Paus Pius XII - 8 december 1945
8 December 1945 gaf paus PlUS XII de de Apostolische Constitutie "Paus Pius XII - Apostolische Constitutie
Vacantis Apostolicae Sedis
Over de Sedes Vacante en de Pauskeuze (Samenvatting)
(8 december 1945)" uit over de macht van het H. College der Kardinalen gedurende de tijd, dat de H. Stoel onbezet is, en over de keuze van de Paus AAS XXXVIII 1946 p. 65-99.
Deze twee nauw verwante kwesties zijn reeds gedurende eeuwen het onderwerp geweest van de pauselijke wetgeving. In 1059 beperkte paus NICOLAAS II door het decreet "Paus Nicolaas II
In nomine Domini
Bul over het recht van kardinaal-bisschoppen om de keuze van een Paus voor te dragen (13 april 1059)" (c.l., d. XXIII) het recht der pauskeuze tot de Kardinalen.
In het derde Lateraans Concilie, 1179, door het decreet "3e Concilie van Lateranen
Canones
3e Concilie van Lateranen
(19 maart 1179)" (c. 6, X, de electione, I, 6), eiste paus Alexander III een meerderheid van twee derde der stemmen voor een geldige keuze.
Om invloed van buiten af te snijden en vooral om de keuze te bespoedigen, stelde het Concilie van Lyon, 1274 (decreet "Z. Paus Gregorius X - Apostolische Constitutie
Ubi Periculum
Procedures voor de Pauskeuze (16 juli 1274)", c. 3, de electione, in vr, I, 6), vast dat de keuze in conclaaf, d.w.z. volgens strenge normen van afzondering, moest gehouden worden.
Pius X verzamelde en herzag de verspreide wetten aangaande het Conclaaf, hief die welke verouderd of ongewenst waren op, en gaf 25 december 1904 een Constitutie uit, welke geheel de kwestie regelde ("H. Paus Pius X - Apostolische Constitutie
Vacante Sede Apostolica (25 december 1904)" ).
Pius XII in zijn Paus Pius XII - Apostolische Constitutie
Vacantis Apostolicae Sedis
Over de Sedes Vacante en de Pauskeuze (Samenvatting)
(8 december 1945) van 1945 nam die van Pius X als grondslag, maar voerde een belangrijke verandering in en een aantal kleinere wijzigingen. Deze Paus Pius XII - Apostolische Constitutie
Vacantis Apostolicae Sedis
Over de Sedes Vacante en de Pauskeuze (Samenvatting)
(8 december 1945) is in de plaats van alle vroegere wetten gekomen. Wij geven er een beknopte samenvatting van met commentaar op enkele punten.
Onder de ambten van de H. Stoel heeft de Apostolische Kamer (Camera Apostolica) als taak het beheer van de tijdelijke goederen en rechten van de H. Stoel, "vooral gedurende de tijd, dat de H. Stoel onbezet is". Wetboek, Codex Iuris Canonici (1917) (27 mei 1917), 262 Dientengevolge is de Kardinaal Camerarius of Camerlengo een der eersten, die actief optreedt in de procedure, welke op de dood van een Paus volgt. Na hiervan bericht ontvangen te hebben, begeeft hij zich naar het Vaticaan en stelt juridisch, in tegenwoordigheid van enkele prelaten, de dood vast, waarvan een authentieke verklaring wordt opgesteld. Dan verzegelt hij de privé vertrekken van de Paus, neemt bezit van de paleizen van het Vaticaan, Lateraan en Castel Gandolfo, geeft kennis van de dood aan de Kardinaal Vicaris van Rome, en treft de voorbereidingen voor het aanstaande Conclaaf. Intussen heeft de Deken van het H. College (de oudste der Kardinaalbisschoppen) alle kardinalen medegedeeld, dat de H. Stoel onbezet is, en hen opgeroepen naar het Pauselijk Paleis.
