
Paus Benedictus XVI - 26 januari 2013
In de context van het Jaar van het Geloof wil ik graag bepaalde aspecten van de relatie tussen geloof en huwelijk op bijzondere wijze overwegen, vaststellende dat de huidige geloofscrisis, die verschillende delen van de wereld treft, een crisis van de echtelijke samenleving tot gevolg heeft met alle lasten en lijden en onrust die deze veroorzaakt voor kinderen. We kunnen beginnen met het vaststellen van de gemeenschappelijk linguïstische wortels van het Latijnse fides (geloof) en foedus (verbond). Het laatste woord wordt gebruikt in het Wetboek
Codex Iuris Canonici
Codex van het Canonieke recht
(25 januari 1983) om de natuurlijke werkelijkheid aan te duiden van het huwelijk als het onherroepelijke verbond tussen een man en een vrouw. Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 1055. §1 Wederzijds vertrouwen is inderdaad de onmisbare basis voor ieder verbond of voor iedere overeenkomst.
Op theologisch niveau, is de relatie tussen geloof en huwelijk van nog grotere en diepgaandere betekenis. De band tussen echtgenoten, hoewel inderdaad al een natuurlijke werkelijkheid, is voor twee mensen die gedoopt zijn, door Christus verheven tot een sacrament. Voor erkenning van de sacramentaliteit van de onverbrekelijke band tussen man en vrouw is persoonlijke geloof van de echtgenoten niet noodzakelijk, maar het vereist ten minste de wil om te doen wat de Kerk doet. Maar al is het dan belangrijk om de intentie niet te verwarren met het persoonlijk geloof van de partijen in de overeenkomst, ze zijn ook niet van elkaar te scheiden. Zoals de Internationale Theologische Commissie in een document van 1977 opmerkte: “Waar niet een begin van geloof is (in de betekenis van geloven als de neiging om te geloven), of waar niet het minste verlangen naar genade of verlossing aanwezig is, daar ontstaat gerede twijfel of er wel sprake is van de hierboven genoemde algemene en oprechte sacramentele intentie en of het huwelijkscontract wel geldig is of niet.” Internationale Theologische Commissie, A. De tekst met de Internationale Theologische Commissie in forma specifica goedgekeurde thesen, De Katholieke leer over het Sacrament van het huwelijk (1 jan 1977), 13. 2.3 , in: Documenti 1969-2004, deel 13, Bologna 2006, p.145 De zalige Johannes Paulus II wees er in een toespraak voor de Rechtbank tien jaar geleden op dat “een houding van verloofden die geen rekening houden met de bovennatuurlijke dimensie van het huwelijk het alleen dan nietig kan doen zijn als het de geldigheid ondermijnt op het natuurlijke vlak waarop het sacramentele teken zelf plaats heeft.” H. Paus Johannes Paulus II, Toespraak, Bij de opening van het werkjaar 2003 van de Romeinse Rota (30 jan 2003), 8 Het is vooral in de huidige context noodzakelijk om over deze kwestie verder te reflecteren.