Willem Jacobus Kardinaal Eijk, Aartsbisschop van Utrecht - 5 maart 2012
Aan alle priesters, diakens, pastoraal werk(st)ers en geestelijk verzorgers die werkzaam zijn met een zending van de aartsbisschop van Utrecht, alsmede de emeriti en gepensioneerde pastoraal werk(st)ers en geestelijk verzorgers in het Aartsbisdom Utrecht
Utrecht, 5 maart 2012
Broeders en zusters in Christus Jezus onze Heer,
Op 2 februari 2011 publiceerde de staf van ons aartsbisdom de beleidsnota "Het pastoraal-liturgisch beleid in de parochies van het Aartsbisdom Utrecht". Hierin heeft de bisdomstaf de pastorale teams, de parochiebesturen en de andere vrijwilligers in onze parochies kaders en begrippen aangereikt die hen helpen om het liturgisch leven in de parochies te organiseren op een zodanige wijze dat gewaarborgd is dat de viering van de H. Eucharistie in de parochies bron en hoogtepunt van het christelijk leven kan blijven Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 11 Vgl. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1324. Inmiddels heeft iedere parochie van het Aartsbisdom Utrecht een eucharistisch centrum, waar zonder uitzondering op zondagen, op kerkelijke hoogfeesten en op bepaalde kerkelijke feesten de Eucharistie wordt gevierd.
In het verlengde van bovengenoemde beleidsnota heb ik aan het begin van deze Veertigdagentijd mijn pastorale brief over de Eucharistie, "Leven met Christus", gepresenteerd en u en alle andere gelovigen in het Aartsbisdom Utrecht uitgenodigd tot bezinning op de waarde en betekenis van de viering van de H. Eucharistie.
Inmiddels zal het u niet zijn ontgaan dat ik enige tijd geleden tot mijn spijt heb moeten vaststellen dat pastoor drs. G.M. Griffioen van de parochie St. Jan de Doper en de aldaar werkzame pastoraal werker drs. T.G.M. van der Meulen de voor de viering van de H. Eucharistie geldende, liturgische voorschriften (zoals vastgelegd in het Wetboek
Codex Iuris Canonici
Codex van het Canonieke recht
(25 januari 1983) uit 1983 en de Instructie Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten
Redemptionis Sacramentum
Het Sacrament van de verlossing - Wat nageleefd en vermeden dient te worden met betrekking tot de allerheiligste Eucharistie
(25 maart 2004) uit 2004) hebben geschonden en daarmee ergernis hebben gegeven en de liturgische orde van de Kerk ernstig hebben verstoord.
Vorige week heb ik na rijp beraad besloten om pastoor Griffioen hiervoor niet te berispen en de pastorale zending van pastoraal werker Van der Meulen hiervoor niet in te trekken onder voorwaarde dat beiden op de website en in de Nieuwsbrief en de locatiebladen van de parochie St. Jan de Doper verklaren
Zowel pastoor Griffioen als pastoraal werker Van der Meulen hebben inmiddels tijdig, onverkort en loyaal voldaan aan bovengenoemde voorwaarden. Daarmee beschouw ik de door hen gepleegde ernstige verstoring van de liturgische orde van de Kerk, waarvan ik het zeer blijf betreuren dat die zich heeft voorgedaan, voor deze keer als afgedaan en heb ik beiden mijn beste zegenwensen voor hun pastorale werk doen toekomen.
