• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x

HET GEWIJDE LEVEN IS EEN BEDEVAART VAN DE GEEST
Tijdens de Heilige Mis op het feest van de Opdracht van de Heer in de tempel en de 17e Dag voor het Gwijde Leven, met leden van de Instituten van het Gewijde leven en de Sociëteiten van Apostolisch Leven

Dierbare broeders en zusters,

in zijn verhalen over de kindertijd van Jezus benadrukt de heilige Lucas hoe plichtsgetrouw Maria en Jozef de wet van de Heer hebben onderhouden; nederig vervullen ze alles wat de wet voorschrijft te doen na de geboorte van een eersteling. Er zijn twee heel oude voorschriften. Een gaat er over wat moeder moet doen, het andere betreft het kind. Voor de vrouw geldt de wet dat ze zich veertig dagen moet onthouden van liturgische praktijken en afsluitend een dubbel offer brengt: het brandoffer van een lam en een duif of tortelduif voor de zonde. Als de vrouw arm is, dan kan ze ook twee duiven of tortelduiven offeren. Vgl. Lev. 12, 1-8 De heilige Lucas vertelt dat Maria en Jozef het offer van de armen brengen Vgl. Lc. 2, 24 , om daarmee te onderstrepen dat Jezus in een familie van gewone, bescheiden maar zeer gelovige mensen werd geboren. In een gezin dat behoorde tot de armen van Israël die het volk van God vormden. Voor de eerstgeborene, die volgens de wet van Mozes toebehoort aan God, schreef de wet voor een gift van vijf sjekels te geven aan een priester. Waar dat maakte niet uit. De gift gold als een blijvende herinnering aan het feit dat God tijdens de Exodus de eerstgeborenen onder de Joden spaarde. Vgl. Ex. 13, 11-16

Het is belangrijk om er op te wijzen dat het voor deze twee handelingen, - de reiniging van de moeder en het vrijkopen van de zoon, - niet nodig was om de tempel te bezoeken. Maria en Jozef echter wilden per sé alles in Jeruzalem volbrengen en de heilige Lucas benadrukt hoe de hele scene is gericht op het binnen komen van Jezus in de tempel, waardoor de focus naar een ander belangrijk gebeuren wordt verlegd, namelijk naar de “presentatie” van Jezus in Gods tempel, dat is de presentatie van de Zoon van de Allerhoogste, aan de Vader die Hem gezonden heeft. Vgl. Lc. 1, 32.35

Deze vertelling van de evangelist vervult de woorden van de profeet Maleachi die we aan het begin van de eerste lezing hebben gehoord: “Zo sprak de Heer God: ‘Ik zend mijn gezant voor Mij uit om voor Mij de weg te banen.’” En aanstonds treedt dan de Heer zijn heiligdom binnen, de Heer die gij zoekt, de engel van het verbond, naar wie gij verlangend uitziet. ... Hij zal de zonen van Levi reinigen ... zodat zij de Heer weer op de vereiste wijze offergaven kunnen brengen.” (Mal. 3, 1-3) Hier wordt duidelijk niet van een kind gesproken, maar toch wordt het woord van de profeet vervuld door Jezus, omdat Hij, dankzij het geloof van zijn ouders onmiddellijk naar de tempel werd gebracht; bij zijn “presentatie” en zijn persoonlijke “aanbieden” aan God de Vader, komt het thema van het offer en het priesterschap helder tot uitdrukking, zoals bij de profeet. Het kind Jezus dat onmiddellijk in de tempel wordt gepresenteerd, is dezelfde die eenmaal volwassen de tempel zal reinigen. Vgl. Joh. 2, 13-22 Vgl. Mc. 11, 15.19. e.v. En Hij zal zich tot offer en hogepriester van het Nieuwe Verbond maken.

