
Paus Benedictus XVI - 20 juni 2012
Blijven wij dan even staan bij dit plechtige en diepe gebed. “Gezegend is God, de Vader van onze Heer Jezus Christus” (Ef. 1, 3). De heilige Paulus gebruikt het werkwoord “euloghein”, dat over het algemeen de vertaling is van het hebreeuwse woord “barak” : het betekent loven, verheerlijken, God de Vader danken, die de Bron is van de heilsgoederen, Degene “die ons in de hemelen in Christus heeft gezegend met elke geestelijke zegen”.
De apostel dankt en looft, maar denkt ook na over de redenen die de mens tot deze lof, deze dankzegging aanzetten en hij duidt op de fundamentele elementen van Gods plan en de fasen ervan. Vooreerst moeten wij God de Vader zegenen omdat, schrijft de heilige Paulus, Hij “ons uitverkoren (heeft) voor de grondlegging der wereld, om heilig en vlekkeloos te zijn voor zijn aangezicht. In liefde heeft Hij ons voorbestemd” (Ef. 1, 4). Wat ons heilig en vlekkeloos maakt, is de liefde. God heeft ons tot het bestaan, tot heiligheid geroepen. En die keuze gaat zelfs vooraf aan de schepping van de wereld. Reeds voor de grondlegging der wereld maakten wij deel uit van Zijn plan, waren wij in Zijn gedachte. Met de profeet Jeremia kunnen wij zeggen dat Hij ons reeds kende voordat wij in de moederschoot gevormd werden Vgl. Jer. 1, 5 ; en ons kennende, hield Hij van ons. Roeping tot heiligheid, dat wil zeggen tot gemeenschap met God, behoort tot het eeuwig plan van deze God, een plan dat zich uitstrekt over de geschiedenis en dat alle mannen en vrouwen van de wereld omvat, omdat heiligheid een universele roeping is. God sluit niemand uit, Zijn plan is louter liefde. De heilige Johannes Chrysostomus zegt: “Hij heeft ons heilig gemaakt, maar men dient heilig te blijven. Heilig is wie deel heeft aan het geloof” H. Johannes Chrysostomos, Preken over de Brief aan de Efeziërs, In epistulam ad Ephesios. 1,1-4.