Msgr. Nikola Eterovic - 2 februari 2011
“Gaat dus en maakt alle volkeren tot mijn leerlingen en doopt hen in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest en leert hun te onderhouden alles wat Ik u bevolen heb” (Mt. 28, 19-20). Met deze woorden heeft Jezus Christus, alvorens naar de hemel op te stijgen en te gaan zitten aan de rechterhand van God de Vader, Vgl. Ef. 1, 20 zijn leerlingen uitgezonden om de Blijde Boodschap aan heel de wereld te verkondigen. Zij vertegenwoordigden een kleine groep getuigen van Jezus van Nazareth, van zijn aardse leven, van zijn onderricht, van zijn dood en vooral van zijn verrijzenis. Vgl. Hand. 1, 22 De taak was enorm, ging hun mogelijkheden te boven. Om hen te bemoedigen belooft de Heer Jezus de komst van de Helper, die de Vader in zijn naam zal zenden Vgl. Joh. 14, 26 en die hen “tot de volle waarheid zal brengen” (Joh. 16, 13). Bovendien verzekert Hij hen van zijn voortdurende aanwezigheid: “Ziet, Ik ben met u alle dagen tot aan de voleinding der wereld” (Mt. 28, 20).
Na de gebeurtenis van Pinksteren, toen het vuur van God zich neerzette op de apostelen, Vgl. Hand. 2, 3 verenigd in gebed “samen met de vrouwen, met Maria, de moeder van Jezus” (Hand. 1, 14), is de opdracht van de Heer Jezus begonnen zich te verwezenlijken. De Heilige Geest die Jezus Christus in overvloed schenkt, staat aan de oorsprong van de Kerk, die van nature missionair is. Immers, onmiddellijk na het ontvangen van de zalving met de Geest “trad” de heilige Petrus “naar voren ... en verhief zijn stem” (Hand. 2, 14) en verkondigde het heil in de naam van Jezus, die God “Heer en Christus heeft gemaakt” (Hand. 2, 36). Veranderd door de gave van de Geest, zijn de leerlingen uitgegaan over de toenmalig bekende wereld en hebben het Evangelie van Jezus Christus, de Zoon van God” (Mc. 1, 1) verspreid. Hun verkondiging heeft de streken van het Middellandse Zee-bekken bereikt, van Europa, Afrika en Azië. Geleid door de Geest, het geschenk van de Vader en de Zoon, hebben hun opvolgers die zending voortgezet, die actueel blijft tot aan het einde der tijden. Zolang als zij bestaat, moet de Kerk het Evangelie blijven verkondigen van de komst van het Rijk Gods, het onderricht van haar Leraar en Meester en, vooral, de persoon van Jezus Christus.
Het woord “Evangelie” (τò εύ αγγέλιον) wordt al gebruikt sinds de tijd van de geboorte van de Kerk. Het wordt dikwijls gebruikt door de heilige Paulus om de prediking aan te duiden van het Evangelie, die God hem heeft toevertrouwd Vgl. 1 Tess. 2, 4 “ondanks heftige tegenstand” (1 Tess. 2, 2) en heel de nieuwe heilseconomie. Vgl. 1 Tess. 1, 5. |e.v.; Gal. 1, 6-9||e.v. Behalve Marcus Vgl. Mc. 1, 14.15 Vgl. Mc. 8, 35 Vgl. Mc. 10, 29 Vgl. Mc. 13, 10 Vgl. Mc. 14, 9 Vgl. Mc. 16, 15 wordt de term Evangelie ook door de evangelist Matteüs gebruikt, vaak in de specifieke combinatie “het Evangelie van het Koninkrijk” (Mt. 9, 35)(Mt. 24, 14). Vgl. Mt. 26, 13 De heilige Paulus gebruikt ook de term evangeliseren (εύ αγγελίσασθαι), Vgl. 2 Kor. 10, 16 die men ook in de Handelingen van de apostelen vindt Vgl. Hand. 8, 4.12.25.35.40 en waarvan het gebruik een opmerkelijke ontwikkeling heeft gekend in de geschiedenis van de Kerk.
