• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x

DE 'NATUURLIJKE METHODE' KAN NIET VAN DE ETHISCHE SFEER WORDEN LOSGEMAAKT
125e catechese over de Theologie van het Lichaam

Wij hebben eerder gesproken over de eerlijke vruchtbaarheidsregeling volgens de leer welke vervat ligt in de encycliek H. Paus Paulus VI - Encycliek
Humanae Vitae
Het menselijk leven en geboorteregelingen
(25 juli 1968)
Vgl. H. Paus Paulus VI, Encycliek, Het menselijk leven en geboorteregelingen, Humanae Vitae (25 juli 1968), 19 en in de exhortatie H. Paus Johannes Paulus II - Postsynodale Apostolische Exhortatie
Familiaris Consortio
Over de taken van het christelijk gezin in de wereld van deze tijd
(22 november 1981)
. De aanduiding “natuurlijk” welke wordt toegekend aan de moreel juiste vruchtbaarheidsregeling Vgl. H. Paus Paulus VI, Encycliek, Het menselijk leven en geboorteregelingen, Humanae Vitae (25 juli 1968), 16. overeenkomstig het natuurlijk ritme, wordt tot uitdrukking gebracht door het feit, dat de betreffende gedragswijze overeenkomt met de waarheid van de betreffende persoon en daarom met zijn waardigheid: een waardigheid welke “van nature” aan de mens toekomt als verstandelijk en vrij wezen. Als redelijk en vrij wezen kan en moet hij met inzicht dit biologisch ritme bestuderen, welke tot de natuurlijke orde behoort. Men kan en moet zich daaraan aanpassen om dit “verantwoord vaderschap/moederschap” uit te oefenen, dat naar het plan van de Schepper, in de natuurlijke orde van de menselijke vruchtbaarheid is gelegd. Het begrip van de juiste morele vruchtbaarheidsregeling is niets anders dan het naar waarheid herlezen van de “taal van het lichaam”. De “natuurlijke ritmen zelf die eigen zijn aan de voortplantingsfuncties” behoren tot de objectieve waarheid van deze taal, welke de belanghebbende personen zouden moeten herlezen naar zijn volle objectieve inhoud. Men moet bedenken, dat het “lichaam” niet alleen “spreekt” door alle externe uitingen van mannelijkheid en vrouwelijkheid, maar ook door de innerlijke structuren van het organisme, van het lichamelijke en psychosomatische reactievermogen. Dit alles moet zijn toekomende plaats vinden in deze taal waarmee de echtgenoten zich met elkaar onderhouden als personen die geroepen zijn tot de gemeenschap in de “eenheid van lichaam”.

Alle inspanningen welke op een steeds nauwkeuriger manier proberen die “natuurlijk ritmen” te kennen, die zich voordoen met betrekking tot de menselijke voortplanting, alle inspanningen van de gezinsconsulenten en van de belanghebbende echtgenoten zelf bedoelen niet de taal van het lichaam “in de biologische sfeer te trekken” (“de ethiek te biologiseren” zoals sommigen foutief houden), maar uitsluitend om de algehele waarheid te waarborgen over deze “taal van het lichaam”, waarmee de echtgenoten op volwassen wijze zich moeten uitdrukken tegenover de eisen van het verantwoorde vader- en moederschap.

De encycliek H. Paus Paulus VI - Encycliek
Humanae Vitae
Het menselijk leven en geboorteregelingen
(25 juli 1968)
benadrukt herhaaldelijk, dat het “verantwoord ouderschap” samenhangt met een voortdurende inspanning en inzet en dat zij wordt verwezenlijkt door een juiste ascese Vgl. H. Paus Paulus VI, Encycliek, Het menselijk leven en geboorteregelingen, Humanae Vitae (25 juli 1968), 21. Al deze en andere soortgelijke uitingen tonen aan, dat het in het geval van het “verantwoord ouderschap” of wel de moreel juiste regeling van de vruchtbaarheid, gaat om wat het echte welzijn van de menselijke persoon is en wat overeenkomt met de echte waardigheid van de persoon.

Het benutten van de “onvruchtbare perioden” in het huwelijkse samenleven kan een bron van misbruik worden, wanneer de echtgenoten op deze manier zonder passende reden de voortplanting proberen te vermijden, om haar onder het moreel juiste niveau van de geboorten in hun gezin te houden. Dit juiste niveau moet worden vastgesteld door niet alleen rekening te houden met het welzijn van het eigen gezin, zoals ook met de gezondheid en mogelijkheden van de echtgenoten zelf, maar ook met het welzijn van de samenleving waartoe zij behoren, de Kerk en zelfs de hele mensheid.

De encycliek H. Paus Paulus VI - Encycliek
Humanae Vitae
Het menselijk leven en geboorteregelingen
(25 juli 1968)
stelt het “verantwoord ouderschap” voor als uiting van een hoge ethische waarde. Ze is op geen enkele manier eenzijdig gericht op de beperking en nog minder op de uitsluiting van kinderen; ze betekent ook de bereidheid een talrijker kindertal te aanvaarden. Volgens de encycliek H. Paus Paulus VI - Encycliek
Humanae Vitae
Het menselijk leven en geboorteregelingen
(25 juli 1968)
brengt het “verantwoord ouderschap” vooral “een diepe verhouding mee tot de objectieve morele orde die door God is ingesteld en waarvan het rechtschapen geweten de getrouwe tolk is” H. Paus Paulus VI, Encycliek, Het menselijk leven en geboorteregelingen, Humanae Vitae (25 juli 1968), 10.

