Paus Benedictus XVI - 11 oktober 2012
Als de Kerk vandaag een nieuw Jaar van het Geloof aanbiedt en een nieuwe evangelisatie, is het niet om een verjaardag te vieren, maar omdat we het nodig hebben, meer nog dan 50 jaar geleden! En het antwoord op die nood, is het antwoord dat de Pausen en Concilievaders wilden en dat in deze documenten bevat ligt. Het initiatief om een Pauselijke Raad ter Bevordering van de Nieuwe Evangelisatie in het leven te roepen, die ik dank voor de inspanningen voor het Jaar van het Geloof, past in dit perspectief. De laatste decennia heeft een voortschrijdende spirituele “verzanding” gekend. Wat ten tijde van het Concilie een leven, een wereld zonder God kon betekenen, kon men reeds gewaarworden op sommige tragische bladzijden van de geschiedenis, maar vandaag zien we dat helaas alle dagen rondom ons. De leegte heeft zich verspreid. Maar juist vanuit de ervaring van deze woestijn, deze leegte, kunnen wij opnieuw de vreugde ontdekken van te geloven, het vitaal belang ervan voor ons, mannen en vrouwen. In de woestijn ontdekt men opnieuw de waarde van wat essentieel is om te leven; in de huidige wereld zijn er talloze tekens van de dorst naar God, van de uiteindelijke zin van het leven, al worden ze dikwijls impliciet of negatief uitgedrukt. En in de woestijn zijn vooral mensen van geloof nodig die door het voorbeeld van hun leven de weg tonen naar het beloofde Land en zo de hoop levend houden. Een beleefd geloof opent het hart voor Gods genade, die van pessimisme bevrijdt. Vandaag meer dan ooit, betekent evangeliseren getuigen van een nieuw leven, door God getransformeerd, en zo de weg wijzen. De eerste lezing sprak ons over de wijsheid van de reiziger Vgl. Eccl. 34, 9-13
: de reis is een beeld van het leven en de wijze reiziger is degene die de kunst van het leven heeft geleerd en in staat is het met zijn broeders te delen – zoals dit gebeurt bij pelgrims op weg naar Santiago de Compostella of op andere wegen die recent, en niet toevallig, meer begaan worden. Hoe komt het dat zoveel mensen de behoefte hebben deze wegen te gaan? Zou het niet zijn omdat zij daar iets vinden of tenminste gewaar worden van de zin van ons in de wereld zijn? Wij kunnen ons dit Jaar van het Geloof op deze wijze indenken: een pelgrimstocht in de woestijnen van de hedendaagse wereld, waarbij wij alleen het essentiële moeten meenemen: geen stok, geen reiszak, geen brood, geen geld en geen twee bovenkleren – zoals de Heer tot Zijn apostelen zegt wanneer Hij hen uitzendt – maar wel het Evangelie en het geloof van de Kerk waarvan de documenten van het Tweede Vaticaans Concilie de heldere verwoording zijn, en ook de Catechismus-Compendium
Catechismus van de Katholieke Kerk
(15 augustus 1997), die nu twintig jaar geleden gepubliceerd werd.