Dit is ook de inhoud van de Brief aan de Hebreeën, waaruit we een gedeelte hoorden in de tweede lezing. Daarin wordt het thema van het nieuwe priesterschap bevestigd: een priesterschap, - door Jezus ingeleid -, dat existentieel is: “Omdat Hij zelf de proef van het lijden doorstaan heeft, kan Hij allen helpen die beproefd worden” (Hebr. 2, 18). En daarmee treffen we hier ook het thema van het lijden, dat in het Evangelie zo duidelijk naar voren wordt gehaald, daar waar Simeon zijn profetie over moeder en kind uitspreekt: “Zie, dit kind is bestemd tot val of opstanding van velen in Israël, tot een teken dat weersproken wordt, ... en uw eigen ziel {Maria} zal door een zwaard worden doorboord.” (Lc. 2, 34-35). De redding die Jezus zijn volk brengt en die Hij in zichzelf belichaamt, gaat de weg van het kruis en de weg van de dood die Hij zal overwinnen en transformeren tot liefde. Dat aanbod is al in het gebaar van zijn opdragen in de tempel aangekondigd. Een gebaar dat in de traditie van het Oude Verbond zeker al was gekend, maar volledig is bezield door de volheid van het geloof en de liefde, die overeenkomt met de volheid van de tijden in de aanwezigheid van God en zijn Heilige Geest in Jezus. Inderdaad zweefde over de hele scene van de opdracht in de tempel de Heilige Geest, in het bijzonder over de figuur van Simeon maar ook over Hannah. Het is de Geest “Parakleet” Noot van de vertaler: Trooster, Heilige Geest die troost brengt naar Israël en de voetstappen en het hart richting geeft van diegenen die deze troost verwachten. Het is de Geest die de profetische woorden van Simeon en Hannah ingeeft want het zijn zegenrijke woorden, woorden van lof voor God, woorden van dank en geloof, omdat nu eindelijk onze ogen het Heil kunnen aanschouwen en onze armen “hun redding” kunnen omarmen. Vgl. Lc.2, 30

“Een licht dat voor de heidenen straalt, een glorie voor uw volk Israël” (Lc. 2, 32), zo beschrijft Simeon aan het einde van zijn lofzang de Messias van de Heer. Het thema van het licht dat echoot in de eerste en tweede strofe van de Dienaar van de Heer en in Deutero-Jesaja Vgl. Jes. 42, 6 Vgl. Jes. 49, 6 is krachtig in de liturgie van vandaag aanwezig. Ze werd geopend door een veelbetekenende processie waarbij de mannelijke en vrouwelijke algemeen oversten van de Instituten van het Gewijde leven hier aanwezig brandende kaarsen droegen. Dit bijzondere teken in de liturgische traditie van dit feest is zeer betekenisvol. Het toont de schoonheid en de waarde van het gewijde leven als een afspiegeling van het Licht van Christus. Een teken dat aan het binnengaan van Maria in de tempel doet denken. De Maagd Maria, de gewijde ‘par excellence’ droeg het Licht zelf in haar armen, het vleesgeworden Woord dat gekomen is om de duisternis van de wereld door de liefde van God te verdrijven.

Dierbare gewijde broeders en zusters,

jullie nemen hier allemaal deel aan deze symbolische bedevaart, die in het Jaar van het Geloof jullie verbondenheid met de Kerk nog nadrukkelijker laat zien en jullie geloof en jullie dienst aan God versterkt. Aan ieder van jullie persoonlijk en aan jullie instituten richt ik mijn allerhartelijkste groet en dank jullie voor je deelneming. In het licht van Christus zijn jullie, - met de talrijke charismata die een contemplatief en apostolisch leven in zich bergt -, medewerkers aan het leven en de missie van de Kerk in de wereld. In deze geest van erkenning en gemeenschap wil ik graag drie aanbevelingen meegeven, waardoor jullie helemaal kunnen binnentreden door die “poort van het geloof” die altijd voor jullie open staat. Paus Benedictus XVI, Motu Proprio, Over het uitroepen van het "Jaar van het Geloof", Porta Fidei (11 okt 2011), 1

Ik nodig jullie allereerst uit om je geloof te versterken opdat jullie roeping verlicht wordt. Ik adviseer daarom om je weer voor de geest te halen, als bij een innerlijke pelgrimage, de “eerste liefde” waarmee de Heer Jezus Christus jullie hart heeft verwarmd. Niet uit heimwee, maar om die vlam te voeden. Daarvoor moet je tijd met de Heer doorbrengen in stille aanbidding, dan ontwaakt weer de wil en de vreugde om dit leven te delen, de keuzes, de gehoorzaamheid van het geloof, de zaligheid van de armen, de radicaliteit van de liefde. Door steeds opnieuw uit te gaan van deze ontmoeting met de liefde laten jullie alles achter je om bij Hem te zijn en jullie, zoals Hij, te wijden aan de dienst aan God en je naaste. H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over het gewijde leven en zijn zending in de Kerk en de wereld, Vita Consecrata (25 mrt 1996), 1

