Paus Benedictus XVI - 7 januari 2013
Excellenties !
Zeer geëerde dames en heren
Het is mij een genoegen, u, gewaardeerde leden van het bij de Heilige Stoel geaccrediteerde Corps Diplomatique, zoals bij het begin van ieder nieuw jaar te mogen ontvangen en voor u persoonlijk mijn groet en goede wensen uit te spreken.
Daarbij sluit ik graag die Naties in die u vertegenwoordigt en die ik van mijn voortdurende aandacht en gebed verzeker. Ik dank in het bijzonder de deken-ambassadeur Alejandro Valladares Lanza alsook de vice-deken-ambassadeur Jean-Claude Michel voor hun eerbiedige woorden, die zij in uw aller naam tot mij hebben gericht. In het bijzonder wil ik dan degenen begroeten, die voor de eerste keer deelnemen aan deze ontmoeting. Uw aanwezigheid is een belangrijk en gewaardeerd teken van de vruchtbare betrekkingen die de Katholieke Kerk op de hele wereld met de staatsautoriteiten onderhoudt. Het betreft daarbij een dialoog waarbij het totale welzijn van ieder mens ons ter harte gaat - geestelijk en materieel - en die er naar streeft overal zijn transcendente waardigheid te bevorderen. Zoals ik in mijn Paus Benedictus XVI - Toespraak
Ik geloof in één heilige, katholieke en apostolische Kerk
Tijdens de Vijfde Gewone Consistorie van dit pontificaat waaronder 6 nieuwe kardinalen werden gecreëerd - Sint Pietersbasiliek
(24 november 2012) zei: “de Kerk is vanaf haar aanvang kat’holon georganiseerd, ze omvat het gehele universum” en daarmee alle volkeren, culturen en tradities. Deze organisatie is niet te zien als inmenging in het leven van de verschillende samenlevingen, maar heeft juist als doel het zuivere geweten van haar burgers te verlichten en ze uit te nodigen om voor het welzijn van ieder mens en voor de vooruitgang van de mensheid te werken. In dit perspectief en om de vruchtbare samenwerking tussen Kerk en staat in dienst van het algemeen belang te bevorderen, werden in het voorbije jaar bilaterale verdragen tussen de Heilige Stoel en Burundi en ook Equatoriaal-Guinea ondertekend. Het verdrag met Montenegro werd geratificeerd. In diezelfde geest neemt de Heilige Stoel deel aan de werkzaamheden van verschillende internationale organisaties en instellingen. In dit verband ben ik blij dat in december jongstleden de aanvraag van een extra regionale waarnemer status werd aanvaard bij het Centraal-Amerikaans Integratiesysteem, ook op grond van de bijdrage die de Katholieke Kerk op verschillende terreinen van de samenleving in deze regio levert. Het bezoek van enige Staatshoofden en Regeringsleiders in de loop van het afgelopen jaar, zoals ook de onvergetelijke apostolische reizen naar Mexico en Cuba en ook naar Libanon waren gunstige gelegenheden om het staatsburgerlijke engagement van Christenen in deze landen te versterken alsook om de waardigheid van de mensen en de basisvoorwaarden voor de vrede te bevorderen.
Het Lucasevangelie vertelt dat de herders in de Kerstnacht de engelenkoren gehoord hebben die God loofden en de vrede voor de mensheid verkondigden. De evangelist haalt zo de nauwe betrekking tussen God en de vurige wens van mensen van alle tijden naar voren om de waarheid te kennen, de gerechtigheid te betrachten en in vrede te leven. Vgl. H. Paus Johannes XXIII, Encycliek, Vrede op aarde, Pacem in Terris (11 apr 1963) Vandaag de dag is men soms geneigd te denken dat waarheid, gerechtigheid en vrede utopieën zijn die zich wederzijds uitsluiten. Het lijkt onmogelijk om de waarheid te kennen en de inspanningen die proberen haar te bevestigen, schijnen vaak uit te monden in geweld. Anderzijds bestaat het zich engageren voor de vrede, volgens een inmiddels wijd verspreid misverstand, slechts in het zoeken naar compromissen die het samenleven van volkeren onderling of van burgers binnen een land moeten garanderen. Daarentegen bestaat er, vanuit christelijk perspectief, een nauwe verband tussen het verheerlijken van God en de vrede voor de mensen op aarde, omdat de vrede niet voortkomt uit alleen menselijke inspanningen, maar juist deelname is aan de liefde van God zelf. En het is nou juist de godvergetenheid en niet zijn verheerlijking, die geweld oproept. Als men namelijk ophoudt zich op een objectieve en transcendente waarheid te baseren, hoe is het dan mogelijk om te komen tot een echte dialoog? Hoe kan men in dat geval vermijden, dat geweld, openlijk of verborgen, tot laatste orde van de menselijke betrekkingen worden? Zonder een openheid voor het transcendente wordt de mens inderdaad een gemakkelijke buit voor het relativisme en dan valt het niet mee om juist te handelen en zich voor de vrede in te zetten.
