
H. Paus Johannes Paulus II - 17 maart 2000
Geestelijke oefening van het Jubel Jaar 2000 (12 - 18.III)
(voor mijn testament)
Op deze manier was ik op een bepaalde manier voorbereid op de opdracht die mij was gegeven op 16 oktober 1978. Wanneer ik deze woorden schrijf, is het Jubel Jaar 2000 al werkelijkheid geworden. In de nacht van 24 december 1999 werd symbolisch de deur van het Grote Jubileum van de St. Pietersbasiliek geopend, daarna die van de St. Jan van Lateranen, dan de Maria Maggiore - op Nieuw Jaar, en op 19 januari de Deur van de Basiliek van St. Paulus Buiten de Muren. Dit laatste gebeuren, door zijn oecumenische karakter, is op een speciale manier in mijn geheugen gegrift.
Op 13 mei 1981, de dag van de aanslag op de Paus gedurende de algemene audiëntie op het St. Pietersplein, heeft de Goddelijke Voorzienigheid mij op een wonderbaarlijke wijze gered van de dood. De Ene Weg is de Enige Heer van leven en dood en Hijzelf heeft op zekere wijze mijn leven bewaard, Hij gaf het mij terug. Vanaf dat moment behoort het Hem nog meer toe. Ik hoop dat Hij zal helpen in te zien tot welk punt ik deze dienst zal vervullen, waartoe ik geroepen werd op 16 oktober 1978. Ik vraag Hem mij terug te roepen wanneer Hij dat wenst. "In leven en in dood behoren wij de Heer toe... Wij zijn van de Heer" Vgl. Rom. 14, 8 . Ik hoop ook dat, zolang ik geroepen ben om de Petrinische dienst in de Kerk te vervullen, de Barmhartigheid van God mij de nodige sterkte zal geven voor deze dienst.
"In medio Ecclesiae"....vanaf de eerste jaren van mijn dienst als Bisschop - juist dankzij het Concilie - was ik in staat de broederlijke gemeenschap met het episcopaat te ervaren. Als priester van het aartsbisdom Krakau ervoer ik de broederlijke gemeenschap onder de priesters - en het Concilie voegde nieuwe dimensies toe aan deze ervaring.
Gedurende de meer dan 20 jaar dat ik de Petrinische dienst vervul "in medio Ecclesiae" heb ik de goedwillendheid en zelfs meer vruchtbare medewerking ervaren van zovele Kardinalen, Aartsbisschoppen en Bisschoppen, zo vele priesters, zovele godgewijde mensen - broeders en zusters - en, tenslotte, zeer vele, ontzettend vele leken, binnen de Curie, in het vicariaat van het Bisdom Rome, als wel buiten deze milieus.
Hoe kan ik niet omarmen, met dankbare herinnering, alle Bisschoppen van de wereld die ik ontmoet heb bij de "ad limina Apostolorum" bezoeken! Hoe zou ik kunnen vergeten de zovele niet-Katholieke christelijke broeders! En de Rabbi van Rome en zovele andere vertegenwoordigers van niet-christelijke religies! En hoevele vertegenwoordigers van de wereld van de kunst, wetenschap, politiek, en van de sociale communicatiemiddelen!
Tot iedereen wil ik maar een ding zeggen: "Moge de Heer het u vergelden.
"In manus tuas, Domine, commendo spiritum meum. -"In Uw handen, Heer, beveel ik mijn geest."
A.D.
17.III.2000