Nederlandse Bisschoppenconferentie - 22 februari 2012
"De Paaswake in de heilige nacht van de verrijzenis van de Heer wordt beschouwd als 'de moeder van alle heilige nachtwaken'. Daarin ziet de Kerk uit naar Christus' verrijzenis en viert zij deze in de Sacramenten". Congregatie voor de Riten, Algemene normen voor het liturgisch jaar en de algemene Romeinse kalender, Normae universalis de Anno liturgico et de Calendarium Romanum (21 mrt 1969), 21
De Paaswake mag per kerkgebouw slechts één enkele maal gevierd worden volgens het Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten
Missale Romanum
Editio typica tertio emendata 2002/2008 (6 oktober 2008) en wel pas na het vallen van de duisternis. Hieraan is strikt vast te houden. Congregatie voor de Goddelijke Eredienst, De voorbereiding en viering van het Paasfeest - Rondzendbrief, Paschalis sollemnitatis (16 jan 1988), 78 Dit betekent in onze streken dat de Paaswake niet mag beginnen op het tijdstip, waarop gewoonlijk de vooravondmis van de zondag wordt gevierd. Doorgaans zal daarom in onze streek de Paaswake pas kunnen beginnen na 20.30/21.00 u.
Er mogen geen andere liturgische vieringen (zoals gezinsvieringen) voorafgaan aan de Paaswake; wel mag het getijdengebed (ook met kinderen) gebeden worden.
In de (hoofd)kerk (waar de viering van de Paaswake plaatsvindt) wordt tijdens de Paaswake slechts één paaskaars gebruikt waarmee de voorziene liturgische handelingen worden gesteld. Alleen deze ene paaskaars dient op de paaskaarsstandaard geplaatst te worden. Wel is het mogelijk dat voor de andere kerkgebouwen die een eigen paaskaars nodig hebben voor de eredienst (in de Paastijd, bij een Doop of uitvaart) het overeenkomstige aantal paaskaarsen bijv. neerligt op het priesterkoor en dat deze aan het eind van de Paaswake vanuit de ene paaskaars ontstoken worden, onder toelichting dat vanuit de ene paaskaars het licht van de paaskaars als symbool van de verrezen Heer ook in de andere parochiekerken en kapellen zal stralen.
Het doopwater dat in de Paastijd gebruikt wordt, wordt eveneens gezegend in die ene kerk waar de Paaswake plaats vindt en wordt van daaruit naar de andere kerkgebouwen overgebracht. In de betreffende andere kerken kan op de eerstvolgende zondagsviering wanneer de geloofsgemeenschap voor het eerst na de Paaswake weer samenkomt (op Paasdag zelf of op een andere, eerstvolgende zondag), gepast een korte ritus van ontvangst plaatsvinden van paaskaars en doopwater. Daarbij gebruike men het ritueel volgens de bijlage bij dit schrijven. Om bij de gelovigen verwarring met de Paaswake te voorkomen, vindt deze ritus niet plaats in de avonduren na de Paaswake.
Een woord- en communieviering is in de Paasnacht niet toegestaan, vanwege de intrinsieke band tussen de Paaswake als gedachtenis van de verrijzenis van de Heer en de Eucharistie als Sacrament van het Paasmysterie.
We zijn ons bewust dat deze richtlijnen in de liturgische praktijk soms om een bijstelling vragen. Maar tegelijkertijd mag van ieder een bijdrage worden verwacht om de vieringen van de liturgie juist op bovenvermelde dagen ook daadwerkelijk te laten beleven als het hoogtepunt van het kerkelijk jaar met een liturgie die ten volle beantwoordt aan wat de Kerk dan universeel gedenkt en in de eredienst tegenwoordig stelt door middel van het onvervreemdbare priesterlijk dienstwerk.
De bisschoppen van Nederland, Aswoensdag, 22 februari 2012