Gedurende de tijd, dat de H. Stoel onbezet is, heeft het College der Kardinalen slechts die machten van de Paus, welke het door de Paus Pius XII - Apostolische Constitutie
Vacantis Apostolicae Sedis
Over de Sedes Vacante en de Pauskeuze (Samenvatting)
(8 december 1945) van 1945 uitdrukkelijk zijn gegeven. Het kan geen pauselijke wetten opheffen, veranderen of er zelfs in dispenseren. Het kan bij meerderheid van stemmen tijdelijk voorzien in eventuele dringende gevallen en als kwesties beslissen aangaande de interpretatie of toepassing van de Paus Pius XII - Apostolische Constitutie
Vacantis Apostolicae Sedis
Over de Sedes Vacante en de Pauskeuze (Samenvatting)
(8 december 1945) van 1945. Zijn voornaamste verplichtingen hebben betrekking op de verzorging van de begrafenis van de overleden Paus en de voorbereiding van het Conclaaf, dat zijn opvolger moet kiezen. Deze zaken verzorgt het door twee Congregaties van Kardinalen, waarover zo aanstonds.
Van de bijzondere pauselijke ambten houden sommige op te bestaan, andere zijn beperkt en weer andere gaan voort met hun werkzaamheden gedurende de tijd, dat de H. Stoel onbezet is. Zoals wij reeds zagen, blijven de Deken van het H. College en de Camerlengo actief; aldus ook de Kardinaal Groot Penitencier met geheel zijn departement, de Vicaris van Rome, de pauselijke Legaten, Nuntii en Delegaten, en de pauselijke Aalmoezenier (Eleemosynarius secretus). Enigszins beperkt is de activiteit van de Kardinaal Kanselier. De ambten van de Kardinaal Datarius en de Kardinaal Staatssecretaris houden op te bestaan.
De H. Congregaties van de Romeinse Curie zetten gedurende de tijd, dat de H. Stoel onbezet is, het gebruik van hun gewone macht voort, niet echter van hun buitengewone volmachten. Elke macht, welke zij gedurende het leven van de Paus enkel konden uitoefenen door actueel of impliciet beroep op Hem, uitgedrukt in de termen "facto verbo cum Sanctissimo" of "ex audientia Sanctissimi" of "vigore specialium et extraordinariarum facultatum", is buitengewoon en dus opgeheven. Van de andere kant worden de volmachten, door Apostolische Brieven verleend, als gewone beschouwd. Doch ook in het gebruik van hun gewone macht moeten zij zichzelf beperken tot beslissingen van routine en welke onbetwist zijn, terwijl zij meer belangrijke of betwistbare beslissingen zo mogelijk moeten uitstellen totdat een nieuwe Paus gekozen is. De twee Rechtbanken voor het forum externum, de H. Romeinse Rota en de Suprema Apostolica Signatura, zetten hun werkzaamheden voort.
De eerste Congregatie, welke opgericht moet worden, is een algemene Congregatie; zij bestaat uit het volledige H. College onder voorzitterschap van de Kardinaal Deken, en behandelt de belangrijke aangelegenheden. De tweede Congregatie is een bijzondere; zij bestaat uit het roulerend lidmaatschap van drie Kardinalen (van iedere Orde één) onder het permanente voorzitterschap van de Kardinaal Camerlengo, en behandelt kwesties van routine en minder belang. De algemene Congregatie moet iedere dag bijeenkomen, vanaf de eerste zitting na de dood van de Paus tot aan de intrede in het Conclaaf. Aldus wordt ieder lid van het H. College in staat gesteld kennis te nemen van de lopende zaken, en kan de Camerlengo in voortdurend contact blijven met het volledige College. Op de agenda van de vergaderingen der algemene Congregatie staat o.a.: het voorlezen van de Paus Pius XII - Apostolische Constitutie
Vacantis Apostolicae Sedis
Over de Sedes Vacante en de Pauskeuze (Samenvatting)
(8 december 1945) van 1945 (alle Kardinalen leggen een eed af, dat zij deze Constitutie zullen opvolgen, dat zij het geheim van het Conclaaf strikt zullen bewaren en dat zij volstrekt niets te doen hebben met het doorgeven van enig z.g. "Veto" van de kant van enige wereldlijke macht); het snel uitvoeren van alle urgente zaken met betrekking tot het Conclaaf; de oprichting van twee comité's van twee of drie Kardinalen elk, waarvan een zich met de geloofsbrieven der conclavisten moet occuperen, en het andere voor de materiële kant van het Conclaaf te zorgen heeft; het verzorgen van de begrafenis van de overleden Paus; het aanwijzen van cellen aan de Kardinalen; het vaststellen van de dag van intrede van het Conclaaf; het breken van de Vissersring en het loden zegel van de Kanselarij.
