H. Paus Johannes Paulus II - 13 maart 2005
Iedere keer dat wij de Eucharistie vieren, wordt de gedachtenis van Christus in zijn paasmysterie tot verlangen naar de volle en definitieve ontmoeting met Hem. Wij leven in de verwachting van Zijn komst! In de priesterlijke spiritualiteit moet deze spanning in de vorm van pastorale liefde worden beleefd, die ons noopt om temidden van het volk van God te leven, om zijn weg de juiste oriëntering te geven en de hoop te voeden. Deze taak vraagt van priesters de innerlijke houding van de apostel Paulus: "Vergetend wat achter mij ligt, mij uitstrekkend naar wat voor me ligt, storm ik af op het doel..." (Fil. 3, 13-14). De priester is iemand, die ondanks het voortschrijden der jaren jeugdigheid blijft uitstralen, waarmee hij de mensen op zijn weg in dezelfde mate 'aansteekt'. Het geheim ligt in de 'hartstocht' die hij voor Christus ervaart. De heilige Paulus zei: "Want voor mij is leven Christus" (Fil. 1, 21).
Vooral met de nieuwe evangelisatie hebben mensen het recht zich tot priesters te wenden in de hoop in hen Christus te kunnen 'zien'. Vgl. Joh. 12, 21 Vooral jongeren voelen er behoefte aan dat Christus hen altijd weer bij zich roept, om hen tot Zijn vrienden te maken en enkelen de volledige overgave omwille van het Koninkrijk voor te stellen. Aan roepingen zal het zeker niet ontbreken als de kwaliteit van ons priesterlijke leven stijgt, als wij heiligen zijn met blij enthousiasme bij de uitoefening van ons ambt. Een priester die 'gegrepen' is door Christus Vgl. Fil. 3, 12 zal anderen gemakkelijker voor het besluit 'winnen' om aan hetzelfde avontuur deel te nemen.