
Paus Benedictus XVI - 14 september 2012
In deze beklemmende, onzekere en de laatste tijd naar geweld neigende context heeft God Zijn Kerk laten opbloeien. Zij is daar in een opmerkelijke verscheidenheid aanwezig. Naast de Katholieke Kerk is er in het Midden-Oosten een groot aantal eerbiedwaardige Kerken en kerkelijke gemeenschappen van recentere datum bijgekomen. Dit mozaïek vereist een aanzienlijke en constante inspanning om, met respect voor eenieders rijkdommen, de eenheid op te bouwen en aldus de geloofwaardigheid van de verkondiging van het Evangelie en het christelijke getuigenis te versterken. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de oecumene, Unitatis Redintegratio (21 nov 1964), 1 De eenheid is een gave Gods, die is ontsproten aan de heilige Geest en met geduldige vastberadenheid moet worden ontwikkeld. Vgl. 1 Pt. 3, 8-9 Wij weten dat wij, wanneer onze verdeeldheid zich aan ons manifesteert, gemakkelijk geneigd zijn alleen zuiver menselijke criteria te hanteren en de wijze raad van de heilige Paulus te vergeten. Vgl. 1 Kor. 6, 7-8 Hij maant ons: “Wees vol ijver om de eenheid van de Geest te behouden door de band van de vrede” (Ef. 4, 3). Het geloof is het centrum en de vrucht van de ware oecumene. Vgl. Paus Benedictus XVI, Toespraak, Tot de deelnemers aan de Algemene Vergadering (2012) van de Congregatie voor de Geloofsleer (27 jan 2012), 4. AAS 104 (2012), blz. 109 Allereerst moet het geloof zelf worden verdiept. De eenheid groeit door constant gebed en bekering die ieder van ons in staat stellen te leven in overeenstemming met de waarheid en de naastenliefde. Vgl. Ef. 4, 15-16 Het Tweede Vaticaans Concilie heeft deze “geestelijke oecumene”, de ziel van de ware oecumene, aangemoedigd. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de oecumene, Unitatis Redintegratio (21 nov 1964), 8 De situatie in het Midden-Oosten bevat in zich al een dringende oproep tot heiligheid van leven. De levens van de martelaren bevestigen dat heiligen en martelaren van elke kerkgemeenschap levende getuigen zijn geweest – en zeker ook vandaag nog zijn – van deze onverbroken eenheid in de verheerlijkte Christus, een voorproef van ons “allen tezamen verzameld zijn” als een in Hem verzoend volk. Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de inzet voor de oecumene, Ut Unum Sint (25 mei 1995), 83-84 Daarom moeten wij ook binnen de Katholieke Kerk zelf de gemeenschap versterken die getuigt van de liefde van Christus.