De waarheid van het verantwoord vader- en moederschap en haar aanwending houdt verband met de morele volwassenheid van de persoon, en hier openbaart zich heel dikwijls het verschil van mening tussen hetgeen de H. Paus Paulus VI - Encycliek
Humanae Vitae
Het menselijk leven en geboorteregelingen
(25 juli 1968)
uitdrukkelijk de voorrang geeft en waaraan de algemene mentaliteit deze geeft. In de H. Paus Paulus VI - Encycliek
Humanae Vitae
Het menselijk leven en geboorteregelingen
(25 juli 1968)
wordt het ethisch aspect van het probleem op de voorgrond geplaatst door de rol van de deugd van een juist begrepen matigheid te benadrukken. Binnen dit aspect is er ook een passende “methode” om naar te handelen. In de algemene gedachtegang gebeurt het dikwijls dat de “methode” losgemaakt wordt van de ethische betekenis welke haar eigen is, en op geheel functionele en zelfs op het onmiddellijk nut gerichte wijze wordt aangewend. Door de “natuurlijke methode” van het ethische aspect te scheiden, ziet men niet langer het verschil in, welke bestaat tussen deze en andere “methoden” (kunstmatige middelen) en komt men ertoe erover te spreken alsof het alleen gaat om een andere vorm van anticonceptie.
Vanuit het gezichtspunt van de authentieke leer welke in de encycliek H. Paus Paulus VI - Encycliek
Humanae Vitae
Het menselijk leven en geboorteregelingen
(25 juli 1968)
onder woorden is gebracht, is dus een juiste voorstelling van de methode zelf van belang waarop het document zinspeelt Vgl. H. Paus Paulus VI, Encycliek, Het menselijk leven en geboorteregelingen, Humanae Vitae (25 juli 1968), 16; vooral is de verdieping van het ethisch aspect van belang, waarbij de methode in zover zij “natuurlijk” is, de betekenis krijgt van een “moreel juiste” methode. En daarom moet in het kader van de ontleding de aandacht vooral worden gevestigd op hetgeen de encycliek zegt over het thema van de zelfbeheersing en de onthouding. Zonder een indringende verklaring van dit thema zullen wij nooit de kern van de morele waarheid bereiken noch de kern van de antropologische waarheid van het probleem. Reeds eerder is naar voren gebracht, dat de wortels van dit probleem in de theologie van het lichaam liggen: deze (wanneer zij zoals het moet, pedagogie van het lichaam wordt) vormt in werkelijkheid de moreel eerlijke “methode” van de geboorteregeling, in haar diepste en volste zin verstaan.
Om vervolgens de bijzondere morele waarden van de “natuurlijke” geboorteregeling te karakteriseren (dat wil zeggen, eerlijke ofwel moreel juiste), drukt de schrijver van H. Paus Paulus VI - Encycliek
Humanae Vitae
Het menselijk leven en geboorteregelingen
(25 juli 1968)
zich aldus uit: “Deze zelfbeheersing ... schenkt het huisgezin rijke vruchten van rust en vrede en helpt ook moeilijkheden van andere aard op te lossen; zij bevordert de zorg en attentie van de echtgenoten voor elkaar, helpt hen het egoïsme uit te bannen, dat met echte liefde onverenigbaar is, en brengt hen tot verantwoordelijkheidsgevoel. Zij geeft de ouders tenslotte een dieper en doeltreffender invloed bij de opvoeding van de kinderen, terwijl de jongere en oudere kinderen met het klimmen der jaren de echte menselijke waarden leren waarderen en hun geestelijke en zintuiglijke vermogens kalm en evenwichtig ontwikkelen” H. Paus Paulus VI, Encycliek, Het menselijk leven en geboorteregelingen, Humanae Vitae (25 juli 1968), 21.
De aangehaalde zinnen vullen het kader aan van hetgeen de encycliek H. Paus Paulus VI - Encycliek
Humanae Vitae
Het menselijk leven en geboorteregelingen
(25 juli 1968)
bedoelt met “een juiste en eerlijke geboorteregeling” H. Paus Paulus VI, Encycliek, Het menselijk leven en geboorteregelingen, Humanae Vitae (25 juli 1968), 21. Dit is, zoals men ziet, niet alleen een “wijze van zich gedragen” op een bepaald gebied, maar een houding welke gebaseerd is op de algehele morele volwassenheid van de persoon en haar tegelijk vervolledigt.

Document

Naam: DE 'NATUURLIJKE METHODE' KAN NIET VAN DE ETHISCHE SFEER WORDEN LOSGEMAAKT
125e catechese over de Theologie van het Lichaam
Soort: H. Paus Johannes Paulus II - Audiëntie
Auteur: H. Paus Johannes Paulus II
Datum: 5 september 1984
Copyrights: © 1984, Archief van Kerken 39e jrg. nr. 12 p. 19-20
Bewerkt: 7 november 2019

Referenties naar dit document

 
Geen documenten gevonden!
 
Geen berichten gevonden!

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test