AAN DE VOORZITTERS VAN DE BISSCHOPPENCONFERENTIES OVER HET COMMUNICEREN DOOR COELIAKIE-PATIëNTEN
(Soort document: Congregatie voor de Geloofsleer)
Joseph Kardinaal Ratzinger -
24 juli 2003
AAN DE VOORZITTERS VAN DE BISSCHOPPENCONFERENTIES OVER HET COMMUNICEREN DOOR COELIAKIE-PATIëNTEN
Prot. 89/78 – 174 98
De Congregatie voor de Geloofsleer heeft vele jaren studie verricht naar een oplossing voor de moeilijkheden die sommige gelovigen tegenkomen bij het ontvangen van de heilige Communie, wanneer zij om verschillende serieuze redenen niet in staat zijn het gewone brood en de gewone wijn te nuttigen.
In het verleden is een aantal documenten over deze kwestie verschenen om herders een uniforme en zekere richtlijn te bieden Congregatie voor de Geloofsleer, Rescriptum (15 december 1980), in: Leges Ecclesiae, 6/4819, 8095-8096 Congregatie voor de Geloofsleer, De celebrantis communione (29 okt 1982), 2. in: AAS 74 (1982), 1298-1299 Lettera ai Presidenti delle Conferenze Episcopali (19 juni 1995), in: Notitiae 31 (1995), 608-610).
In het licht van de ervaring uit de afgelopen jaren is het noodzakelijk gebleken op dit moment op het onderwerp terug te komen door bovengenoemde documenten weer ter hand te nemen en ze waar nodig te verhelderen.
A. Het gebruik van gluten-vrije hosties en most
- Hosties die volledig gluten-vrij zijn, vormen geen geldige materie voor de viering van de Eucharistie.
- Hosties met een laag gluten-gehalte (gedeeltelijk gluten-vrij) vormen geldige materie, indien zij een afdoende hoeveelheid gluten bevatten om er brood mee te maken zonder toevoeging van stoffen die er vreemd aan zijn en zonder gebruikmaking van procédés die het wezen van brood zouden veranderen.
- Most, een druivensap die dan wel vers is, dan wel geconserveerd door middel van methoden (bijvoorbeeld bevriezing) die haar gisting uitstellen zonder dat haar wezen daarbij verandert, vormt geldige materie voor de viering van de Eucharistie.
B. Communie onder één gedaante of met een minimale hoeveelheid wijn
- Een leek die lijdt aan de ziekte coeliakie en niet in staat is om de Communie te ontvangen onder de gedaante van brood, ook niet in het geval van hosties met een laag gluten-gehalte, mag de Communie ontvangen onder de gedaante van wijn alleen.
- Een priester die niet in staat is de Communie te ontvangen onder de gedaante van brood, ook niet in het geval van hosties met een laag gluten-gehalte, mag, wanneer hij deelneemt aan een concelebratie, met toestemming van de Ordinaris de Communie ontvangen onder de gedaante van wijn alleen.
- Een priester die niet in staat is om zelfs maar de geringste hoeveelheid wijn tot zich te nemen en die zich in een situatie bevindt waarin het moeilijk is om most te verkrijgen of te bewaren mag, wanneer hij deelneemt aan een concelebratie, met toestemming van de Ordinaris de Communie ontvangen onder de gedaante van brood alleen.
- Indien een priester in staat is wijn tot zich te nemen, maar alleen in een zeer kleine hoeveelheid, mag de overgebleven gedaante van wijn, wanneer deze priester de enige celebrant is, door een leek worden geconsumeerd die aan die Eucharistieviering deelneemt.
- Het komt de Ordinaris toe om toestemming te geven aan een afzonderlijke priester of leek om hosties met een laag gluten-gehalte of most te gebruiken voor de viering van de Eucharistie. De toestemming kan gewoonlijk worden gegeven voor de tijd dat de situatie voortduurt die aanleiding gaf voor de toestemming.
- Wanneer de hoofdcelebrant bij een concelebratie toestemming heeft om most te gebruiken, dient voor de concelebranten een kelk met gewone wijn te worden voorbereid. Op dezelfde manier dienen voor de concelebranten gewone hosties te worden voorzien, wanneer de hoofdcelebrant toestemming heeft om hosties met een laag gluten-gehalte te gebruiken.
- Een priester die niet in staat is de Communie te ontvangen onder de gedaante van brood, ook niet in het geval van hosties met een laag gluten-gehalte, mag de Eucharistie niet individueel vieren, noch een concelebratie voorzitten.
- Gezien de centrale plaats die de viering van de Eucharistie inneemt binnen het leven van een priester, dient men met grote omzichtigheid te werk te gaan alvorens kandidaten tot de heilige Wijding toe te laten die niet in staat zijn gluten of alcohol tot zich te nemen zonder daarbij ernstige schade te ondervinden.
- Er dient te worden gelet op de medische vooruitgang inzake de ziekte coeliakie en alcoholisme, en het vervaardigen van hosties met een minimale hoeveelheid gluten en van onveranderde most dient te worden aangemoedigd.
- Het komt de Congregatie voor de Geloofsleer toe om over de leerstellige aspecten van deze vraag te beslissen, terwijl de disciplinaire zaken aan de Congregatie voor de Goddelijke Eredienst en de Discipline van de Sacramenten toekomen.
- De Bisschoppenconferenties die dit alles betreft, zullen over de toepassing van deze normen alsook over elke nieuwe ontwikkeling op dit gebied verslag uitbrengen aan de Congregatie voor de Goddelijke Eredienst en de Discipline van de Sacramenten ten tijde van hun Ad Liminabezoek.
Met de vraag zo vriendelijk te zijn de inhoud van deze brief aan de leden van uw Bisschoppenconferentie over te brengen verblijf ik met broederlijke groet en mijn beste wensen in gebed, oprecht de uwe in Christus,
Joseph Kardinaal Ratzinger, Prefect
© 2004, Beleidssector liturgie van de Nederlandse Bisschoppenconferentie / Nationale Raad voor Liturgie
Liturgische Documentatie, dl. 3