Paus Pius XII - 24 mei 1947
Dit is een gewichtige gebeurtenis, waarvoor de Vader van alle gelovigen vanzelfsprekend belangstelling heeft. Reeds op de vooravond van deze verwoestende oorlog wilde Hij in de Eeuwige Stad jonge christelijke arbeiders in groten getale ontvangen en hen zo vaderlijk mogelijk begroeten. In afwachting, dat de wereld-situatie het zal toelaten, dit plan alsnog te verwerkelijken, wil Hij gaarne deze aanstaande Canadese bijeenkomst als een gelegenheid benutten om hun door uwe welwillende bemiddeling zijn woorden van aansporing en bemoediging opnieuw te doen toekomen. De plaats, die zij in de grote katholieke familie innemen, verdient inderdaad wel een bijzondere waardering. Hebben zij niet, nog meer dan anderen, hulp en steun nodig, omdat zij vanwege hun stand meer delen in de nood van de mensen en ook meer aan gevaren blootgesteld zijn? En is het daarom te verwonderen, dat de plaatsbekleder van Jezus Christus in zijn hart een bijzondere plaats reserveert voor deze dierbare kinderen? Wij vragen u dus, hun te willen zeggen of liever hun opnieuw te zeggen —want wij hebben er al menig bewijs van gegeven —, dat wij hen met een liefde van voorkeur beminnen en dat zij heel bijzonder een voorwerp zijn van onze gebeden en herderlijke zorgen.