Tegen de achtergrond van het bovenstaande wil ik u het volgende voorhouden:
De diocesane bisschop "dient, ( ... ) omdat hij de voornaamste uitdeler is van Gods mysteries, zich er voortdurend op toe te leggen dat de christengelovigen die aan zijn zorg toevertrouwd zijn, door de viering van de sacramenten groeien in genade en dat zij het paasmysterie leren kennen en beleven" Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 387. Wetboek
Codex Iuris Canonici
Codex van het Canonieke recht
(25 januari 1983) bepaalt tegen deze achtergrond: "§ 1 Omdat de Bisschop de eenheid van de Kerk als geheel moet beschermen, is hij gehouden de gemeenschappelijke discipline van de gehele Kerk te bevorderen en daarom het onderhouden van alle kerkelijke wetten te urgeren. § 2 Hij dient te waken dat er geen misbruiken in de kerkelijke discipline binnensluipen, vooral betreffende de bediening van het woord, de viering van de sacramenten en sacramentaliën, de eredienst van God en de Heiligen, alsook betreffende het beheer van de goederen." Wetboek
Codex Iuris Canonici
Codex van het Canonieke recht
(25 januari 1983) bepaalt voorts: "Liturgische handelingen zijn geen private handelingen, maar vieringen van de Kerk zelf, die het "sacrament van de eenheid" is ( ... )".
Vanuit mijn ambt en verantwoordelijkheid als aartsbisschop van Utrecht urgeer ik dan ook dat alle priesters, diakens, pastoraal werk( st )ers en geestelijke verzorgers die in het Aartsbisdom Utrecht met een pastorale zending werkzaam zijn de voor de H. Eucharistie alsook de voor andere vieringen geldende liturgische voorschriften (zoals onder meer vastgelegd in het Wetboek
Codex Iuris Canonici
Codex van het Canonieke recht
(25 januari 1983), het Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten
Institutio Generalis Missalis Romani
Algemeen Statuut van het Romeins Missaal - Editio typica tertio 2002 / emendata 2008
(18 maart 2002) en de Instructie Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten
Redemptionis Sacramentum
Het Sacrament van de verlossing - Wat nageleefd en vermeden dient te worden met betrekking tot de allerheiligste Eucharistie
(25 maart 2004) Beide laatst genoemde documenten zijn te vinden in: Liturgische Documentatie, bijlage bij het Directorium voor de Nederlandse Kerkprovincie, dl. 3, Nationale Raad voor Liturgie 2004 kennen en ook zorgvuldig in acht nemen. Hetzelfde geldt voor emeriti en gepensioneerde pastoraal werk(st)ers en geestelijk verzorgers die in het Aartsbisdom Utrecht actief zijn op het terrein van de liturgie, alsmede voor priesters, diakens en pastoraal werk(st)ers van een ander bisdom of van een orde of congregatie die een taak vervullen in de H. Eucharistie binnen het Aartsbisdom Utrecht. Pastoors dienen er op toe te zien dat dit ook gebeurt.
Binnenkort zal op de website van het Aartsbisdom Utrecht een document met praktische richtlijnen worden gepubliceerd onder de titel "Nederland
Over bepaalde onderdelen van de H. Eucharistie
En de taken die eigen zijn aan de priester of de diaken en taken die een pastoraal werk(st)er of andere lekenbedienaar in de H. Eucharistie kan vervullen
(7 maart 2012)". Dit Nederland
Over bepaalde onderdelen van de H. Eucharistie
En de taken die eigen zijn aan de priester of de diaken en taken die een pastoraal werk(st)er of andere lekenbedienaar in de H. Eucharistie kan vervullen
(7 maart 2012) geeft antwoord op een aantal praktische vragen die zijn gerezen over de waardige en juiste viering van de H. Eucharistie. Mocht ik in de toekomst onverhoopt moeten vaststellen dat voor de H. Eucharistie en/of voor andere vieringen geldende liturgische voorschriften andermaal zijn geschonden, dan zal ik niet schromen om zo nodig de daarvoor verantwoordelijke(n) canonieke sancties op te (laten) leggen, intrekking van de verleende pastorale zending niet uitgesloten.
Van harte hoop ik dat het niet zover hoeft te komen en dat u vanuit uw onderscheiden ambten en taken allen loyaal zult blijven bijdragen aan een waardige en juiste viering van de liturgie, in het bijzonder de H. Eucharistie in ons aartsbisdom.
U een gezegende Veertigdagentijd en een goede opgang naar het Hoogfeest van Pasen toewensend,
Willem Jacobus kardinaal Eijk Aartsbisschop van Utrecht