Paus Pius XII - 1 november 1954
De oorsprong van Maria's heerlijkheden, het plechtig ogenblik, dat heel haar persoon en zending belicht, is dat, waarop zij, vol van genade, tot de aartsengel Gabriël haar "Fiat" sprak, dat haar instemming met Gods beschikking uitdrukte; daardoor werd zij Moeder van God en Koningin en ontving zij de koninklijke taak om te waken over de eenheid en de vrede van het mensdom. Wij hebben het vaste vertrouwen, dat de mensheid door haar geleidelijk deze reddende weg zal opgaan; zij zal de leiders van de naties en de harten van de volkeren naar eendracht en liefde leiden.