Aartsbisdom Utrecht - 7 maart 2012
Aan de liturgische uitnodiging door de priester en het antwoord van de gelovigen “Heer, ik ben niet waardig” kan de priester, diaken of commentator een opwekking laten voorafgaan om het waardig communiceren te bevorderen. Hier zij verwezen naar Nederland
Over de viering van het Sacrament van de Eucharistie
Aan de priesters
(25 mei 2008).
De priester gaat als eerste te Communie. Daarmee wordt uitgedrukt dat niet hij de gastheer van de Eucharistie is, maar Christus zelf. Tevens wil zo zichtbaar worden dat ook hij niet waardig is, dat ook hij leeft van Gods genade. Na zelf één geworden te zijn met de Heer, reikt hij het Lichaam van Christus uit aan anderen: hij geeft aan anderen wat hij eerst zelf heeft ontvangen. Dat de priester als eerste te Communie gaat, is dus geen teken van zijn waardigheid, maar eerder andersom. De priester gaat op dat moment voor in verootmoediging, om één te worden met Hem die voor ons Zijn Lichaam en Bloed heeft gegeven tot op het kruis en ons – die het teken daarvan ontvangen in de Heilige Communie – vraagt Hem in die liefde na te volgen. “Weest wat gij ziet en ontvangt wat gij zijt” H. Augustinus, Preken, Sermones. 272, In die Pentecostis.
Het is – behalve voor de celebrerende priester - geen plicht om in elke Eucharistieviering te communiceren. Nadat de priester zelf te Communie is gegaan, reikt hij de Communie uit aan degenen die willen communiceren en in de vereiste gesteltenis verkeren. Daarbij wordt een volgorde in acht genomen. Allereerst de diaken. Daarna communiceren degenen die assisteren bij het uitdelen van de Heilige Communie. Allen ontvangen – zoals de priester – de Heer eerst zelf, worden één met Hem in de Heilige Communie, om vanuit die eenheid met Hem, anderen in die eenheid te doen delen.
Hierna wordt de Heilige Communie uitgereikt aan de andere gelovigen. Hierbij wordt gezegd: “Lichaam van Christus” (Corpus Christi). Andere teksten zijn hier niet geoorloofd. Het is van wezenlijk belang dat ieder die de Heilige Communie ontvangt, de geloofsbelijdenis kan beamen dat hij/zij het Lichaam van Christus ontvangt. Voorkomen moet ook worden dat degene die de Heilige Communie uitreikt zijn of haar eigen interpretatie voorhoudt, in plaats van de woorden die de Kerk hiervoor gekozen heeft en die ons geloof in de werkelijke tegenwoordigheid van Christus in de Heilige Hostie tot uitdrukking brengen. Daarbij is het ook teken van eenheid dat overal ter wereld dit geloof wordt gedeeld, uitgesproken en beaamd bij het ontvangen van de Heilige Communie. Voorkomen moet ook worden dat er aan de gelovigen ergernis wordt gegeven wanneer zij niet de woorden horen die zij mogen verwachten.
Nadat de woorden “Lichaam van Christus” geklonken hebben, antwoordt degene die de Heilige Communie heeft ontvangen met: “Amen”. Dat is een diepe uitdrukking van het geloof van de Kerk dat wij in de Heilige Communie Christus zelf ontvangen. Dat geloof beamen wij.
Eveneens wordt “Amen” gezegd als de mogelijkheid gegeven is tot de kelkcommunie en de woorden geklonken hebben: “Bloed van Christus” (Sanguis Christi).
De kelkcommunie dient plaats te vinden door rechtstreeks uit de kelk te drinken of door de Heilige Hostie die door degene die de Heilige Communie uitreikt, is ingedoopt in de kelk, te ontvangen op de tong Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Het Sacrament van de verlossing - Wat nageleefd en vermeden dient te worden met betrekking tot de allerheiligste Eucharistie, Redemptionis Sacramentum (25 mrt 2004), 100-105. richtlijnen t.a.v. de Communie onder beide Gedaanten.