H. Paus Johannes Paulus II - 15 augustus 1990
Zeer veel katholieke universiteiten zijn door religieuze congregaties gesticht en zijn nog steeds van hun steun afhankelijk. Aan de religieuze congregaties die het apostolaat van het hoger onderwijs beoefenen wordt gevraagd deze instellingen te - helpen hun betrokkenheid te vernieuwen en door te gaan met de opleiding van mannelijke en vrouwelijke religieuzen om een positieve bijdrage te kunnen leveren aan de opdracht van de katholieke universiteit.
Bovendien zijn de werkzaamheden van de universiteiten traditioneel het middel geweest waardoor de leken in de Kerk een belangrijke rol kunnen spelen. Tegenwoordig bestaat de academische gemeenschap bij de meeste katholieke universiteiten voor het grootste gedeelte uit leken die steeds meer hoge functies en daarmee bestuursverantwoordelijkheid op zich nemen. Deze katholieke leken geven gehoor aan de oproep van de Kerk "om, gedreven door intellectuele moed en creativiteit, present te zijn op de plekken die de cultuur bij uitstek karakteriseren, namelijk de wereld van de school en de universiteiten". H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de roeping en de zending van de leken in de Kerk, Christifideles laici (30 dec 1988), 44 De toekomst van de katholieke universiteit hangt voor een groot deel af van de royale en bekwame inzet van de katholieke leken. De Kerk beschouwt hun toenemende aanwezigheid in het hart van deze instellingen als een hoopvol teken en ziet daarmee bevestigd hoe onvervangbaar de roeping van de leek is in Kerk en wereld. Ze is vol vertrouwen dat de leken in het vervullen van hun eigen taak "alle tijdelijke realiteiten doorstralen en ordenen, zodat dit alles voortdurend volgens Christus geschiedt en bloeit en de lof van de Schepper en Verlosser verkondigt". 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 31 Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over het lekenapostolaat, Apostolicam Actuositatem (18 nov 1965) Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 43