
Internationale Theologische Commissie - 29 november 2011
2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Dei Verbum
Over de Goddelijke openbaring
(18 november 1965) ziet als taak voor de exegese, dat deze zekerheid geeft over ‘wat God ons heeft willen bekendmaken’. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Goddelijke openbaring, Dei Verbum (18 nov 1965), 12 Om de bedoeling van de Bijbelteksten te begrijpen en te verklaren Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Goddelijke openbaring, Dei Verbum (18 nov 1965), 12, moet zij gebruik maken van alle passende filologische, historische en literaire methoden, om zo de heilige Schrift te verhelderen en te verstaan in zijn eigen context en ontstaanstijd. Op die manier wordt methodisch recht gedaan aan de historiciteit van de openbaring. 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Dei Verbum
Over de Goddelijke openbaring
(18 november 1965) maakt in het bijzonder melding van de noodzaak om aandacht te schenken aan literaire genres: ‘Want de waarheid wordt op uiteenlopende manier voorgesteld en uitgedrukt in teksten die op een verschillende wijze historisch, profetisch, dichterlijk of van een ander genre zijn.’ Na het Concilie zijn nog andere methoden ontwikkeld, waarmee nieuwe aspecten van de betekenis van de Schrift aan het licht kunnen worden gebracht. Vgl. Pauselijke Bijbelcommissie, Interpretatie van de Bijbel in de Kerk (15 apr 1993), 10-45 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Dei Verbum
Over de Goddelijke openbaring
(18 november 1965) wijst er echter op dat, ‘om de juiste zin van de gewijde teksten te achterhalen’ en een echt ‘theologische’ interpretatie van de Schrift te realiseren, er ook ‘drie fundamentele criteria’ moeten worden aangehouden Paus Benedictus XVI, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de Heilige Schrift - naar aanleiding van de Bisschoppensynode 2008 "Het Woord van God in het leven en de zending van de Kerk", Verbum Domini (30 sept 2010), 34: de eenheid van de Schrift, het getuigenis van de traditie, en de analogie van het geloof. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Goddelijke openbaring, Dei Verbum (18 nov 1965), 12. ‘Maar omdat de heilige Schrift ook in dezelfde Geest moet worden gelezen en verklaard waarin zij is geschreven, moet men, om de juiste zin van de gewijde teksten te achterhalen, met niet minder ijver letten op de inhoud en de eenheid van de gehele Schrift, rekening houdend met de levende overlevering van heel de Kerk en met de analogie van het geloof’ Het Concilie vermeldt de eenheid van de Schrift, omdat de Bijbel alleen in een pluriform geheel van de volledige heilswaarheid getuigenis aflegt. Vgl. Paus Benedictus XVI, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de Heilige Schrift - naar aanleiding van de Bisschoppensynode 2008 "Het Woord van God in het leven en de zending van de Kerk", Verbum Domini (30 sept 2010), 39 De exegese heeft methoden ontwikkeld om de canon van de Schrift als geheel te benutten als een hermeneutisch referentiepunt voor de verklaring van de Schrift. Daarmee kan aan de plaatsing en de inhoud van de verschillende boeken en perikopen betekenis worden toegekend. Globaal gesproken moet de exegese, zo leert het Concilie, ernaar streven, de Bijbelteksten te lezen en te interpreteren tegen de achtergrond van het geloof en het leven van het volk van God, dat door de eeuwen heen ondersteund wordt door de Heilige Geest. Dat is de context waarin exegese zoekt naar de letterlijke betekenis en zich openstelt voor de spirituele of vollere betekenis (sensus plenior) van de Schrift. Vgl. Pauselijke Bijbelcommissie, Interpretatie van de Bijbel in de Kerk (15 apr 1993), 58-66 Vgl. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 115-118 De theologie van de middeleeuwen sprak van de vier betekenissen van de Schrift: Littera gesta docet, quid credas allegoria, moralis quid agas, quo tendas anagogia. ‘Alleen daar waar met de twee methodologische niveaus – het historisch-kritische en het theologische – rekening wordt gehouden, kan men spreken van een theologische exegese – een exegese die past bij het Boek’. Paus Benedictus XVI, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de Heilige Schrift - naar aanleiding van de Bisschoppensynode 2008 "Het Woord van God in het leven en de zending van de Kerk", Verbum Domini (30 sept 2010), 34