
Paus Benedictus XVI - 4 april 2012
Beste vrienden, morgen zullen we in de mis van het Avondmaal (Coena Domini) het Triduum van Pasen binnengaan: het hoogtepunt van het liturgisch jaar. Dan vieren we het centrale geloofsmysterie: de passie, de dood en verrijzenis van Christus. In het Johannesevangelie heet dit hoogtepunt van Jezus’ zending zijn ‘uur’ en het begint met het laatste Avondmaal. De evangelist leidt het zo in: ‘Het paasfeest was ophanden. Jezus wist dat zijn uur gekomen was: nu zou Hij de wereld verlaten om naar de Vader te gaan. Hij hield al van hen die Hem in de wereld toebehoorden, maar nu zou Hij hun zijn liefde betonen tot het uiterste’ (Joh. 13, 1). Heel het leven van Jezus is gericht op dit uur en wordt gekenmerkt door twee aspecten die elkaar in het licht stellen: het uur van de overgang (metabasis) en het uur van de liefde (agapè) tot het einde. Inderdaad de goddelijke liefde, de Geest waarvan Jezus vervuld is, doet Jezus ‘gaan door’ de afgrond van het kwaad en van de dood, om Hem te laten komen in de nieuwe ‘ruimte’ van de verrijzenis. Het is de liefde die deze transformatie bewerkt, zodat Jezus de grenzen van het mens-zijn overstijgt, waarin de mens gekenmerkt is door zonde. Jezus overschrijdt de begrenzing, die mensen gevangen houdt en afgescheiden van God en van het eeuwig leven.
Bij de viering van de liturgie van het Triduum van Pasen, worden we uitgenodigd om deze transformatie te beleven die werkelijk wordt door de ‘agapè’. Jezus heeft elkeen van ons bemind tot het einde, dit wil zeggen door zijn totale overgave op het kruis, toen Hij riep ‘Het is volbracht’ (Joh. 19, 30). Laten we ons aanspreken door deze liefde, laten we ons omvormen, zodat de verrijzenis werkelijk in ons leven tot stand komt. Ik nodig jullie allen een heilig Paasfeest toe! Dank u.