JAAR VAN HET GELOOF - DE FASES VAN DE OPENBARING9e catechese in de reeks n.a.v. het Jaar van het Geloof - Aula Paulus VI
(Soort document: Paus Benedictus XVI - Audiëntie)
Paus Benedictus XVI -
12 december 2012
De
Catechismus-Compendium
Catechismus van de Katholieke Kerk
(15 augustus 1997) vat de fases samen van de Goddelijke openbaring en toont de ontwikkeling ervan beknopt aan
Vgl. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 54-64: God heeft de mens van in het begin uitgenodigd tot vertrouwelijke gemeenschap met Hem en zelfs wanneer de mens door eigen ongehoorzaamheid, Zijn vriendschap verloor, heeft God hem niet overgeleverd aan de macht van de dood, maar bood Hij meermaals Zijn verbond aan.
Vgl. H. Paus Leo I de Grote, Over de Menswording van het Woord van God - Aan Keiser Leo, Promisse me memini - Tomus II Leonis (17 aug 458). 4e eucharistisch gebed De
Catechismus-Compendium
Catechismus van de Katholieke Kerk
(15 augustus 1997) overloopt Gods weg met de mens, vanaf het verbond met Noach na de zondvloed tot de roeping van Abraham om zijn grond te verlaten om van hem de vader te maken van vele volken. God vormt Israël, Zijn volk, door de uittocht, het verbond op de Sinaï en het geven van de Wet door bemiddeling van Mozes, om erkend en gediend te worden als de enige levende en ware God. Met de profeten leidt God Zijn volk in de hoop op heil. Door Jesaja kennen wij de “tweede uittocht”, de terugkeer uit de Babylonische ballingschap naar de eigen grond, de nieuwe stichting van het volk; maar tegelijk blijven velen in de verstrooiing en zo begint de universaliteit van dit geloof. Op het einde verwacht men niet alleen meer een koning, David, een zoon van David, maar een “mensenzoon”, het heil van alle volken. Culturen ontmoeten elkaar, eerst Babylonië en Syrië, dan de Griekse menigte. Wij zien dus hoe Gods weg breder wordt, steeds meer open staat voor het mysterie van Christus, de koning van het heelal. In Christus realiseert zich de openbaring uiteindelijk in haar volheid, het plan van Gods welbehagen: Hij heeft zich tot één van de onzen gemaakt.