
H. Paus Johannes Paulus II - 25 maart 2001
Vandaag wil ik graag ieder van u bedanken voor al wat u gedaan hebt in het Jubileumjaar om wie aan uw zorg zijn toevertrouwd intensiever de reddende aanwezigheid van de verrezen Heer te laten ervaren. Op dit moment denk ik ook aan al het werk dat u elke dag verzet dat vaak verborgen is en zonder krantenkoppen, het Koninkrijk van God in de hoofden en de harten van de mensen dichterbij brengt. Weet dat ik dit bewonder als discreet, volhardend en creatief dienstbetoon, soms ook onder tranen van de ziel die alleen God ziet en "bewaart in zijn kruik". Vgl. Ps. 56, 8 Het is des te bewonderenswaardiger wanneer het op de proef gesteld wordt door tegenstand van een veelal geseculariseerde omgeving met de verleiding het priesterwerk moe te worden en de moed te laten zakken. U weet zeer wel dat zulk een dagelijkse inzet kostbaar is in de ogen van God.
Tegelijkertijd wil ik graag de stem van Christus laten weerklinken die ons onophoudelijk oproept ons contact met Hem te verdiepen. "Zie, Ik sta voor de deur en Ik klop" (Openb. 3, 20). Uitverkoren om Christus te verkondigen worden wij allereerst uitgenodigd om in innige verbondenheid met Hem te leven: we kunnen aan anderen niet geven wat we zelf niet hebben! Er is een honger naar Christus die zich, ondanks veel schijn van het tegendeel, zelfs in de huidige maatschappij voordoet. Zij is aanwezig in al de onsamenhangendheid van de nieuwe vormen van spiritualiteit. Zij is zelfs te zien waar het getuigenis van de Kerk een teken van tegenspraak wordt bij belangrijke ethische kwesties. Deze honger naar Christus, bewust of onbewust, kan niet worden gestild met loze woorden. Alleen authentieke getuigenissen kunnen op een geloofwaardige manier het woord dat redding brengt doorgeven.