
Internationale Theologische Commissie - 29 november 2011
Negatieve theologie is evenwel beslist geen ontkenning van theologie. Katafatische en apofatische theologie moeten niet in tegenstelling met elkaar gebracht worden; de via negativa diskwalificeert een intellectuele benadering van Gods mysterie niet, maar wijst veeleer op de beperkingen van zo’n benadering. De via negativa is een fundamentele dimensie van heel het theologische spreken, maar kan niet worden losgemaakt van de via affirmativa en de via eminentiae. H. Thomas van Aquino, In libros Sententiarum. In IV Sent., d.35, q.1, a.1, ad.2: ‘Omnis negatio fundatur in aliqua affirmatione’. De menselijke geest, in een opgaande beweging van effecten naar oorzaak, van schepselen naar de schepper, begint met de bevestiging dat de authentieke voortreffelijkheden die te vinden zijn in de schepselen aanwezig zijn in God (via affirmativa), ontkent vervolgens dat die voortreffelijkheden in God zijn op de onvolmaakte wijze waarop ze in de schepselen aanwezig zijn (via negativa) en bevestigt ten slotte dat ze in God zijn op een eigen goddelijke wijze die het menselijke begrip te boven gaat (via eminentiae). H. Thomas van Aquino, Questiones Disputatae De Potentia. q.7, a.5, ad.2, waar hij een interpretatie geeft van de leer van Dionysius. Theologie bedoelt, terecht, naar waarheid te spreken over het mysterie van God, maar weet ook dat haar kennis, ofschoon waar, inadequaat is ten opzichte van de goddelijke werkelijkheid, die zij nooit geheel kan ‘bevatten’. Zoals de Heilige Augustinus zei: ‘Als je iets bevat, is het niet God’. H. Augustinus, Preken, Sermones. 117, 3, 5; PL 38, 663: ‘De Deo loquimur, quid mirum si non comprehendis? Si enim comprehendis, non est Deus’ H. Augustinus, Preken, Sermones. 52, 6, 16; PL 38, 360: ‘Si quasi comprehendere potuisti, cogitatione tua te decepisti’