Om die reden heb ik de jaarlijkse Paus Benedictus XVI - Boodschap
Zalig zij die vrede brengen
Wereld Vredesdag - 1 januari 2013
(8 december 2012) gegeven. De grote verantwoording om aan de vrede te werken rust vooral op de vertegenwoordigers van het openbare en politieke leven. Zij als eersten zijn ertoe geroepen de talrijke conflicten op te lossen, die aanhouden de mensheid met bloed te besmeuren, te beginnen bij de in het plan van God geprivilegieerde regio van het Midden-Oosten. Ik denk als eerste en met name aan Syrië dat onophoudelijk door massaslachtingen verscheurd wordt en toneel is van verschrikkelijk lijden onder de burgerbevolking. Ik hernieuw mijn oproep om de wapens neer te leggen, zodat zo snel als het kan de constructieve dialoog toonaangevend wordt om een einde te maken aan de conflicten, omdat het conflict toch nooit winnaars maar altijd uitsluitend verliezers kent en als het aanhoudt niets anders achterlaat dan een veld van ruïnes. Dames en heren ambassadeurs, ik vraag u om uw regeringen er toch vooral gevoelig voor te maken, dat ze dringend de onmisbare hulp bieden om ernstige humanitaire situaties het hoofd te bieden. En met grote zorg kijk ik dan naar het Heilige Land. Aansluitend bij de erkenning van de status als Waarnemend niet-lidstaat bij de Verenigde Naties voor Palestina spreek ik opnieuw de wens uit, dat met steun van de internationale gemeenschap, Israëliërs en Palestijnen zich zullen inzetten voor een vreedzaam samenleven in het kader van twee soevereine staten, waar het respecteren van de gerechtigheid en het legitieme streven van beide volkeren wordt gewaarborgd. Jeruzalem, wordt wat je naam betekent: Stad van Vrede, en niet van verdeeldheid; profetie van het Rijk van God en niet ambassade van instabiliteit en tweestrijd!
Mijn gedachten gaan verder uit naar de gewaardeerde bevolking van Irak. Ik wens van harte dat ze de weg kiest van verzoening om zo tot de zo vurig verlangde stabiliteit te komen.
Moge in Libanon, waar ik de onderscheiden groepen waaruit de samenleving bestaat jongstleden september heb leren kennen, de veelheid aan religieuze tradities door allen als een echte rijkdom voor het land en voor de gehele regio gekoesterd worden, en mogen de Christenen een invloedrijk getuigenis afgeven voor de opbouw van een toekomst in vrede met alle mensen van goede wil.
Met het oog op Afrika ten zuiden van de Sahara moedig ik de inspanningen aan, om aan de vrede te werken, in het bijzonder daar waar de wonden van de oorlog nog open zijn en waar de last van de humanitaire gevolgen groot zijn. Ik denk in het bijzonder aan de regio in de Hoorn van Afrika alsook aan het Oosten van de Democratische Republiek Congo, waar het geweld opnieuw is opgelaaid waardoor veel mensen gedwongen zijn om hun huizen, hun gezinnen en dagelijkse werkzaamheden te verlaten. Tegelijkertijd kan ik andere bedreigingen niet ongenoemd laten, die zich aan de horizon aftekenen. Op gezette tijden is Nigeria toneel van terroristische aanslagen, die veel slachtoffers maken - vooral onder Christenen, terwijl ze voor gebed bij elkaar zijn, alsof de haat de plaatsen van gebed en van vrede wil veranderen in even zo vele oorden van angst en verdeeldheid. Met grote droefheid heb ik vernomen, dat zelfs tijdens de dagen dat wij Kerstmis vieren, Christenen op barbaarse wijze om het leven zijn gebracht. Ook Mali wordt door geweld verteerd en door een diepe institutionele en maatschappelijke crisis bedreigd, die een efficiënte waakzaamheid van de kant van de internationale gemeenschap moet oproepen. Ik hoop dat in de Centraal Afrikaanse Republiek de voor de komende dagen aangekondigde onderhandelingen de stabiliteit zal herstellen en de bevolking zal sparen voor een nieuwe burgeroorlog.
Helaas bestaan er vooral in de Westerse wereld veel misverstanden over de betekenis van mensenrechten en de daarmee verbonden plichten. Rechten worden vaak verward met overdreven uitdrukkingsvormen van autonomie van de mens, die zeer zelfgericht is en niet meer open staat voor de ontmoeting met God en met de naaste en die zich opsluit in het zoeken naar bevrediging van vooral de eigen behoeften. In tegendeel, de verdediging van rechten moet de mens als een totale persoon en als gemeenschapswezen beschouwen, dan is ze authentiek.
