
H. Paus Johannes Paulus II - 31 maart 1985
Sta me toe dat ik dit gedeelte van mijn beschouwingen afsluit met een herinnering aan de woorden waarmee het Evangelie spreekt over de jeugdjaren van Jezus van Nazareth. Deze woorden zijn kort, ook al beslaan ze de periode van dertig jaren die Hij doorbracht in het ouderlijk huis, met Maria en Jozef de timmerman. De evangelist Lucas schrijft: "En Jezus nam toe in wijsheid en kracht en welgevalligheid bij God en de mensen." (Lc. 2, 52)
. Jeugd is dus 'groei'. In het licht van alles wat tot nu toe gezegd is over dit thema, is deze passage uit het Evangelie het meest treffend omdat het alles zo kernachtig samenvat en beschrijft. Groei "in kracht" verwijst naar een individuele natuurlijke relatie met de tijd: deze groei is als het ware een hogere trede op de ladder van iemands leven. Het is de tijd waarin de psychofysieke ontwikkeling tot stand komt: de groei van alle energie, waardoor de normale menselijke individualiteit gestalte krijgt. Maar dit proces moet samengaan met 'groei' in wijsheid en welgevallen.
Jullie allemaal, beste jonge vrienden, wens ik juist deze 'groei' toe. Men zou kunnen zeggen dat jeugd pas jeugd is, wanneer juist die groei aanwezig is. Daardoor krijgt jeugd haar eigen onherhaalbare kenmerk. Op die wijze wordt de jeugd aan ieder van jullie gegeven, zoals je dat persoonlijk en tegelijkertijd gemeenschappelijk ervaart als een bijzondere waarde. Op dezelfde wijze krijgt de jeugd een duidelijke betekenis in de ervaring van volwassenen die hun jeugd al achter zich hebben en die van de 'opwaartse' groei nu in een 'neerwaartse' beweging terecht komen, waarin ze zich een algeheel patroon voor het leven vormen.
De jeugd moet een 'groeiproces' zijn, dat met zich meebrengt de geleidelijke toename van alles wat waar is, goed en mooi: zelfs wanneer deze groei 'van buitenaf' in verbinding komt met lijden, het verlies van dierbaren, en de hele ervaring van het kwaad dat zich voortdurend laat voelen in de wereld waarin we leven.
Jeugd moet 'groei' zijn. Hiertoe is contact met de zichtbare wereld. met de natuur van enorm belang. Deze relatie met de zichtbare wereld in iemands jeugd verrijkt hem op een wijze die anders is dan de kennis van de wereld zoals die 'uit de boeken geleerd wordt'. Het verrijkt ons op een directe wijze. Door het contact met de natuur, zo zouden we kunnen zeggen, nemen we in ons eigen menselijke bestaan het mysterie van de schepping zelf in ons op, dat zich aan ons openbaart via de onzegbare rijkdom en variëteit van zichtbare dingen, en dat ons tevens altijd wijst op datgene wat verborgen en onzichtbaar is. Wijsheid - zowel vanuit de geïnspireerde boeken Vgl. Ps. 104, 9 Vgl. Wijsh. 13, 1-9 Vgl. Wijsh. 7, 15-20 als vanuit het getuigenis van vele briljante geesten - lijken op verschillende manieren de doorzichtigheid van de wereld te onthullen. Het is goed voor mensen om dit prachtige boek te lezen - het 'boek van de natuur' dat voor ieder van ons opengeslagen ligt. Wat het verstand en het hart van jongeren in zich opnemen vanuit dit boek lijkt in volkomen harmonie te zijn met de aansporing tot wijsheid: "Doe wijsheid op, doe inzicht op ... verlaat de wijsheid niet en zij zal u bewaren: heb haar liefen zij zal u behoeden." (Spr. 4, 5, v)
De mens van vandaag, vooral in de wereld van hoogontwikkelde technische en industriële cultuur, is op grote schaal een natuurvorser geworden, waarbij hij de natuur vaak bedreigt door alleen het nut ervan te zoeken, aldus veel van haar schatten en pracht vernietigend en het natuurlijke milieu van het aardse bestaan vervuilend. Maar de natuur is ons ook gegeven om bewonderd en aandachtig beschouwd te worden als een grote spiegel van de wereld. Zij weerspiegelt het Verbond van de Schepper met Zijn schepping, waarvan het centrum vanaf het begin de mens is, die rechtstreeks geschapen werd "naar het beeld" van de Schepper.
En daarom hoop ik voor jullie, jonge mensen, dat jullie "toenemen in wijsheid en kracht" tot stand zal komen via het contact met de natuur. Maak er tijd voor! Loop er niet aan voorbij! Aanvaard ook de vermoeidheid en de inspanningen. die dat contact soms teweeg brengt, vooral wanneer we daarbij een of ander veeleisend doel willen bereiken. Zo'n vermoeidheid is creatief. en vormt een element van gezonde ontspanning, welke even noodzakelijk is als studie en werk.