In recente tijden verwijst men met de term evangelisatie naar de kerkelijke activiteit in haar geheel. De apostolische exhortatie H. Paus Paulus VI - Postsynodale Apostolische Exhortatie
Evangelii Nuntiandi
Over de Evangelisatie in de Moderne Wereld
(8 december 1975), die op 8 december 1975 werd gepubliceerd, rekent tot deze categorie de prediking, de catechese, de liturgie, het sacramentele leven, de volksvroomheid en het getuigenis van het leven van de christenen. Vgl. H. Paus Paulus VI, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de Evangelisatie in de Moderne Wereld, Evangelii Nuntiandi (8 dec 1975), 17.21.48. In deze exhortatie heeft de dienaar Gods, Paus Paulus VI de resultaten bijeengebracht van de derde algemene gewone vergadering van de bisschoppensynode, gehouden van 27 september tot 26 oktober 1974 over het thema De evangelisatie in de moderne wereld. Het document heeft de evangelische activiteit van de Kerk in de volgende decennia een aanzienlijke dynamiek gegeven, die gepaard is gegaan met een verdere authentieke menselijke ontwikkeling. Vgl. H. Paus Paulus VI, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de Evangelisatie in de Moderne Wereld, Evangelii Nuntiandi (8 dec 1975), 29.38.70
In de brede context van de evangelisatie wordt in het bijzonder aandacht besteed aan de verkondiging van de Blijde Boodschap aan mensen en volken die tot nu toe het Evangelie van Jezus Christus nog niet kennen. Op hen is de missio ad gentes gericht. Zij heeft de voortdurende activiteit van de Kerk gekenmerkt, ook al heeft zij in enkele historische perioden bevoorrechte ogenblikken gekend. Men denke aan de missionaire heldendaden op het Amerikaanse continent of vervolgens aan de missies in Afrika, Azië en Oceanië. Met het decreet 2e Vaticaans Concilie - Decreet
Ad Gentes Divinitus
Over de missie-activiteit van de Kerk
(7 december 1965) heeft het Tweede Vaticaans Concilie de missionaire aard van heel de Kerk onderstreept. Overeenkomstig de opdracht van haar stichter Jezus Christus moeten de christenen niet alleen met gebed en materiële hulp de missionarissen, ofwel hen die zich wijden aan de verkondiging aan niet-christenen, ondersteunen, maar zijn zij zelf geroepen om bij te dragen aan de verspreiding van het Rijk van God in de wereld op hun eigen wijze en naar hun eigen roeping. Deze taak wordt bijzonder urgent in de huidige fase van globalisering, waarin om verschillende redenen niet weinig mensen die Jezus Christus niet kennen, zich vestigen in landen met een oude christelijke traditie en dus in contact komen met de christenen, getuigen van de verrezen Heer, die tegenwoordig is in zijn Kerk en op een bijzondere wijze in zijn Woord en in de sacramenten.
In de loop van de 45 jaar dat zij bestaat, heeft de bisschoppensynode het thema van de missio ad gentes in verschillende vergaderingen behandeld. Enerzijds heeft zij de missionaire natuur van heel de Kerk voor ogen gehouden en anderzijds de aanwijzingen van het Tweede Vaticaans Oecumenisch Concilie dat in het conciliedecreet 2e Vaticaans Concilie - Decreet
Ad Gentes Divinitus
Over de missie-activiteit van de Kerk
(7 december 1965) opnieuw de aandacht heeft gevestigd op de missie zorg als belangrijk doel voor de activiteit zelf van de bisschoppensynode. “Daar immers de zorg om overal ter wereld het Evangelie te verkondigen vooral berust bij het college van bisschoppen, moet de bisschoppensynode of ‘de permanente raad van bisschoppen voor de hele Kerk’, onder de zaken van algemeen belang, bijzonder rekening houden met de missieactiviteit, de grootste en heiligste taak van de Kerk”. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de missie-activiteit van de Kerk, Ad Gentes Divinitus (7 dec 1965), 29