De begrafenisplechtigheden duren 9 dagen, waarvan de laatste drie bijzonder plechtig zijn. De overblijfselen liggen in statie in de Sint Pieter. Op de laatste dag wordt de rede "De Pontifice defuncto" uitgesproken. Een authentieke verklaring van de begrafenis wordt opgemaakt.
In het Conclaaf zijn enkel de Kardinalen kiezers. Geen enkele andere macht, burgerlijke of kerkelijke, kan invloed doen gelden. Zelfs een algemeen Concilie, dat eventueel bijeen zou zijn, wordt onmiddellijk opgeheven; elk besluit, dat na de dood van de Paus genomen zou zijn, zou per se ongeldig zijn. Iedere Kardinaal heeft stemrecht vanaf het ogenblik van zijn creatie in het consistorie en de bekendmaking van zijn keuze door de Paus; dit kiesrecht behoudt zelfs een Kardinaal, die onder excommunicatie, suspensie of interdict staat. Een Kardinaal echter, die van zijn waardigheid afstand heeft gedaan of afgezet is, bezit geen stemrecht. Aan de Kardinalen, die niet te Rome aanwezig zijn, worden 15 volle dagen gegeven om aan te komen; en het H. College mag deze periode tot hoogstens 18 dagen uitstrekken. Een Kardinaal, die aankomt na het begin van het Conclaaf maar vóór de keuze, moet toegelaten worden. Alle Kardinalen staan onder een pauselijk bevel van gehoorzaamheid om onmiddellijk naar de keuze te komen, nadat zij in kennis zijn gesteld dat de H. Stoel onbezet is. Indien iemand in gebreke blijft om te komen, of indien iemand na gekomen te zijn zonder reden van excuus van zware ziekte heengaat, mag de rest zonder hem beginnen en behoeft hij zelfs niet opnieuw te worden toegelaten. Gaat een Kardinaal vanwege zware ziekte heen, dan kan hij opnieuw toegelaten worden, maar iedere actie gedurende zijn afwezigheid ondernomen blijft geldig.
Iedere Kardinaal heeft het recht twee "conclavisten" te kiezen of persoonlijke bedienden, hetzij twee clerici, hetzij twee leken, hetzij van ieder een; maar hij kan ook, indien hij dit verkiest, slechts één kiezen, zelfs een leek. Een derde bediende mag toegestaan worden aan Kardinalen, die ziek zien.
Verder is er een aantal personen voor bijzondere bedieningen: de Secretaris van het H. College, de Sacristein van het Pauselijk Paleis met een of twee assistenten, de Prefect van de Apostolische Ceremonies met niet meer dan 6 Ceremoniemeesters, een religieus biechtvader, 2 dokters, een chirurg, een apotheker met een of twee assistenten, en een aantal andere personen voor het gezamenlijke huishouden gedurende het Conclaaf.
Nadat de begrafenis van de Paus heeft plaatsgehad en nadat intussen het afgesloten gedeelte van het Vaticaans Paleis voor het Conclaaf in orde is gebracht, nemen ale Kardinalen deel aan de Mis van de H. Geest, welke in de Sint Pieter door de Kardinaal Deken wordt opgedragen; na deze Mis wordt de rede "De eligendo Pontifice" uitgesproken. Op dezelfde dag treden zij in plechtige processie het Conclaaf binnen. In de Sixtijnse Kapel aanhoren de Kardinalen opnieuw de lezing van de Paus Pius XII - Apostolische Constitutie
Vacantis Apostolicae Sedis
Over de Sedes Vacante en de Pauskeuze (Samenvatting)
(8 december 1945) 1945 en leggen opnieuw de eed van geheimhouding en trouw af. Hierna wordt het Conclaaf van binnen en van buiten met verschillende sleutels zorgvuldig gesloten, nadat iedere indringer eventueel is verwijderd. Hierna mogen geen brieven of bulletins binnenkomen of uitgaan zonder controle van de prelaten, die het slot moeten bewaken. Een uitzondering is gemaakt voor de betrekkingen met de H. Penitentiarie en haar hoofd, de Kardinaal Groot Penitencier, omdat het hier gewetenszaken betreft. Geen enkel instrument om het gesprokene vast te leggen, boodschappen uit te zenden, foto's te maken of van welke aard ook mag zich binnen het Conclaaf bevinden, ook niet voordat het gesloten werd. Al moet de keuze binnen het gesloten Conclaaf plaats vinden, toch zouden schending van het slot of keuze elders deze niet ongeldig maken.
