
Paus Benedictus XVI - 28 november 2012
Dierbare broeders en zusters,
De centrale vraag die wij ons vandaag stellen is deze: hoe God in onze tijd ter sprake brengen? Hoe het Evangelie meedelen om te weg vrij te maken voor de heilzame waarheid, in harten die dikwijls gesloten zijn en in geesten die dikwijls verstrooid zijn door de zo vele schitteringen van onze samenleving. De evangelisten zeggen ons dat Jezus zelf zich deze vraag gesteld heeft toen Hij het Rijk Gods verkondigde: “Welke vergelijking kunnen we vinden voor het Rijk Gods en in welke gelijkenis zullen we het voorstellen?” (Mc. 4, 30). Hoe God vandaag ter sprake brengen? Het eerste antwoord is dat wij over God kunnen spreken omdat Hij met ons gesproken heeft. De eerste voorwaarde om over God te spreken is dus luisteren naar wat Hij over zichzelf gezegd heeft. God heeft met ons gesproken! God is dus geen verre hypothese over het ontstaan van de wereld; Hij is geen wiskundige intelligentie ver weg van ons. God stelt belang in ons, Hij bemint ons, Hij is persoonlijk in de realiteit van onze geschiedenis binnengekomen, Hij heeft zichzelf meegedeeld tot in de menswording toe. God is dus een werkelijkheid van ons leven, Hij is zo groot dat Hij zelfs tijd voor ons heeft, zich met ons bezighoudt. In Jezus van Nazareth ontmoeten wij Gods gelaat, die uit de hemel is neergedaald om zich in de mensenwereld onder te dompelen en ons de levenskunst aan te leren, de weg naar geluk; om ons van zonde te bevrijden en tot kinderen van God te maken Vgl. Ef. 1, 5 Vgl. Rom. 8, 14 . Jezus is gekomen om ons te verlossen en de goede weg van het Evangelie te tonen.
Over God spreken, betekent vooreerst, goed voor de geest hebben wat we aan de mannen en vrouwen van onze tijd moeten brengen: geen abstracte God, geen hypothese, maar een concrete God, een God die bestaat, die de geschiedenis is binnengekomen en aanwezig is, de God van Jezus Christus, als antwoord op de fundamentele vraag: waarom leven en hoe? Spreken over God vraagt daarom vertrouwd te zijn met Jezus en Zijn Evangelie, het veronderstelt persoonlijke en reële kennis van God en grote geestdrift voor Zijn heilsplan, zonder toe te geven aan de bekoring van succes, maar de methode volgend van God zelf. De methode van God is die van de nederigheid: God heeft zich tot één van de onzen gemaakt; het is de methode die zich in de menswording verwezenlijkt heeft, in het eenvoudige huis van Nazareth en in de grot van Bethlehem, de methode van het mosterdzaadje. Men moet de nederigheid van de kleine stapjes niet vrezen en vertrouwen hebben in het gist dat het deeg doordringt en het op een geheimvolle manier doet rijzen Vgl. Mt. 13, 33
. Om God in de evangelisatie onder de leiding van de Heilige Geest ter sprake te brengen, is het nodig de eenvoud te hervinden, terug te komen tot de essentie van de verkondiging: de Blijde Boodschap van een God die reëel en concreet is, een God die belang stelt in ons, een God die Liefde is en ons in Jezus Christus nabij komt tot op het kruis en die ons in de verrijzenis hoop geeft en ons opent voor een leven zonder einde, het eeuwige leven. De uitzonderlijke specialist in het communiceren, die de heilige Paulus was, geeft ons met grote eenvoud, een les die rechtstreeks naar de kern van het geloof gaat. Hij schrijft in zijn eerste brief aan de Korintiërs: “En wat mijzelf betreft, broeders, toen ik u het getuigenis van God kwam verkondigen, deed ik dat niet met vertoon van welsprekendheid of geleerdheid. Ik had mij voorgenomen u geen enkele wetenschap te brengen dan die van Jezus Christus en zijn kruis” (1 Kor. 2, 1-2). Bijgevolg, de eerste werkelijkheid is dat Paulus niet over een filosofie spreekt die hij wil ontwikkelen, niet over ideeën die hij ergens gevonden heeft of uitgevonden, maar over een werkelijkheid in zijn leven, over God die in zijn leven gekomen is, een reële en levende God die met hem gesproken heeft en die met ons zal spreken; hij spreekt over de gekruisigde en verrezen Christus. De tweede werkelijkheid is dat Paulus zichzelf niet zoekt, hij zoekt geen kring van bewonderaars rond zich en wil evenmin de geschiedenis ingaan als hoofd van een hoogstaande school in kennis, hij zoekt zichzelf niet. Paulus verkondigt Christus en wil mensen winnen voor de ware en werkelijke God. Hij spreekt alleen vanuit het verlangen te spreken over Degene die in zijn leven gekomen is en die het ware leven is, die Hem op de weg naar Damascus veroverd heeft. Over God spreken wil dus zeggen, plaats maken voor Degene die Hem ons laat kennen, die voor ons Zijn gelaat van liefde openbaart; dat betekent zichzelf onteigenen en zich aan Christus aanbieden, ervan bewust dat niet wij de anderen voor God kunnen winnen, maar dat wij hen van God zelf moeten verwachten, Hem aanroepen opdat Hij ze ons geeft. Over God spreken komt altijd voort uit luisteren, uit onze kennis van God die voortkomt uit vertrouwelijkheid met Hem, in een leven van gebed en volgens Zijn Catechismus-Compendium
Tien Geboden
().
God ter sprake brengen wil dus zeggen door woord en leven laten begrijpen dat God geen concurrent is van ons leven, doch eerder Degene die er borg voor staat, Degene die borg staat voor de grootheid van de mens. Zo komen wij terug bij het begin: over God spreken is meedelen, krachtig en eenvoudig, door woord en leven, wat essentieel is: de God van Jezus Christus, de God die ons zo een grote liefde getoond heeft dat Hij voor ons mens werd, stierf en verrees; deze God die vraagt Hem te volgen en ons door Zijn immense liefde te laten omvormen om ons leven en onze relaties te vernieuwen; deze God die ons de Kerk gegeven heeft, opdat wij samen op weg zouden gaan met Zijn woord en sacramenten, om de Stad der mensen te vernieuwen, zodat zij Gods Stad zou worden.