Paus Benedictus XVI - 7 januari 2013
Het Lucasevangelie vertelt dat de herders in de Kerstnacht de engelenkoren gehoord hebben die God loofden en de vrede voor de mensheid verkondigden. De evangelist haalt zo de nauwe betrekking tussen God en de vurige wens van mensen van alle tijden naar voren om de waarheid te kennen, de gerechtigheid te betrachten en in vrede te leven. Vgl. H. Paus Johannes XXIII, Encycliek, Vrede op aarde, Pacem in Terris (11 apr 1963) Vandaag de dag is men soms geneigd te denken dat waarheid, gerechtigheid en vrede utopieën zijn die zich wederzijds uitsluiten. Het lijkt onmogelijk om de waarheid te kennen en de inspanningen die proberen haar te bevestigen, schijnen vaak uit te monden in geweld. Anderzijds bestaat het zich engageren voor de vrede, volgens een inmiddels wijd verspreid misverstand, slechts in het zoeken naar compromissen die het samenleven van volkeren onderling of van burgers binnen een land moeten garanderen. Daarentegen bestaat er, vanuit christelijk perspectief, een nauwe verband tussen het verheerlijken van God en de vrede voor de mensen op aarde, omdat de vrede niet voortkomt uit alleen menselijke inspanningen, maar juist deelname is aan de liefde van God zelf. En het is nou juist de godvergetenheid en niet zijn verheerlijking, die geweld oproept. Als men namelijk ophoudt zich op een objectieve en transcendente waarheid te baseren, hoe is het dan mogelijk om te komen tot een echte dialoog? Hoe kan men in dat geval vermijden, dat geweld, openlijk of verborgen, tot laatste orde van de menselijke betrekkingen worden? Zonder een openheid voor het transcendente wordt de mens inderdaad een gemakkelijke buit voor het relativisme en dan valt het niet mee om juist te handelen en zich voor de vrede in te zetten.