
Paus Benedictus XVI - 25 februari 2012
Mijne Heren Kardinalen,
Vereerde broeders in het bisschopsambt en het priesterschap,
Dierbare broeders en zusters,
Het is mij een genoegen u te ontmoeten ter gelegenheid van de werkzaamheden van de 18e Algemene Vergadering van de Pauselijke Academie voor het Leven. Ik groet en dank u voor uw edelmoedige inzet om het leven te verdedigen en te bevorderen. In het bijzonder dank ik uw voorzitter, Mgr. Ignacio Carrasco de Paula, voor de woorden die hij in uw naam tot mij richtte. Uw werkzaamheden manifesteren het vertrouwen dat de Kerk altijd gehad heeft in de mogelijkheden van de menselijke rede en in nauwgezet wetenschappelijk werk, waarbij men het ethische aspect steeds voor ogen houdt. Het thema dat u dit jaar gekozen heeft, “Diagnostiek en behandeling van onvruchtbaarheid”, is naast zijn humaan en sociaal belang, van bijzonder wetenschappelijke waarde en drukt de concrete mogelijkheid uit van een vruchtbare dialoog tussen de ethische dimensie en het biomedische onderzoek. Ten overstaan van het probleem van steriliteit bij een echtpaar, heeft u er namelijk voor gekozen met zorg te herinneren aan de morele dimensie en ze onder ogen te nemen; hiervoor zoekt u wegen voor een juiste evaluatie van de diagnose en een therapie die de oorzaken van onvruchtbaarheid geneest. Deze benadering komt niet alleen voort vanuit het verlangen een kind te geven aan een echtpaar, maar vanuit het verlangen om het echtpaar zijn vruchtbaarheid te geven en heel hun waardigheid als personen die verantwoordelijk zijn voor hun eigen keuzes bij de voortplanting en als medewerkers van God bij de verwekking van een nieuw menselijk wezen. Onderzoek naar diagnostiek en therapie is wetenschappelijk de meest juiste benadering van de kwestie van onvruchtbaarheid, maar ook het meest respectvol voor de integrale mensheid van de betrokken personen. De eenheid tussen man en vrouw in deze gemeenschap van liefde en leven – die het huwelijk is – is namelijk de enige waardige “plaats” om een nieuwe mens tot het leven te roepen – en dit is altijd een gave.