H. Paus Johannes Paulus II - 10 november 1983
Meneer de voorzitter,
meneer de directeur-generaal,
uwe excellenties,
hooggeachte afgevaardigden en waarnemers,
Ik ben erg blij dat zoveel vertegenwoordigers van de staten die lid zijn van de FAO (wereldvoedsel- en landbouworganisatie) en van andere internationale organisaties, die vanuit heel de wereld zijn gekomen om deel te nemen aan deze 22e zitting van de conferentie, de uitnodiging hebben aanvaard voor een ontmoeting welke vanaf het begin van de aanwezigheid van de FAO in Rome traditie is geworden. Het is de tweede keer, dat ik u persoonlijk ontmoet, buiten mijn bezoek aan het hoofdkwartier van de FAO in november 1979 Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Toespraak, Tot de 20ste Algemene Conferentie van de FAO, Het ernstigste en meest dringende probleem is de strijd tegen de honger (12 nov 1979), een gelegenheid welke een gelukkige herinnering blijft.
Ik ben blij deze gelegenheid te hebben om nogmaals te zeggen hoezeer ik het werk hoogacht dat door de FAO wordt gedaan, en hoezeer ik het recente document waardeer over de wereldvoedselsituatie en over de werkprogramma's en operationele aspecten van de FAO. Ik ben er zeker van, dat u zich steeds meer bewust bent van de heel bijzondere belangstelling van de Heilige Stoel voor het probleem de honger en ondervoeding te overwinnen, en van het feit van zijn diepgaande bestudering van alle ondernemingen en activiteiten die op dit humanitaire doel gericht zijn.
Ik weet dat het onderwerp van de voedselvoorziening in het middelpunt van het werkprogramma van de FAO staat, en dat vooral gedurende de laatste tien jaar sinds de wereldvoedselconferentie van november 1974 is geweest. Maar vandaag wordt terecht een meer gedetailleerd denkbeeld van voedselvoorziening gevormd. Het omvat drie bijzondere doeleinden: voldoende productie waarborgen; voor zover mogelijk de toevloed van middelen stabiliseren, vooral om noodtoestanden het hoofd te bieden; alle noodzakelijke hulpmiddelen voor een voortdurende en organische ontwikkeling beschikbaar stellen voor allen die ze nodig hebben.
Om voortdurend evenredige voorzieningen voor de hele wereldbevolking te garanderen moeten twee dingen worden gedaan: de productie en beschikbaarheid van voedsel aanmoedigen tegen redelijke prijzen voor een bevolking welke voortdurend toeneemt, en meer onmiddellijk de moeilijkheden en crises onder ogen zien in afzonderlijke landen en streken.
Maar ten aanzien van afzonderlijke landen of bepaalde streken kan men niet zwijgen over de ernst van de huidige situatie, hetgeen door de verwachtingen voor de komende decennia wordt bevestigd, over het werkelijke probleem van het gebrek aan evenwicht tussen de bevolking en de feitelijke beschikbaarheid van voedsel. Een bijzondere bezorgdheid ontstaat door het steeds duidelijker verschil in praktisch alle ontwikkelingslanden tussen het groeipercentage van de voedselproductie en het groeicijfer van de bevolking. Dit staat in bijzondere tegenstelling met het feit dat in de ontwikkelde landen als geheel de voedselproductie zal blijven groeien, hetgeen overschotten tot gevolg heeft ten aanzien van de binnenlandse vraag van deze landen met een stabiele bevolking.
Maar het is belangrijk nota te nemen van de verklaring welke vervat ligt in een studie waarmee u vertrouwd bent: "De landen van de ontwikkelingswereld zijn elf geheel (uitgezonderd Oost-Azië) in staat voldoende voedsel te produceren om twee maal de bevolking van het jaar 1975 en anderhalf maal hun bevolking in het jaar 2000 te onderhouden, ook met een laag invoerniveau" FAO/UNFPA/ IIASA Report FPA/INT/513.