In de morgen, welke op de sluiting van het Conclaaf volgt, begeven zich de Kardinalen naar de stemming in de Sixtijnse Kapel. Het stemmen kan volgens drie methodes plaats hebben: "per inspirationem", een unanieme keuze als bij ingeving volgend op de voorstelling van een zekere kandidaat zonder enige voorafgaande discussie; "per compromissum", wanneer allen unaniem drie, vijf of zeven hebben afgevaardigd om in naam van allen keuze te doen; "per scrutinium", door middel van stembiljetten volgens een nauwkeurig omschreven procedure.
In deze methode heeft de Paus Pius XII - Apostolische Constitutie
Vacantis Apostolicae Sedis
Over de Sedes Vacante en de Pauskeuze (Samenvatting)
(8 december 1945) 1945 een belangrijke verandering aangebracht. Pius X eiste volgens de sinds 1179 bestaande praktijk een zuivere meerderheid van twee derden voor een geldige keuze. Omdat echter een stem, welke iemand voor zich zelf uitbrengt, nooit geldig is, was het noodzakelijk, in het geval dat een kandidaat juist twee derden der stemmen haalde, zijn stem te identificeren en te onderzoeken, om te zien of hij voor zichzelf gestemd had. Om dit mogelijk te maken was een omslachtig systeem ingevoerd, dat een gecompliceerde vorm van verzegeld stembiljet meebracht, dat naast de handtekening van de stemmer ook nog een geheim code-teken droeg, hetgeen hem in staat stelde zijn stem voor inspectie te identificeren. Om dit alles te voorkomen vereist de nieuwe Constitutie voor een geldige keuze een meerderheid van twee derden plus een: is deze bereikt, dan is het niet nodig de stem van de gekozene te onderzoeken. De vorm van het stembiljet is nu teruggebracht tot een eenvoudige papierstrook, welke niet meer de handtekening van de stemmer behoeft te dragen en alleen plaats biedt om in een gedrukte ruimte de naam van de kandidaat in te vullen.
Wanneer deze stembiljetten zijn uitgedeeld, twee of drie aan iedere Kardinaal, worden drie tellers, drie ziekenverplegers (belast met het ophalen van de stem der Kardinalen, die in het Conclaaf zijn maar te ziek om naar de Kapel te komen) en controleurs (ter controle van de telling der tellers) bij loting gekozen uit de aanwezige Kardinalen. Dan begint de stemming. Nu zijn de Kardinalen absoluut alleen, want zelfs de Secretaris en Ceremoniemeesters hebben de Kapel verlaten. Iedere Kardinaal schrijft in het geheim (zo mogelijk met verdraaide hand) niets anders dan de naam van zijn kandidaat op het stembiljet, zonder zijn eigen handtekening. De stembiljetten worden eenmaal gevouwen. Dan, volgens de orde van precedentie, staat iedere Kardinaal op, houdt het gevouwen stembiljet in de rechterhand hoog opgeheven, gaat naar het altaar, knielt neer in gebed, staat op, legt de eed af "Ik roep tot getuige Christus onze Heer, die mij zal oordelen, dat ik hem kies, die ik meen voor God, dat de gekozene moet zijn." Hij legt zijn stembiljet op de pateen en laat het in de kelk glijden.
Nadat allen hun stem hebben uitgebracht, ingesloten de zieken, wier stemmen door de ziekenverplegers naar de Kapel zijn gebracht, worden de stemmen vermengd, door de kelk te schudden, en dan zonder de inhoud te lezen geteld. Komt hun aantal niet overeen met het aantal Kardinalen in het Conclaaf aanwezig, dan worden alle stembiljetten onmiddellijk verbrand.
Is het aantal juist, dan beginnen de tellers de stemmen te tellen en roepen de namen luidop af, zodat de Kardinalen op hun plaatsen notitie van het verloop kunnen nemen. Nadat de totalen zijn aangekondigd, worden de stembiljetten met draad en naald samengevoegd en opzij gelegd. De tellers beschouwen nu hun totalen om te zien of een Kardinaal twee derden der stemmen plus één behaald heeft. De controleurs vergelijken de lijsten der tellers met de verzamelde stembiljetten. Is niemand gekozen, dan heeft onmiddellijk een tweede stemming plaats, zonder dat nieuwe tellers enz. gekozen worden en zonder herhaling van de eed.
