Paus Franciscus - 14 maart 2013
Lezingen (Votiefmis "Pro Ecclesia", voor de Kerk):
In deze drie lezingen zie ik iets gemeenschappelijks, namelijk beweging. In de eerste lezing beweging in het op weg gaan; in de tweede lezing beweging in het opbouwen van de Kerk; in de derde, het Evangelie, beweging in de belijdenis. Op weg gaan, opbouwen, belijden.
Op weg gaan. “Huis van Jakob, laat ons wandelen (op weg gaan) in het licht van de Heer” (Jes. 2, 5). Dit is het eerst wat God tegen Abraham heeft gezegd: wandel (ga op weg) in mijn tegenwoordigheid en wees onberispelijk.
Op weg gaan: ons leven is een (af te leggen) weg en wanneer we stilstaan, werk het niet. Steeds op weg, in tegenwoordigheid van de Heer, in het licht van de Heer, terwijl we trachten in die onberispelijkheid te leven die God in zijn belofte van Abraham vroeg.
Opbouwen. De Kerk opbouwen. Er is sprake van stenen: de stenen hebben stevigheid; maar het zijn levende stenen, stenen die gezalfd zijn door de Heilige Geest. De Kerk opbouwen, de Bruid van Christus, op basis van die hoeksteen die de Heer zelf is. Kijk, nog een beweging die tot ons leven hoort: opbouwen.
Ten derde: belijden. We kunnen op weg gaan zo veel we willen, we kunnen van alles bouwen, maar als we Jezus Christus niet belijden, dan werkt het niet. Dan worden we een NGO Red.: non-gouvernementele hulporganisatie, maar geen Kerk, geen Bruid van Christus.
Als we niet op weg gaan dan staan we stil. En als we niet op stenen bouwen, wat gebeurt er dan? Dan gebeurt wat er met kinderen op het strand gebeurt wanneer ze zandkastelen bouwen, alles stort in, heeft geen stevigheid.
Als wij Jezus Christus niet belijden ... nu schiet me een zin te binnen van Léon Bloy: “Wie niet tot de Heer bidt, bidt tot de duivel” - als we Jezus Christus niet belijden, belijden we de wereldsheid van de duivel, de wereldsheid van de boze geest.
Op weg gaan, opbouwen/bouwen, belijden.
Maar zo gemakkelijk is dat niet, want bij het onderweg zijn, bij het bouwen en bij het belijden treden er soms schokken op, komen er bewegingen voor die niet bij de weg horen: bewegingen die ons eerder achteruit doen gaan.
Dit Evangelie vervolgt met een bijzondere situatie. Diezelfde Petrus die Jezus Christus beleden heeft, zegt tegen Hem: U bent Christus, de Zoon van de levende God. Ik volg U maar laten we het niet over het Kruis hebben. Dat heeft er niks mee te maken. Ik volg u met andere mogelijkheden, zonder het Kruis.
Wanneer wij onderweg zijn zonder het Kruis, wanneer wij zonder het Kruis bouwen en wanneer wij een Christus belijden zonder Kruis, zijn we geen leerlingen van de Heer: dan zijn we werelds, zijn we bisschoppen, priesters, kardinalen, pausen, maar geen leerlingen van de Heer.
Ik zou willen dat wij allemaal, na deze dagen van genade, de moed hebben,- ja de moed! -, om op weg te gaan, te wandelen in tegenwoordigheid van de Heer, met het kruis van de Heer; de moed om de Kerk op te bouwen op basis van het bloed van de Heer, dat vergoten is aan het Kruis; en de moed om als onze enige heerlijkheid de Gekruisigde Christus te belijden. En zo zal de Kerk vooruit gaan!
Ik wens ons allen toe dat de Heilige Geest door het gebed van de lieve Vrouw, onze Moeder, ons deze genade moge verlenen: op weg te gaan, te bouwen en Jezus Christus te belijden als de Gekruisigde. Zo zij het.