In de laatste decennia heeft men ook gesproken over de noodzaak van de nieuwe evangelisatie. Rekening houdend met de evangelisatie als gewone horizon van de activiteit van de Kerk, evenals ook met de activiteit van de verkondiging van het Evangelie ad gentes, die de vorming van plaatselijke gemeenschappen, de particuliere Kerken in de missielanden van de eerste missionering, vereist, is de nieuwe evangelisatie veeleer gericht op hen die zich van de Kerk hebben verwijderd in de landen van het antieke christendom. Dit verschijnsel bestaat helaas in verschillende mate ook in de landen waar de Blijde Boodschap in recente eeuwen is verkondigd, maar tot nu toe nog niet voldoende is aanvaard om het persoonlijke leven, het gezinsleven en het maatschappelijke leven van de christenen te veranderen. Dit hebben ook de bijzondere vergaderingen van de bisschoppensynode met een continentaal karakter, gehouden ter voorbereiding van het jubileumjaar 2000, benadrukt. Het betreft een grote uitdaging voor de universele Kerk. Om die reden heeft Zijne Heiligheid Benedictus XVI na de mening van zijn broeders in het bisschopsambt te hebben gehoord besloten de 13e gewone algemene vergadering van de bisschoppensynode bijeen te roepen rond het thema De nieuwe evangelisatie voor de overdracht van het christelijk geloof, die zal plaatsvinden van 7 tot 28 oktober 2012. De synodevergadering zal de tot nu toe ontwikkelde gedachten over het thema weer opnemen en als doel hebben de huidige toestand in de particuliere Kerken onderzoeken om in gemeenschap met de Heilige Vader Benedictus XVI, bisschop van Rome en universele Herder van de Kerk, nieuwe manieren en uitdrukkingsvormen voor de verkondiging van de Blijde Boodschap te schetsen om haar door te geven aan de moderne mens met een hernieuwd enthousiasme, eigen aan de heiligen, blijde getuigen van de Heer Jezus Christus “Hij die was en die is en die komt” (Openb. 4, 8). Het gaat erom als de Schriftgeleerde die onderwezen is in het Rijk der hemelen, nieuw en oud uit de kostbare schat van de traditie te voorschijn te halen. Vgl. Mt. 13, 52
De Lineamenta die wij hierbij presenteren en die zijn opgesteld met de hulp van de Gewone Raad van het Algemeen Secretariaat van de Bisschoppensynode, vertegenwoordigen een belangrijke etappe in de voorbereiding van de synodale zitting. Aan het einde van ieder hoofdstuk staan enkele vragen die tot doel hebben de discussie op het niveau van de universele Kerk te vergemakkelijken. De Lineamenta worden immers aan de bisschoppensynodes van de oosterse Kerken sui iuris gezonden, aan de bisschoppenconferenties, aan de dicasteries van de Romeinse Curie en de Unie van Generaal Oversten, organen waarmee het Algemene Secretariaat van de Bisschoppensynode officiële relaties onderhoudt. Zij willen de gedachtewisseling binnen de respectievelijke structuren betreffende dit document begunstigen: bisdommen, gebieden van de zielzorg, parochies, congregaties, verenigingen, bewegingen etc. De antwoorden van deze organen zouden door de verantwoordelijken van de bisschoppenconferenties, bisschoppensynodes, evenals van de andere genoemde organen dienen te worden samengevat en toegezonden aan het Algemene Secretariaat van de Bisschoppensynode vóór 1 november 2011, het hoogfeest van Allerheiligen. Met medewerking van de Gewone Raad zullen deze antwoorden zorgvuldig worden geanalyseerd en opgenomen in het Instrumentum laboris, het Bisschoppensynodes
Instrumentum laboris Nieuwe evangelisatie voor het overdragen van het christelijk geloof
fragment
(27 mei 2012).
U bij voorbaat dankend voor de bereidwillige samenwerking, die een kostbare uitwisseling van gaven, pastorale zorg en bezorgdheid, vertrouwen wij het verloop van de 13e gewone algemene vergadering van de bisschoppensynode toe aan de moederlijke bescherming van de Heilige Maagd Maria, Sterre van de nieuwe evangelisatie. Moge haar voorspraak voor de Kerk de genade verwerven zich te vernieuwen in de Heilige Geest, opdat zij in onze tijd met een hernieuwd elan de opdracht van de Heer in praktijk kan brengen: “Gaat uit over de hele wereld en verkondigt het Evangelie aan heel de schepping” (Mc. 16, 15).
Vaticaanstad, 2 februari 2011
Feest van de Opdracht van de Heer in de tempel
Mgr. Nikola Eterovic’
Titulair aartsbisschop van Cibale
Secretaris-generaal