
Internationale Theologische Commissie - 29 november 2011
Katholieke theologie erkent het leergezag van oecumenische Concilies, het gewone en universele leergezag van de bisschoppen, en het Pauselijke leergezag. Ze aanvaardt de bijzondere status van dogma’s, dat wil zeggen, verklaringen ‘waarin de Kerk een geopenbaarde waarheid definitief vastlegt, op een wijze die bindend is voor de universele Kerk, zodanig dat ontkenning ervan als ketterij verworpen wordt en onder een anathema valt’. Internationale Theologische Commissie, De interpretatie van het dogma (1 okt 1989). B, III, 3 Vgl. Internationale Theologische Commissie, Pluralisme: Eenheid van geloof en theologisch pluralisme (11 okt 1972), 6-8.10-12 Dogma’s behoren tot de levende en voortgaande apostolische traditie. Theologen zijn zich bewust van de moeilijkheden die met hun interpretatie gepaard gaan. Het is bijvoorbeeld nodig om de betreffende kwestie exact te verstaan in het licht van de historische context ervan, en te ontleden hoe betekenis en inhoud van een dogma gerelateerd zijn aan de formulering ervan. Vgl. H. Paus Johannes XXIII, Toespraak, Openingstoespraak Tweede Vaticaans Concilie, Gaudet Mater Ecclesia (11 okt 1962), 32 Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 62 Vgl. Internationale Theologische Commissie, De interpretatie van het dogma (1 okt 1989). Zie voor een gedetailleerde beschouwing van de gehele kwestie Toch zijn dogma’s veilige referentiepunten voor het geloof van de Kerk en worden zij als zodanig gebruikt in theologische reflectie en argumentatie.