
Internationale Theologische Commissie - 29 november 2011
Gods Woord, in geloof aanvaard, verlicht het verstand en de begripsvorming van de gelovige. De menselijke geest ontvangt de openbaring niet op louter passieve wijze. Integendeel, het gelovig verstand sluit zich actief aan bij de geopenbaarde waarheid. Vgl. H. Thomas van Aquino, Summa Theologiae. IIa-IIae, q.2, a.10. Het wil haar, door liefde gedreven, in zich opnemen omdat dit Woord antwoord geeft op zijn eigen diepste vragen. Zonder ooit definitieve kennis van de rijkdommen van de openbaring te pretenderen, wil het verstand de verstaanbaarheid van Gods Woord op waarde schatten en onderzoeken – fides quaerens intellectum – en redelijke verantwoording afleggen van Gods waarheid. Met andere woorden, het probeert Gods waarheid uit te drukken op de redelijke en wetenschappelijke wijze die eigen is aan menselijke begripsvorming.