Msgr. Nikola Eterovic - 2 februari 2011
In deze tekst hebben wij veel gesproken over veranderingen. Wij hebben scenario’s onder ogen gezien die opzienbarende veranderingen beschrijven, die in ons vaak bezorgdheid en angst wekken. Waaraan wij in een dergelijke situatie behoefte hebben, is een visie die het mogelijk maakt naar morgen te kijken met de ogen van de hoop zonder de tranen van de wanhoop. Als Kerk hebben wij deze visie al. Het is het Rijk dat komt, dat ons is verkondigd door Jezus Christus en is beschreven in zijn parabels. Het is het Rijk dat reeds is begonnen met zijn prediking en vooral met zijn dood en verrijzenis voor ons. Wij hebben echter vaak de indruk er niet in te slagen deze visie concreet te maken, er niet in te slagen deze “tot de onze te maken”, er niet in te slagen deze tot een levend woord voor ons en onze tijdgenoten te maken, deze niet te nemen als fundament van onze pastorale activiteiten en van ons kerkelijk leven.
Wat dit betreft, hebben de pausen ons vanaf het Tweede Vaticaans Concilie een wachtwoord gegeven voor een huidige en toekomstige pastoraal: “nieuwe evangelisatie”, dat wil zeggen een nieuwe verkondiging van de boodschap van Jezus die vreugde schenkt en ons vrijmaakt. Dit wachtwoord kan het fundament zijn van deze visie waarvan wij de noodzaak voelen: de visie van een evangeliserende Kerk, waar wij vanuit zijn gegaan in deze tekst, is ook de opdracht die ons aan het einde wordt gegeven. Heel het werk van onderscheiding dat wij geroepen zijn te doen, heeft als doel dat deze visie zich diep in ons hart wortelt. In het hart van ieder van ons, in het hart van onze Kerken, ten dienst van de wereld.