
Paus Benedictus XVI - 14 september 2012
Vraag: Heilige Vader, wij gedenken deze dagen schrikwekkende verjaardagen, zoals 11 september en het bloedbad in de vluchtelingenkampen van Sabra en Chatila. Aan de Libanese grens woedt een bloedige burgeroorlog en de dreiging van geweld is ook in andere landen nooit veraf. Met welke gevoelens onderneemt u deze reis? Heeft men de mogelijkheid onder ogen genomen of heeft iemand u gesuggereerd de reis om veiligheidsredenen te annuleren?
Benedictis XVI: Het verheugt mij zeer bij deze gelegenheid met u te kunnen spreken. Niemand heeft me ooit aangeraden deze reis te annuleren en ik heb er nooit aan gedacht, omdat ik weet dat de situatie ingewikkelder wordt en het daarom nog noodzakelijker is een teken te geven van bemoediging en broederlijke solidariteit. Bijgevolg is het doel van mijn reis een uitnodiging tot dialoog en vrede, een afwijzing van geweld, een uitnodiging om samen voorwaarts te gaan om oplossingen voor het probleem te vinden. Mijn gevoelens zijn vooreerst gevoelens van dankbaarheid om dit grote land op dit moment te kunnen bezoeken, dat zoals Johannes Paulus II het verwoordde, een boodschap is van ontmoeting voor de drie godsdiensten van dit gebied. Ik dank de Heer die mij deze mogelijkheid gegeven heeft, ook alle instellingen en personen die hieraan meegewerkt hebben en het nog doen. En ik dank allen die mij met gebed begeleiden, ter bescherming. Het verheugt mij en ik ben zeker dat wij een ware dienst kunnen brengen aan de vrede en de mensen hier.
Vraag: Veel Katholieken zeggen ongerust te zijn over het toenemende fundamentalisme in de verschillende delen van de wereld en over de aanvallen op Christenen in vele plaatsen ter wereld. Hoe kan de Kerk in deze moeilijke en dikwijls bloedige context een antwoord bieden op de absoluut noodzakelijke dialoog met de islam, waarop u steeds heeft aangedrongen?
Benedictus XVI: Fundamentalisme is altijd een verdraaiing van de godsdienst en gaat in tegen de zin ervan; godsdienst is in tegendeel een uitnodiging om Gods vrede over de hele wereld te verspreiden. Het engagement van de Kerk en de godsdiensten is bijgevolg deze verleiding uit te zuiveren, inzicht te geven aan de gewetens en aan iedereen een duidelijk beeld van God. Wij moeten ons allen wederzijds respecteren. Ieder van ons is een beeld van God en wij moeten elkaar onderling respecteren. De fundamentele boodschap van de godsdienst moet ingaan tegen geweld dat, zoals het fundamentalisme, een verdraaiing is; die boodschap moet opvoeden, verduidelijken en het geweten zuiveren om dialoog, verzoening en vrede te bevorderen.
Vraag: In het kader van het verlangen naar democratie dat, bekend als de Arabische Lente, over vele landen van het Midden-Oosten waait en rekening houdend met de sociale omstandigheden in de meerderheid van deze landen waar Christenen een minderheid vormen - bestaat niet het gevaar voor onvermijdelijke spanningen tussen de heersende meerderheid en de overleving van het Christendom?
Benedictus XVI: Op zich is de Arabische Lente een positieve zaak, een verlangen naar meer democratie, meer vrijheid, meer samenwerking en een nieuwe Arabische identiteit. Als ze komt van een jonge bevolking die cultureel en professioneel meer gevormd is, van jongeren die meer deelname willen aan het politieke en sociale leven, is deze vrijheidskreet een positieve vooruitgang die ook door de Christenen goed onthaald werd. Met de geschiedenis van de revoluties voor ogen, weten wij natuurlijk dat deze vitale en positieve schreeuw om vrijheid het gevaar loopt een aspect te doen vergeten - een fundamentele dimensie van de vrijheid - namelijk verdraagzaamheid voor de andere. Het is een feit dat menselijke vrijheid altijd gedeelde vrijheid is, die slechts kan groeien door delen, solidariteit en vreedzaam samenleven met bepaalde regels. Het is altijd een risico en dat is ook hier het geval. Wij moeten alles doen opdat het begrip vrijheid, het verlangen naar vrijheid, zou evolueren naar ware vrijheid zou en opdat verdraagzaamheid en verzoening als essentiële elementen van vrijheid niet zouden vergeten worden. Zo heeft ook de Arabische Lente in deze eeuwenoude geschiedenis vernieuwing nodig. Christenen en moslims hebben deze grond samen bebouwd en moeten samen leven. Ik denk dat het ook belangrijk is de positieve elementen van deze bewegingen te zien en al het mogelijke te doen opdat vrijheid juist zou begrepen worden en samengaat met een ruimere dialoog en niet met de overheersing van de ene door de andere.
