
Paus Benedictus XVI - 12 september 2012
Dierbare broeders en zusters,
Paus Benedictus XVI - Audiëntie
Het gebed in het eerste deel van het boek Openbaringen (Openb. 1, 4-3, 22)
Aula Paulus VI - Vaticaanstad
(5 september 2012); vandaag gaan we over naar het tweede deel van het boek en terwijl het gebed in het eerste deel gericht is op het innerlijk van het kerkelijk leven, richt de aandacht zich in het tweede deel tot de hele wereld; de Kerk gaat haar weg namelijk in de geschiedenis, zij maakt er volgens Gods plan deel van uit. Als we Johannes’ boodschap, die de lezer presenteert, beluisteren, ontdekken de toehoorders hun plicht om als “priesters van God en van Christus” (Openb. 20, 6) Vgl. Openb. 1, 5
Vgl. Openb. 5, 10
mee te werken aan de ontwikkeling van het Rijk Gods en stellen zij zich voor de wereld der mensen open. En we zien hier twee levenswijzen naar boven komen die onderling dialectisch in verhouding staan: wij zouden de eerste het “systeem van Christus” kunnen noemen en de toehoorders zijn blij daar bij te horen, en de tweede het “aardse systeem dat tegen het Koninkrijk en het verbond is, en actief is onder invloed van de Boze” die door de mensen te misleiden, een wereld wil tot stand brengen die tegengesteld is aan de wereld die Christus en God willen Vgl. Pauselijke Bijbelcommissie, Bijbelse wortels van het christelijk handelen., Bijbel en moraal (11 mei 2008), 70. De toehoorders moeten de geschiedenis waaraan zij deelhebben, dus diepgaand weten te lezen, de gebeurtenissen gelovig leren onderscheiden om door hun handelen mee te werken aan de ontwikkeling van het Rijk Gods. Deze lezing en onderscheiding, en ook dit optreden, zijn aan gebed verbonden.
Vooreerst worden de toehoorders, na de aandringende oproep van Christus die in het eerste deel van de Apocalyps zeven keer zegt: “Wie oren heeft, die hore wat de Geest zegt tot de kerken” (Openb. 2, 7.11.17.29)(Openb. 3, 6.13.22), uitgenodigd naar de hemel op te stijgen om de werkelijkheid met Gods ogen te zien; en daar vinden we drie symbolen terug, drie referentiepunten van waaruit wij de geschiedenis kunnen lezen: Gods troon, het Lam en het boek Vgl. Openb. 4, 1&ndash .
Dan verschijnt het derde symbool: Christus, het Lam dat door het kruisoffer geslacht werd, maar rechtop staat, teken van Zijn verrijzenis. En het is juist het Lam, de gestorven en verrezen Christus, die geleidelijk de zegels opent en Gods plan, de diepe zin van de geschiedenis onthult.
Ondanks de complexiteit van de symbolen, engageert de Apocalyps ons in een gebed van een grote rijkdom, waarin ook wij luisteren, loven, danken, de Heer schouwen en Hem vergiffenis vragen. De structuur ervan is zoals een groot liturgisch gemeenschappelijk gebed, een sterke oproep om de buitengewone transformerende capaciteit van de Eucharistie te herontdekken; ik zou u in het bijzonder en met aandrang willen uitnodigen trouw te zijn aan de zondagsmis op de dag des Heren, de zondag, het ware midden van de week. De rijkdom van het gebed van de Apocalyps doet ons denken aan een diamant, met vele verblindende facetten waarvan het waardevolle karakter in de zuiverheid ligt van de unieke kern. De suggestieve gebedsvormen die wij in de Apocalyps ontmoeten, laten Christus’ kostbare, unieke en onuitsprekelijke aanwezigheid schitteren.
{in het Frans}
Beste pelgrims, over twee dagen omstreeks dit uur, vlieg ik naar Libanon. Ik kijk uit naar deze apostolische reis. Het geeft me de mogelijkheid de vele geledingen van de Libanese samenleving te ontmoeten: burgerlijke en kerkelijke functionarissen, katholieke gelovigen van de diverse riten, en andere Christenen, moslims en Druzen uit de regio. Ik dank de Heer voor deze rijkdom die niet kan blijven voortbestaan indien zij niet leven in een permanente vrede en verzoening. Dit is de reden waarom ik alle Christenen in het Midden-Oosten oproep, of het nu de inheemsen zijn of de nieuwkomers, om hun rol als bouwers van vrede en verzoening te spelen. Ik vraag God om het geloof van de Christenen in Libanon en het Midden-Oosten te versterken, en ze te vervullen met hoop. Ik dank God voor hun aanwezigheid en moedig hen en de gehele Kerk aan solidair te zijn, zodat ze van Christus kunnen blijven getuigen in deze gezegende landen door te streven naar gemeenschap in eenheid. Ik dank God voor alle mensen en alle instellingen, op vele manieren, hulp geven in deze richting. De geschiedenis van het Midden-Oosten leert ons de belangrijke en cruciale rol die de verschillende christelijke gemeenschappen spelen in de interreligieuze en interculturele dialoog. Vraag God om dit deel van de wereld de vrede te geven die zij zoeken, met respect voor de legitieme verschillen. God zegene Libanon en het Midden-Oosten! God zegene u allen!