zoals Jezus, zoals God uit zichzelf getreden is in Jezus en zoals Jezus uit zichzelf getreden is voor ons allemaal.
Iemand zou mij kunnen zeggen: “maar vader, ik heb geen tijd”, “ik heb te veel werk”, “het is moeilijk”, “wat kan ik toch doen met mijn geringe krachten, mijn zonde, en zoveel dingen?”. Dikwijls stellen we ons tevreden met gebed, met een verstrooid en onstandvastig bezoek aan de zondagsmis, met een blijk van naastenliefde, maar hebben wij niet de moed om “naar buiten te treden” om Christus te brengen. We zijn een beetje zoals de heilige Petrus. Van zodra Jezus over lijden spreekt, over dood en verrijzenis, over zelfgave, over liefde voor alle mensen, neemt de apostel Hem terzijde en maakt Hem verwijten. Wat Jezus zegt, verstoort zijn plannen, lijkt onaanvaardbaar, stelt zijn zekerheden, zijn voorstelling van de Messias in vraag. En Jezus kijkt de leerlingen aan en richt misschien één van de hardste woorden uit het Evangelie tot Petrus: “Ga weg, satan, terug! Want gij laat u leiden door menselijke overwegingen en niet door wat God wil” (
Mc. 8, 33). God denkt altijd met barmhartigheid: vergeet dat niet. God denkt altijd met barmhartigheid: Hij is de barmhartige Vader! God denkt zoals de vader die op de terugkeer van zijn zoon wacht en hem tegemoet gaat, hem al van ver ziet aankomen ...
Wat betekent dat? Dat hij elke dag uitkijkt of zijn zoon naar huis komt: dat is onze barmhartige Vader. Het is een teken dat hij van op het terras van zijn huis met heel zijn hart op hem wacht. God denkt zoals de Samaritaan die de ongelukkig niet voorbij gaat of zijn blik van hem afwendt, maar hem te hulp komt zonder iets terug te verlangen; zonder te vragen of hij jood is of heiden, of hij een Samaritaan is, of hij rijk is of arm: hij vraagt niets. Hij vraagt niet naar die dingen, hij verlangt niets. Hij komt te hulp: zo is God. God denkt zoals de herder die zijn leven geeft om de schapen te verdedigen en te redden.
De Goede Week is een tijd van genade die de Heer ons schenkt om de deur van ons hart, van ons leven, van onze parochie – hoe pijnlijk, zoveel gesloten parochies! – van bewegingen, verenigingen te openen en “naar buiten te gaan”, de anderen tegemoet, naar hen toe te gaan, om het licht en de vreugde van ons geloof te brengen. Altijd naar buiten gaan!
En dit met Gods liefde en tederheid, met achting en geduld, in de wetenschap dat wij onze handen, onze voeten, ons hart ter beschikking stellen, doch het is God die ze leidt en die al ons handelen vruchtbaar maakt. Ik wens iedereen deze dagen goed te beleven door de Heer moedig na te volgen en een straal van Zijn liefde te brengen naar iedereen die wij ontmoeten.
© 2013, Libreria Editrice Vaticana / Stg. InterKerk
Vert. vanuit Franse versie (Zenit.org): Maranatha Gemeenschap;
alineaverdeling en -nummering: redactie