Paus Benedictus XVI - 8 februari 2012
De personen die aanwezig zijn aan de voet van het kruis kunnen het niet begrijpen en denken dat Zijn uitroep een smeekbede tot Elia is. In een levendige scène, proberen ze Zijn dorst te lessen om Zijn leven te verlengen en te zien of Elia Hem werkelijk te hulp komt, maar een grote schreeuw stelt een einde aan het aardse leven van Jezus en hun wens. Op dat extreme ogenblik, laat Jezus Zijn hart Zijn leed uitschreeuwen, maar tegelijk laat Hij Zijn aanvoelen van de aanwezigheid van de Vader opwellen en Zijn instemming met Diens heilsplan voor de mensheid. Ook wij, wij worden onophoudelijk geconfronteerd met het “nu” van het lijden, van Gods stilte – we drukken het zo dikwijls uit in ons gebed – maar wij staan ook tegenover het “nu” van de verrijzenis, van het antwoord van God die ons lijden op zich genomen heeft, om het met ons te dragen en ons de vaste hoop te geven dat het overwonnen is Vgl. Paus Benedictus XVI, Encycliek, Liefde in Waarheid - Over de Christelijke hoop, Spe Salvi (30 nov 2007), 35-40.