Ten tweede nodig ik jullie uit tot een geloof dat in staat is de wijsheid van het zwakke te onderkennen. In de vreugden en in het lijden van vandaag de dag zal het gewicht van het kruis van de Heer voelbaar worden. Twijfel er nooit aan dat de kenosis Noot van de vertaler: Het vlees worden, het mens worden, van God van Christus al de overwinning van Pasen is. Juist aan de grenzen van onze zwakte zijn we als mensen geroepen om te leven naar het voorbeeld van Christus in een allesomvattende spanning die, voor zover mogelijk in de tijd, de eschatologische perfectie verwacht. H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over het gewijde leven en zijn zending in de Kerk en de wereld, Vita Consecrata (25 mrt 1996), 16 In een samenleving van efficiëntie en succes wordt jullie leven gekenmerkt door het kleine en door de zwakte van de kleinen; door empathie voor diegenen die geen stem hebben en als evangelisch teken van tegenspraak.

Tot slot nodig ik jullie uit, je geloof te vernieuwen, opdat jullie pelgrims naar de toekomst zullen zijn. Het gewijde leven is van nature een bedevaart van de geest, die zoekt naar een Aangezicht dat zich soms laat zien en zich soms verbergt: “Faciem tuam, Domine requiram” - “Uw aangezicht, o Heer, zal ik zoeken” (Ps. 26, 8). Dat moet de constante aansporing zijn in jullie hart, het fundamentele criterium op jullie weg, even goed bij de kleine stappen van alle dag als bij de belangrijkste beslissingen. Volg niet de profeten van het ongeluk die het einde of de zinloosheid van het gewijde leven voor de Kerk van vandaag proclameren, maar stel je hoop op Jezus Christus en omgord je met de wapens van het Licht, zoals de Heilige Paulus zegt (Rom. 13, 11-14): “Blijf wakker en waakzaam”. De heilige Chromatius van Aquilea schreef: “Bevrijdt ons Heer van het gevaar, opdat we nooit door de slaap van de ontrouw worden overtroefd, schenk ons genade en barmhartigheid opdat we steeds trouw aan U kunnen blijven. En inderdaad kunnen we waken over onze trouw aan Christus.” H. Chromatius van Aquileia, Preken, Sermones. 32, 4

Dierbare broeders en zusters,

de vreugden van het gewijde leven voeren noodzakelijkerwijs over de kruisweg van Christus. Zo was het ook voor de allerheiligst Maagd Maria. Zij onderging het lijden van het hart, éen met het hart van de Zoon van God, doorboort van de liefde. Uit deze wond stroomt het licht van God en zo stroomt ook uit het lijden en de offers van de zelfopoffering die de gewijden uit liefde tot God en de naaste brengen hetzelfde licht, dat het Evangelie brengt bij de mensen. In deze viering wens ik speciaal jullie gewijden, dat jullie leven steeds de geur van deze Parresia Noot van de vertaler: Vrijmoedig de waarheid spreken zal dragen, opdat de Blijde Boodschap geleefd, getuigd en verkondigd wordt en als Woord van Waarheid straalt.

Amen.

Document

Naam: HET GEWIJDE LEVEN IS EEN BEDEVAART VAN DE GEEST
Tijdens de Heilige Mis op het feest van de Opdracht van de Heer in de tempel en de 17e Dag voor het Gwijde Leven, met leden van de Instituten van het Gewijde leven en de Sociëteiten van Apostolisch Leven
Soort: Paus Benedictus XVI - Homilie
Auteur: Paus Benedictus XVI
Datum: 2 februari 2013
Copyrights: © 2013, Libreria Editrice Vaticana / Stg. InterKerk
Vert.: drs. Willie Bierman; alineaverdeling en -nummering: redactie
Bewerkt: 14 juni 2020

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2025, Stg. InterKerk, Schiedam, test