Het is treurig te moeten opmerken, dat er in dit stadium een voortdurende vermindering aan voedselhulp is. Men constateert een beperking van de middelen die door de te verkiezen multilaterale mogelijkheden ter beschikking worden gesteld, terwijl men tegelijkertijd geen overeenkomstige groei van de bilaterale hulp ziet. Ook met betrekking tot de reserves constateert men een loffelijke bevordering van het aanleggen van nationale reserves in de ontwikkelingslanden. Maar dit betekent geen opgeven van de bereidheid doeltreffend internationale reserves te kweken die ter beschikking van multilaterale organismen zijn gesteld, of tenminste een systeem van gecoördineerde nationale reserves te scheppen.
Maar een eerlijke verdeling vraagt ook om een ruimere toegang van alle landen tot alle zowel onmiddellijke als verwijderde factoren, die voor een concrete ontwikkeling vereist zijn: deze omvatten vooral leningen op gunstige voorwaarden voor armere landen, welke aldus een daadwerkelijke herverdeling van inkomen tussen de volkeren teweegbrengt. De stabilisatie van de stromen hulpmiddelen en technische hulpprogramma's zijn van primair belang geworden.
Ik zou er graag aan toevoegen, dat dit ook de aanvaarding van bindende verplichtingen inhoudt. Evenals in andere aangelegenheden kan men niet nalaten een hernieuwde goede wil te vragen in een geduldig zoeken naar overeenkomsten en verdragen, ook zo mogelijk op punten die duidelijk afgebakend, maar concreet vastgelegd en in praktijk gebracht zijn. In deze zin moet de uitnodiging worden herhaald de nodige initiatieven bij de geëigende forums te hernemen om de verdragen over graanhandel en de ermee samenhangende hulpprogramma's voor voedsel te vernieuwen; of tenminste de aanvaarding, zelfs in een gedeeltelijke vorm, van de plannen, zoals in het voorstel voor voedselvoorziening door de FAO is geformuleerd.
De tot nu toe gemaakte opmerkingen gelden niet alleen voor de productie van het land maar vooral op het ogenblik ook met betrekking tot de aspecten van de visproductie in verband met de aanvaarding en het in praktijk brengen van de internationale normen die in het verdrag over de nieuwe zeewet zijn bekrachtigd.
Een recent bewijs van de voortdurende bereidheid van de Heilige Stoel om mee te werken in alle geschikte initiatieven, werd gegeven bij gelegenheid van de bijeenkomst van wetenschapsmensen van wereldfaam over de verhouding tussen de wetenschap en de strijd tegen de honger. De Pauselijke Academie van Wetenschappen heeft getuigd en blijft getuigen van de bereidheid van de Kerk om, ook op het niveau van de wetenschap, eveneens mee te werken bij specifieke doelen van landbouw- en voedselontwikkeling vgl. L'emploi desfertilisants et leur effet sur 'accroisement des récoltes, notamment par rapport à la qualité et à l'économie, P.A.S. Scripta Varia, 38, 1973; en Humanité et Energie, P.A.S. Scripta Varia, 46, 1981.
Onder de agendapunten van deze zitting van de conferentie van de FAO wordt bijzondere nadruk gelegd op de dringende behoefte aan meer vorming: om de vermogens van de mensen te ontwikkelen om aan hun eigen ontwikkeling deel te nemen en bekwame vakmensen op te leiden. In deze geest zou ik ook graag herhalen, dat de instellingen en genootschappen van de Kerk ten zeerste bereid zijn hun verschillende middelen ter beschikking te stellen om bij het onderwijs en de vorming te helpen.
Ik zou er ook aan toe willen voegen, dat de Kerk kan meewerken bij de eigenlijke vorming van de openbare mening, zodat niet alleen de ontwikkelingslanden, maar meer nog de ontwikkelde in staat zullen zijn de offers te aanvaarden welke door de solidariteit worden gevraagd en opbouwend samen willen werken met gebruikmaking van de middelen die ter hunner beschikking zijn gesteld.
Terwijl ik de hoop uitspreek, dat deze zitting de daadwerkelijke uitvoering van het werkprogramma van de FAO voor de komende twee jaar zal bevorderen, smeek ik over uw werkzaamheden het licht en de geestdrift af, welke komen van de almachtige God in wie "wij het leven hebben, het bewegen en het zijn" (Hand. 17, 28).