Franjo Kardinaal Seper - 19 juli 1974
Eminentie,
Meerdere bisschoppen hebben de Heilige Congregatie gevraagd naar het belang en de uitleg van Wetboek
Codex Iuris Canonici (1917) (27 mei 1917), waar onder straffe van excommunicatie aan katholieken verboden wordt lid te worden van vrijmetselaars-organisaties en andere dergelijke organisaties.
In de loop van langdurige bestudering van deze vraag heeft de Heilige Stoel de bisschoppenconferenties, die meer in het bijzonder bij deze zaak betrokken zijn, meermalen geraadpleegd, om van genoemde organisaties de huidige aard en strekking alsmede het oordeel van de bisschoppen beter te leren kennen.
De grote verscheidenheid echter van de antwoorden, waarin verantwoording wordt gegeven van de verschillende situaties in elk land laat de Heilige Stoel niet toe om de algemene wetgeving, welke tot nu toe geldt, te veranderen. Deze wetgeving blijft dus van kracht tot de nieuwe kerkelijke wet door de competente Pauselijke Commissie voor de herziening van het kerkelijk wetboek gepubliceerd wordt.
Bij het beoordelen echter van afzonderlijke gevallen moet voor ogen gehouden worden, dat de strafwet strikt geïnterpreteerd dient te worden. Daarom kan de mening van auteurs, die beweren, dat voornoemde Wetboek
Codex Iuris Canonici (1917) (27 mei 1917) alleen betrekking heeft op katholieken, die lid worden van organisaties die werkelijk tegen de Kerk samenspannen, veilig geleerd en toegepast worden.
Evenwel blijft in elk geval voor clerici, religieuzen en leden van seculiere instituten het verbod gehandhaafd om lid te worden van welke vrijmetselaarsorganisatie dan ook.
Terwijl ik u dit meedeel betuig ik u mijn gevoelens van diepe achting en verblijf ik, u toegewijd in de Heer,
Rome, 18 juli 1974
Franc. Kard. Seper
Prefect van de Heilige Congregatie voor de Geloofsleer
F. Hieronymus Hamer o.p.
secretaris