
Internationale Theologische Commissie - 29 november 2011
Zoals de naam al aangeeft begrijpt filosofie zichzelf als wijsheid, of in ieder geval als een liefdevol zoeken naar wijsheid. Met name metafysica legt een visie op de werkelijkheid voor, die haar eenheid vindt in het fundamentele geheim van het zijn; maar het Woord van God, dat openbaart ‘wat geen oog heeft gezien, geen oor heeft gehoord, wat in geen mensenhart is opgekomen’ (1 Kor. 2, 9), maakt voor mensen de weg vrij naar een hogere wijsheid. Vgl. H. Thomas van Aquino, Summa Theologiae. Ia, q.1, a.6 Deze bovennatuurlijke christelijke wijsheid, die de zuiver menselijke wijsheid van de filosofie overstijgt, neemt twee vormen aan die elkaar ondersteunen maar niet met elkaar moeten worden verward: theologische wijsheid en mystieke wijsheid. Vgl. H. Thomas van Aquino, Summa Theologiae. Ia, q.1, a.6, ad.3 Theologische wijsheid is de activiteit van de rede, die verlicht wordt door het geloof. Ze is dus een door arbeid verworven wijsheid, ofschoon ze natuurlijk de gave van het geloof veronderstelt. Ze biedt een samenvattende verklaring van de werkelijkheid in het licht van de hoogste openbaringswaarheden en ze werpt op alles licht vanuit het grondmysterie van de Drie-eenheid, beschouwd in zichzelf en in haar scheppende en historische handelen. Vaticanum I zei daarover: ‘Wanneer echter het door het geloof verlichte verstand ijverig, vroom en zuiver zoekt, verkrijgt het door Gods genade enigermate een inzicht in de geheimenissen en wel een zeer vruchtbaar, zowel uit de overeenkomst (analogie) met datgene, wat zij op natuurlijke wijze begrijpt, als uit de samenhang der geheimenissen onderling en met de laatste bestemming van de mens’. Vgl. 1e Vaticaans Concilie, 3e Zitting - Dogmatische Constitutie over het Katholieke Geloof, Dei Filius (24 apr 1870), 18. (DH 3016) De intellectuele contemplatie die het resultaat is van de arbeid van de theologische rede is dus echte wijsheid. Mystieke wijsheid ofwel ‘de kennis van de heiligen’ is een gave van de Heilige Geest die ontstaat uit liefdevolle vereniging met God. Immers, liefde brengt een affectieve natuurlijke verwantschap teweeg tussen de mens en God, en God laat spirituele personen toe in de kennis en zelfs het pijnlijke ondergaan (pati divina) Vgl. Pseudo Dionysius de Areopagiet, Over de goddelijke namen, De divinis nominibus. hoofdstuk 2, 9, in Corpus Dionysiacum, I Pseudo-Dionysius Areopagita De divinis nominibus (Patristische Texte und Studien, 33, ed. Beate Regina Suchla), p. 134. van goddelijke dingen, hier en nu voelbaar in hun eigen leven. Dit is een niet-begrippelijke kennis, die dikwijls zijn neerslag vindt in poëzie. Deze kennis leidt tot contemplatie en persoonlijke vereniging met God in stilte en vrede in het hart.