TOT DE DEELNEMERS AAN DE INTERNATIONALE CONFERENTIE OVER ‘VOLWASSEN STAMCELLEN: WETENSCHAP EN DE TOEKOMST VAN MENS EN CULTUUR’Georganiseerd door de Pauselijke Raad voor Cultuur
(Soort document: Paus Benedictus XVI - Toespraak)
Paus Benedictus XVI -
12 november 2011
TOT DE DEELNEMERS AAN DE INTERNATIONALE CONFERENTIE OVER ‘VOLWASSEN STAMCELLEN: WETENSCHAP EN DE TOEKOMST VAN MENS EN CULTUUR’
Georganiseerd door de Pauselijke Raad voor Cultuur
Beste broeders bisschoppen,
Uwe Excellenties, geëerde gasten,
Beste vrienden,
Ik wil Kardinaal Gianfranco Ravasi, President van de Pauselijke Raad voor de Cultuur, bedanken voor zijn vriendelijke woorden en voor het bevorderen van deze Internationale Conferentie over Volwassen Stamcellen: Wetenschap en de Toekomst van Mens en Cultuur. Ik zou ook Aartsbisschop Zygmunt Zimowski, President van de Pauselijke Raad voor het Pastoraat in de Gezondheidszorg, en Bisschop Ignacio Carrasco de Paula, President van de Pauselijke Academie voor het Leven, willen bedenken voor hun bijdrage aan deze specifieke onderneming. Een bijzonder woord van dank gaat uit naar de vele weldoeners wiens steun dit gebeuren mogelijk heeft gemaakt. In dit verband wil ik de waardering van de Heilige Stoel overbrengen voor al het werk dat gedaan wordt, door verschillende instanties, ter bevordering van culturele en vormende initiatieven gericht op het ondersteunen van hoogstaand wetenschappelijk onderzoek naar volwassen stamcellen en de culturele, ethische en antropologische implicaties van het gebruik ervan te verkennen.
Wetenschappelijk onderzoek biedt een unieke kans om het wonder van het universum, de complexiteit van de natuur en de karakteristieke schoonheid van het leven, waaronder het menselijk leven, te verkennen. Maar omdat menselijke wezens onsterfelijke zielen hebben ontvangen en zijn geschapen naar het beeld en de gelijkenis van God, zijn er dimensies van het menselijk bestaan die voorbij de grenzen liggen van wat de natuurwetenschappen in staat zijn te bepalen. Als deze grenzen worden overschreden is er een ernstig risico dat de unieke waardigheid en onschendbaarheid van het menselijk leven ondergeschikt kan worden gemaakt aan puur gebruiksmatige overwegingen. Maar als in plaats daarvan deze grenzen naar behoren worden gerespecteerd, kan de wetenschap een werkelijk uitzonderlijke bijdrage leveren aan de bevordering en bescherming van de waardigheid van de mens: hierin ligt werkelijk haar nut. De mens, de uitvoerder van wetenschappelijk onderzoek, zal soms, in zijn biologische aard, het onderwerp van dat onderzoek vormen. Toch heeft zijn overstijgende waardigheid hem het recht om altijd de uiteindelijke begunstigde van wetenschappelijk onderzoek te blijven en nooit te worden teruggebracht tot werktuig ervan.
Op deze wijze zijn de potentiële voordelen van onderzoek naar stamcellen va volwassenen zeer groot, omdat ze mogelijkheden bieden voor de genezing van chronische degeneratieve ziektes door beschadigde weefsels te herstellen en de genezingscapaciteit te herstellen. De verbetering die zulke therapieën beloven zouden een belangrijke stap voorwaarts in de medische wetenschap vormen, en nieuwe hoop bieden aan zieken en ook hun families. Om die reden biedt de Kerk natuurlijk haar aanmoediging aan diegenen die betrokken zijn bij het uitvoeren en ondersteunen van dit soort onderzoek, steeds met de voorwaarde dat het wordt uitgevoerd met inachtneming van het integrale welzijn van de menselijke persoon en het algemeen welzijn van de maatschappij.