Vraag: Heilige Vader, vele Christenen voelden zich reeds enige tijd, zowel in Syrië als Irak, gedwongen hun land met bedrukt hart te verlaten. Wat wil de Katholieke Kerk doen of zeggen om de vlucht van Christenen uit Syrië en andere landen in het Midden-Oosten in te dijken?
Benedictus XVI: Vooreerst moet ik zeggen dat niet alleen Christenen vertrekken maar ook moslims. Het gevaar is groot dat Christenen deze grond verlaten en er niet meer te vinden zijn. We moeten alle mogelijke hulp bieden opdat zij zouden blijven. De meest fundamentele hulp is de beëindiging van oorlog en geweld, de oorzaken van deze uittocht. Bijgevolg moeten wij alles doen wat we kunnen om aan het geweld een einde te stellen en de mogelijkheid om in de toekomst samen te leven, bemoedigen. Wat kunnen wij tegen de oorlog doen? Wij kunnen zeker altijd een vredesboodschap verspreiden, nadruk leggen op het feit dat geweld nooit de problemen oplost en de inspanningen voor de vrede vergroten. Het werk van journalisten is belangrijk omdat kunnen tonen dat geweld eerder vernielt dan opbouwt, dat geweld voor niemand van nut is. Misschien tonen christelijke gebaren, de gebedsdagen voor het Midden-Oosten, voor Christenen en moslims, de mogelijkheden tot dialoog en oplossingen. Ik denk ook dat de wapeninvoer moet stoppen: zonder wapens zou de oorlog niet kunnen voortduren. In plaats van wapens in te voeren, wat een zware zonde is, zouden we ideeën, vrede en creativiteit moeten importeren. Wij zouden de anderen in hun verscheidenheid moeten aanvaarden en het onderling respect tussen de godsdiensten zichtbaar maken, respect voor de mens evenals voor Gods schepping en liefde voor de naaste als fundamenteel element van alle godsdiensten. Wij moeten alle mogelijke acties bevorderen, ook materiële, om het einde van oorlog en geweld te bevorderen zodat alles kan bijdragen tot de heropbouw van het land.
Vraag: Heilige Vader, u brengt een Paus Benedictus XVI - Postsynodale Apostolische Exhortatie
Ecclesia in Medio Oriente
De Kerk in het Midden-Oosten - Naar aanleiding van de Bisschoppensynode over het Midden-Oosten
(14 september 2012) mee die gericht is tot alle Christenen in het Midden-Oosten. Vandaag is het een lijdende bevolking. Ziet u naast gebed en uitingen van solidariteit, concrete maatregelen die de Kerk en de Katholieken in het Westen, vooral in Europa en Amerika, kunnen nemen om hun broeders in het Midden-Oosten te steunen?
Benedictus XVI: Wij moeten invloed uitoefenen op de publieke opinie. Wij moeten bij politici aandringen dat zij dit probleem met al hun krachten aanpakken en daarbij alle mogelijke middelen gebruiken om zich creatief in te zetten voor vrede en tegen geweld. Wij moeten daar allemaal toe bijdragen. In zekere zin gaat het van onze kant noodzakelijk om voorkomen, opvoeden en zuiveren. Onze liefdadigheidsorganisaties zouden elkaar moeten aanvullen om ook materieel te helpen. Wij hebben organisaties zoals de Ridders van het Heilig Graf, alleen in het Heilig Land, maar gelijkaardige organisaties zouden in die landen materiële, politieke en humane hulp kunnen bieden. Ik zou nogmaals zichtbare tekens van solidariteit willen vernoemen, publieke gebedsdagen kunnen impact hebben op de publieke opinie en reële resultaten opleveren. Wij zijn overtuigd dat gebed effect heeft als het met veel vertrouwen en geloof gebeurt.