Het z.g. recht van "Accessus", volgens hetwelk iedere Kardinaal, zonder een volledig nieuwe stemming, kon "instemmen", d.w.z. zijn stem veranderen voor een andere kandidaat, die reeds minstens één stem had ontvangen, was reeds door Pius X opgeheven. Aan deze praktijk was de moeilijkheid verbonden, dat een identificatie en inspectie van het oorspronkelijke stembiljet noodzakelijk was om er zeker van te zijn, dat de "accessor" niet een nieuwe stem gaf aan zijn eerste kandidaat. Na een onbesliste stemming (of na de tweede stemming, indien deze vereist was) worden alle stembiljetten verbrand. Dit proces gaat door, een of twee stemmingen 's morgens en 's middags, totdat een Paus gekozen is.
Zodra iemand het vereiste aantal stemmen heeft ontvangen en dit is medegedeeld, vraagt de Kardinaal Deken de gekozene: "Aanvaardt Gij uw kanonieke keuze tot Paus?" Is de keuze aanvaard (indien gewenst kan de gekozene tijd ter overweging vragen; de tijdslimiet wordt dan bij meerderheid van stemmen vastgesteld), dan ontvangt de gekozene onmiddellijk, zelfs vóór zijn kroning, bij goddelijke wet de volle en volledige jurisdictiemacht over de gehele Kerk (Paus Pius XII - Apostolische Constitutie
Vacantis Apostolicae Sedis
Over de Sedes Vacante en de Pauskeuze (Samenvatting)
(8 december 1945)) Wetboek, Codex Iuris Canonici (1917) (27 mei 1917), 219. De Kardinaal Deken vraagt dan de gekozene: "Met welke naam wenst Gij genoemd te worden?" Een verklaring van de keuze wordt officieel onder getuigen opgemaakt. Dan volgt de eerste "adoratio" of eerbetuiging van de nieuwe Paus door de Kardinalen. De oudste van de Kardinaaldiakens verkondigt de keuze aan het volk van Rome. Na de eerbetuiging der Kardinalen ontvangen te hebben, beveelt de nieuwe Paus de ontsluiting van het Conclaaf van binnen en van buiten. Is de nieuwgekozene geen priester of bisschop, dan wordt hij door de Kardinaal Deken gewijd en geconsacreerd. Tenslotte heeft zijn kroning door de Kardinaal Protodiaken plaats.
Ofschoon simonie een groot misdrijf is en gestraft wordt door een "ipso facto" excommunicatie, maakt zij toch de keuze niet ongeldig.
Onder straffe van excommunicatie is het allen verboden enig aandeel te hebben in het overbrengen van een "Veto" of "Exclusivum" van enig burgerlijk bestuur aan het H. College.
Beloften om te stemmen voor of tegen een bepaalde kandidaat en overeenkomsten vóór de keuze door de succesvolle kandidaat gemaakt zijn nietig.
Zodra de dood van de Paus bekend is geworden, moeten over geheel de wereld geestelijkheid en volk vurig bidden voor een spoedige en eensgezinde keuze van een waardige opvolger.
De gekozen kandidaat wordt op het hart gedrukt de last niet te weigeren.
Vergelijken wij de Paus Pius XII - Apostolische Constitutie
Vacantis Apostolicae Sedis
Over de Sedes Vacante en de Pauskeuze (Samenvatting)
(8 december 1945) 1945 met die van Pius X, dan vallen de volgende punten op. De 9 buitengewone excommunicaties, waarvan wij enkele vermeld hebben, zijn wezenlijk dezelfde in beide documenten; zij zijn aan de Paus persoonlijk gereserveerd, zodat behalve in stervensgevaar zelfs niet de Kardinaal Groot Penitencier ervan kan ontslaan. In beide documenten treft men de uiterste zorg aan ter bewaring van het geheim. De uitsluiting van het burgerlijk "Veto" en de ontkenning van het recht van "Accessus" zijn beide Constituties gemeenschappelijk. Er zijn niet minder dan 39 punten van verschil. De kleinere veranderingen hebben vooral betrekking op het verzekeren van grotere juridische zekerheid en nauwkeurigheid of werden veroorzaakt door het Concordaat en het Verdrag tussen de H. Stoel en Italië in 1929, welke de tijdelijke macht van de Paus erkennen. De grootste verandering betreft de vermeerdering der vereiste meerderheid tot twee derden plus één en de daaruit volgende vereenvoudiging der stemming.