Deze voorwaarde is zeer belangrijk. De pragmatische mentaliteit die zo vaak het maken van beslissingen beïnvloed in de wereld van vandaag staat al klaar om elk middel, dat er maar beschikbaar is om het verlangde doel te bereiken, toe te staan, ondanks overvloedig bewijs van de rampzalige gevolgen van deze denkwijze. Als het te bereiken doel zo bij uitstek wenselijk is als de ontdekking van een geneesmiddel voor een degeneratieve ziekte, is het voor wetenschappers en beleidsmakers verleidelijk om ethische bezwaren terzijde te schuiven en door te gaan met het onderzoek het vooruitzicht van een doorbraak biedt. Zij die onderzoek van embryonale stamcellen voorstaan in de hoop om zo’n resultaat te boeken maken de ernstige fout het onvervreemdbare recht op leven van alle menselijke wezen vanaf de conceptie tot de natuurlijke dood te ontkennen. De vernietiging van zelfs maar één menselijk leven kan nooit worden gerechtvaardigd met de voordelen die het een ander mogelijk kan brengen. Maar, in het algemeen, steken zulke ethische problemen de kop niet op als stamcellen worden genomen uit de weefsels van een volwassen organisme, uit het bloed van de navelstreng bij de geboorte, of uit foetussen die aan een natuurlijke oorzaak zijn overleden
Vgl. Congregatie voor de Geloofsleer, Instructie betreffende zekere bio-ethische vraagstukken, Dignitas Personae (8 sept 2008), 32.
Hieruit volgt dat de dialoog tussen wetenschap en ethiek van het grootste belang is om te garanderen dat medische ontwikkelingen nooit gebeuren tegen onacceptabele menselijke kosten. De Kerk draagt aan deze dialoog bij door te helpen gewetens te vormen volgens de juiste rede en in het licht van de geopenbaarde waarheid. Hiermee probeert zij niet de wetenschappelijke vooruitgang tegen te houden, maar het daarentegen in een richting te leiden die werkelijk vruchtbaar en heilzaam is voor de mensheid. Het is immers haar overtuiging dat al het menselijke, inclusief wetenschappelijk onderzoek, “niet alleen ontvangen en gerespecteerd wordt door het geloof, maar ook gezuiverd, verheven en vervolmaakt wordt” Congregatie voor de Geloofsleer, Instructie betreffende zekere bio-ethische vraagstukken, Dignitas Personae (8 sept 2008), 7. Op deze manier kan de wetenschap geholpen worden het algemeen welzijn van de gehele mensheid te dienen, met bijzondere aandacht voor de zwaksten en meest kwetsbaren.
In het aandacht vragen voor de noden van de weerlozen, denkt de Kerk niet alleen aan de ongeborenen maar ook hen die geen directe toegang hebben tot dure medische behandelingen. Ziekte heeft geen respect voor personen en gerechtigheid vereist dat alle pogingen worden gedaan om de vruchten van wetenschappelijke onderzoek ter beschikking te stellen van allen die er baat bij zouden kunnen hebben, ongeacht hun middelen. Naast puur ethische overwegingen zijn er dus kwesties van maatschappelijke, economische en politieke aard die genoemd moeten worden om te verzekeren dat de vooruitgang in de medische wetenschap samen gaan met rechtvaardige en onpartijdige voorzieningen van gezondheidszorg. Hier kan de Kerk concrete hulp bieden door haar uitgebreide gezondheidszorg-apostolaat, actief in zo vele landen over de hele wereld, met in het bijzonder zorg voor de noden van de armen van de wereld.
Beste vrienden, als besluit van mijn opmerkingen wil ik u verzekeren van een bijzondere gedachtenis in gebed en ik beveel u allen, die zo hard werken om genezing en hoop te brengen aan hen die lijden, aan, op voorspraak van Maria,
Salus infirmorum. Ik bid dat uw toewijding aan onderzoek naar stamcellen van volwassenen grote zegeningen mag brengen voor de toekomst van de mens en ware verrijking voor zijn cultuur. Aan u, uw gezinnen en uw medewerkers, evenals aan alle patiënten die baat zullen hebben van uw uitgebreide expertise en het resultaat van uw werk, gaeef ik graag mijn Apostolische Zegen. Dank u hartelijk!
© 2011, Libreria Editrice Vaticana
Vert.: incaelo.wordpress.com; alineaverdeling en -nummering: redactie