
Internationale Theologische Commissie - 29 november 2011
Van de ene kant heeft het leergezag theologie nodig, zodat het in zijn interventies niet alleen doctrinair gezag, maar ook theologische competentie en kritisch evaluatief vermogen kan laten zien; daarom moet een beroep gedaan worden op theologen om hulp te bieden bij de voorbereiding en formulering van uitspraken van het leergezag. Van de andere kant is het leergezag een onmisbare hulp voor theologie, omdat het de authentieke overlevering van het geloofsgoed (depositum fidei) garandeert, met name in beslissende perioden waarin het aankomt op onderscheidingsvermogen. Theologen moeten erkennen dat uitspraken van het leergezag bijdragen aan voortgang in de theologie, en zij moeten de receptie van die uitspraken ondersteunen. Interventies van het leergezag kunnen theologische reflectie stimuleren, en theologen moeten laten zien hoe hun eigen bijdragen overeenkomen met eerdere doctrinaire uitspraken van het leergezag, en deze verder ondersteunen. Er bestaat in de Kerk inderdaad een zeker ‘magisterium’ van theologen Thomas van Aquino maakte onderscheid tussen het ‘magisterium cathedrae pastoralis’ en het ‘magisterium cathedrae magistralis’, het eerste komt toe aan bisschoppen en het laatste aan theologen. Tegenwoordig verwijst ‘magisterium’ of ‘kerkelijk magisterium’ specifiek naar de eerste van deze twee betekenissen, en in deze betekenis wordt het in dit document gebruikt (zie boven, nrs. 26, 28-30, 33). Theologen hebben weliswaar een lerende rol, die formeel is erkend door de Kerk, maar die moet niet verward worden met, of als tegenpool worden beschouwd van de lerende rol van de bisschoppen Vgl. H. Thomas van Aquino, Contra impugnantes Dei cultum et religionem. c. 2 Vgl. H. Thomas van Aquino, Quaestiones de quodlibet. III, q. 4, a. 9, ad. 3 Vgl. H. Thomas van Aquino, In libros Sententiarum. IV, d. 19, q. 2, a. 3, qa. 3, ad. 4 Vgl. Congregatie voor de Geloofsleer, Instructie over de Kerkelijke Roeping van de Theoloog, Donum Veritatis (24 mei 1990). Voetnoot 27, maar er is geen ruimte voor parallelle, oppositionele of alternatieve magisteria Vgl. Congregatie voor de Geloofsleer, Instructie over de Kerkelijke Roeping van de Theoloog, Donum Veritatis (24 mei 1990), 34, of voor opvattingen die theologie zouden losmaken van het leergezag van de Kerk.