Als we nu verder gaan met onze overwegingen, dan loont het om te benadrukken dat ook onderwijs een te verkiezen weg is naar de opbouw van vrede. Dit leert ons onder andere de huidige economische- en financiële crisis. Deze is ontstaan omdat winst te vaak ten koste van de arbeid verabsoluteerd werd en omdat men eerder ongeremd inging op de wegen van de financiële economie, in plaats van in te zetten op de wegen van de reële economie. Het is daarom noodzakelijk om de betekenis van werk en een haar passende beloning terug te vinden. Daarom is het nuttig, er toe op te voeden, te kunnen weerstaan aan verlokkingen van met name korte termijn belangen en zich veel meer te oriënteren op het algemeen welzijn. Anderzijds is het dringend noodzakelijk leidinggevenden op te leiden, die in de toekomst leiding moeten gaan geven aan de nationale en internationale instellingen. Vgl. Paus Benedictus XVI, Boodschap, Wereld Vredesdag - 1 januari 2013, Zalig zij die vrede brengen (8 dec 2012), 6 Ook de Europese Unie heeft behoefte aan gekwalificeerde vertegenwoordigers met een brede visie, die de moeilijke besluiten kunnen nemen die noodzakelijk zijn om de economie te saneren en om zorg te dragen voor een solide basis voor haar verdere ontwikkeling. Alléén kunnen sommige landen misschien sneller vooruit komen, maar gemeenschappelijk komen allen beslist nog verder! Als de differentiële index tussen de financiële belastingen aanleiding is tot zorg, dan moeten de toenemende verschillen tussen de weinigen die steeds rijker worden en de velen die hopeloos veel armer worden, wel helemaal ontzetting te weeg brengen. In één woord gaat het daarom, dat men geen genoegen neemt met een slechte spreiding van het sociale welzijn terwijl men tegelijkertijd zo vecht tegen spreiding in de financiële sector.
Investeren in de vorming en onderwijs in Afrika, Azië en Latijns-Amerika betekent te helpen de armoede en de ziektes te overwinnen alsook rechtvaardige rechtssystemen op te zetten die de waardigheid van de mens in acht nemen. Het staat vast dat goede economische modellen niet volstaan om gerechtigheid om te zetten in daden, zo zeer als ze ook noodzakelijk zijn. Gerechtigheid verwerkelijkt zich uitsluitend als er rechtvaardige mensen zijn. Werken aan vrede betekent daarom mensen opvoeden om corruptie, criminaliteit en het produceren van drugs en de handel daarin te bestrijden. En het betekent ook het vermijden van verdeeldheid en spanningen die de samenleving dreigen op te jagen en zo haar ontwikkeling en een vreedzaam samenleven belemmeren.
Aan het einde van de encycliek H. Paus Johannes XXIII - Encycliek
Pacem in Terris
Vrede op aarde
(11 april 1963), waarvan de vijftigste verjaardag dit jaar gevierd wordt, heeft mijn voorganger de zalige Johannes XXIII eraan herinnert, dat vrede slechts “een leeg woord” blijft, als het niet vervuld en voltooid wordt door de naastenliefde. Vgl. H. Paus Johannes XXIII, Encycliek, Vrede op aarde, Pacem in Terris (11 apr 1963), 167 Die naastenliefde staat ook centraal in de diplomatie van de Heilige Stoel en vooral in de zorg door de opvolger van Petrus en van de gehele Katholieke Kerk. Naastenliefde kan niet een gebrek aan gerechtigheid goed maken, maar aan de andere kant kan gerechtigheid ook niet de onthouden naastenliefde aanvullen. De Kerk beoefent dagelijks de naastenliefde in de zorg die ze biedt in ziekenhuizen en andere ziekenzorginstellingen, in haar vormingsinstellingen zoals weeshuizen, scholen, colleges en universiteiten, alsook door de zorg voor volkeren in nood, in het bijzonder tijdens en na afloop van conflicten. In de naam van de naastenliefde wil de Kerk ook nabij zijn bij al diegenen die te lijden hebben van natuurcatastrofes. Ik denk aan de slachtoffers van de overstromingen in Zuid-Oost-Azië en van de orkaan die de oostkust van de Verenigde Staten van Amerika heeft getroffen. Ik denk ook aan diegenen die geleden hebben onder de zware aardbeving die een aantal regio’s in Noord-Italië heeft verwoest. Zoals u weet heb ik deze gebieden persoonlijk bezocht en daar het vurige verlangen gezien om weer op te bouwen wat verwoest werd. Op dit moment in de geschiedenis van Italië zou ik wensen dat deze geest van uithoudingsvermogen en van gemeenschappelijk engagement de hele natie zou inspireren.