Deze vermoeidheid en inspanningen hebben een eigen plaats in de Bijbel, vooral bij Sint Paulus, die het hele christelijke leven vergelijkt met een wedloop in het stadion. Vgl. 1 Kor. 9, 24-27
leder van jullie heeft deze vermoeidheid en inspanningen nodig, die niet alleen het lichaam harden, maar ook de hele persoon de vreugde laat ervaren van zelfoverwinning en van overwinning van obstakels en hindernissen. Dit is zonder twijfel een van de elementen van 'groei' die zo karakteristiek is voor de jeugd.
Eveneens hoop ik dat deze 'groei' tot stand zal komen via het contact met de verworvenheden van de mensheid, en nog meer via het contact met levende personen. Hoe uitgebreid is hun rijkdom en verscheidenheid! De jeugd schijnt bijzonder fijngevoelig te zijn voor de waarheid, de goedheid en de schoonheid die in de werken van de mensheid liggen vervat. Via het contact met mensen uit zoveel verschillende culturen, met zo vele soorten kunsten en wetenschappen, leren we de waarheid kennen over de mens (die ook zo welsprekend tot uitdrukking is gebracht in Psalm 8). de waarheid die het mens-zijn van ieder van ons kan opbouwen en verrijken.
We kunnen echter de menselijke persoon heel speciaal bestuderen via het contact met anderen. Omdat je jong bent kun je juist via dit contact "toenemen in wijsheid". Want de jeugd is een periode voor nieuwe contacten, nieuwe ontmoetingen en vriendschappen, in een kring die groter is dan alleen het gezin. Voor onze ogen ontvouwt zich het uitgebreide terrein van ervaringen, die niet alleen voor het opdoen van kennis belangrijk zijn maar ook ten opzichte van geestelijke ontwikkeling en ethiek. Deze ervaringen van je jeugd zullen nuttig zijn voor de aldus verkregen ruime mogelijkheden tot het kritisch kunnen oordelen en vooral tot een onderscheidingsvermogen inzake menselijke aangelegenheden. Jullie ervaringen in de jeugd zullen gezegend zijn, want je zult er geleidelijk die essentiële waarheid over de mens uit leren kennen - over ieder menselijk wezen en over jezelf - de waarheid die aldus is samengevat in de beroemde passage van de pastorale constitutie "2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Gaudium et Spes
Over de Kerk in de wereld van deze tijd
(7 december 1965)": "De mens is het enige schepsel op aarde dat om zichzelf door God gewild is, en zichzelf alleen volledig kan vinden in de oprechte gave van zichzelf" 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 24
Op deze wijze leren we daarom andere mensen kennen om daardoor meer mens te worden via onze mogelijkheid tot 'zelf-gave': om man en vrouw te worden 'voor anderen'. Deze waarheid over de mens - deze antropologie - vindt zijn onvergelijkelijke hoogtepunt in Jezus van Nazareth. Vandaar de grote betekenis van Zijn jeugdjaren, toen Hij "toenam in wijsheid ... en welgevalligheid bij God en de mensen".
Mijn wens voor jullie is ook een zodanige 'groei' via het contact met God. Want hiertoe kan het contact met de natuur en met andere mensen wel indirect helpen, maar het speciale en rechtstreekse hulpmiddel hiertoe is het gebed. Bid en leer bidden! Open jullie harten en jullie geweten voor degene die je beter kent dan jij jezelf kent. Praat met Hem! Verdiep je kennis van het woord van de levende God door het lezen en overwegen van de Schrift. Dit zijn de methoden en middelen om dicht bij God te komen en met Hem in contact te raken. Onthoud dat het een relatie is die van twee kanten komt. God antwoordt ook met de meest vrije gave van Hemzelf. een gave die in Bijbelse taal 'genade' genoemd wordt. Streef ernaar te leven vanuit Gods genadegave!
Tot zover iets over het thema 'groei', waarover ik heb geschreven om alleen de hoofdlijnen ervan aan te geven. Ieder aspect zou veel verder kunnen worden uitgewerkt. Ik hoop dat dat ook gebeurt in jeugdbijeenkomsten en groepen in jeugdbewegingen en organisaties, die steeds talrijker worden in de verschillende landen en continenten, en die ieder op hun geëigende wijze bepaalde methoden gebruiken voor hun spiritueel werk en apostolaat.
De bedoeling van deze groepen is om met de hulp van de zielzorgers van de Kerk jonge mensen de weg te laten zien van die 'groei', die in zekere zin de evangelische definitie is van het begrip jeugd.