H. Paus Johannes Paulus II - 1 december 2003
In Lourdes is niet moeilijk om de unieke deelname van de Moeder Gods aan het heilbrengende Verlossingswerk van Christus te begrijpen. Het wonder van de Onbevlekte Ontvangenis herinnert de gelovigen aan een basis waarheid: alleen door de bereidwillige medewerking aan het plan van de Vader is het mogelijk, het heil te bewerken, want Hij wilde de wereld door de dood en de Opstanding van Zijn Eniggeboren Zoon verlossen. Door het Sacrament van de Doop wordt de gelovige in dit heilsplan binnengevoerd en van de erfzonde bevrijd. Ziekte en dood verliezen - ook al blijven ze in het aardse bestaan voortbestaan - hun negatieve betekenis. In het licht van het geloof wordt de lichamelijke dood, die door de dood van Christus overwonnen werd Vgl. Rom. 6, 4 , de noodzakelijke overgang naar de volheid van het onsterfelijke leven.